dinsdag 11 augustus 2009

“Ze horen bij de zee”


Delft – Het is een warme dag. In een loom tempo slenteren Karsten en ik over het Strausspad achter mijn huis. Zijn zusjes, moeder en oma zijn ons vooruit. Karsten is onder de indruk van de verscheidenheid aan vogels op en rond het water. We wandelen [filmpje] samen naar de witte ganzen, grauwe ganzen en knobbelganzen die bij elkaar op de oever van de zon genieten. Het is er een mooie dag voor. Maar er zijn natuurlijk meer vogels in het water. Eendjes en meerkoetjes zwemmen in de buurt van de ganzen rond. Ook de meeuwen blijven in de buurt. De vogels weten dat mensen die langs het water wandelen nog wel eens wat brood strooien. Ze hebben pech. Wij voeren de beesten niet. De witte ganzen met hun parmantige kontjes doen hem aan iemand denken. “Het zijn Donald Ducken”, besluit hij.

We wandelen samen naar de witte ganzen, grauwe ganzen en knobbelganzen die bij elkaar op de oever van de zon genieten.

Dan wijst Karsten op de opdringerige meeuwen. “Dat zijn ook ganzen”, vindt hij.
“Het zijn meeuwen”, leg ik uit.
Maar Karsten gelooft me niet. “Het zijn strandganzen”, weet hij, “ze horen bij de zee”.
Daar heeft hij natuurlijk gelijk in. Meeuwen horen bij de zee en niet in een wetering in de stad.

Geen opmerkingen: