Delft – In dit digitale tijdperk hebben velen van ons de gewoonte ontwikkeld om een foto te maken van hun bordje. Als de ober de maaltijd heeft neergezet en “eet smakelijk” heeft gezegd, komt het cameraatje te voorschijn. Vooral Nellie heeft op haar site een aardige collectie maaltijdfoto’s verzameld. Ze zijn om te watertanden.![]() Ik moest hier aan denken toen ik op zondagmorgen mijn boterhammetjes stond klaar te maken. Door de week eet ik ’s morgens een geroosterde boterham met marmite. Mijn lunch bestaat uit twee sneetjes. Soms gebundeld tot sandwich, maar meestal zijn het twee aparte sneetjes. In Scandinavië noemen ze één sneetje brood met een beleg ook een sandwich, ontdekte ik daar ooit. Je hebt dus kennelijk een Engelse sandwich en een Scandinavische sandwich. Op zondag maak ik er meer werk van sneetjes. Corien & ik nemen dan de tijd de boterhammen feestelijk te beleggen. ![]() Terwijl ik mijn boterhammen beleg, vraag ik me af hoe jouw boterham er uitziet. Heb jij er hagelslag, pindakaas of jam op? Of ben je meer – net zoals ik – het type dat rosbief, ham, zalm, kaas, sla en tomaat op de sneetjes neervlijt. Doe je er mosterd en saus bij? Of is een beetje zout en peper genoeg? Je begrijpt het al. Ik vraag weer eens een bijdrage aan ODD. De boekenbijdrage was niet zo succes, maar dit is makkelijker. Je hoeft er geen boek voor te lezen. Zelfs geen kookboek. Maak een plaatje van je ontbijt of lunch en toon ons jouw favoriete sneetje of sandwich. |
New York View from Summit One Vanderbilt
11 maanden geleden












Delft – Vorige week stonden de kranten in Engeland overigens net als die in Nederland vol over Haïti en over de ongemakken van de sneeuw. Het is voor een reiziger dan ook veel interessanter om het lokale nieuws te volgens. Wat vindt men in het land zelf nieuws? Het was deze foto van pc Robin Port (rechts) en inspector Matt Lawler die mijn aandacht trok. Ik was benieuwd wat het nieuwsfeit was dat bij deze foto hoorde. Het bleek om de lengte van een der politiemensen te gaan. Port wordt door zijn collega’s officer laptop genoemd. De diender is met zijn 1,5 meter de kleinste politieman van het Verenigd Koninkrijk. Hij is dus de kleinste pc (police constable) en dankt daaraan zijn bijnaam laptop. Net als in Nederland kenden de politiekorpsen van Groot-Brittannië vroeger een lengte-eis. In België kent men die nog steeds. Daar moet een diender tenminste 1,6 meter zijn. Een lengte-eis wordt in veel landen nu als discriminerend beschouwd. Port zit er zelf niet mee. Hij zegt: “Ik heb alle grappen over mijn lengte nu wel gehoord. Ik heb een nogal dikke huid en dat is in ieder geval handig in dit werk”. Het argument voor de privacy geldt blijkbaar niet voor het gewicht van een politieman of –vrouw. In ons land wordt aan sollicitanten op dat gebied wel een eis gesteld. Als je een baan als diender ambieert, mag je gewicht in kg. niet meer dan je lengte in cm. zijn. Hierbij hanteert men de volgende formule: je lengte minus 100 x 1.05. Een voorbeeld: Bij een lengte van 1.85 mag je maximaal 89 kg wegen. (85 x 1.05 = 89 kg). Of dat ook voor Engeland geldt, weet ik niet.
Delft – In de Randstad merken we bijna niets van het carnaval. Dat is in het zuiden van ons land wel anders. Ik hoor van diverse familieleden dat ze al weer heel druk zijn met de eerste feesten. Zo is er a.s. zaterdag een grandioze kletsavond met uitsluitend topamusement in het Helondse cafe Zeezicht. Daar zullen vast wel een aantal familieleden het glas heffen met de andere carnavallers. 

Limpley Stoke – Mijn
De Britten eten het zelf zelden, want het kost te veel tijd om ’s morgens klaar te maken. Maar in de horeca is het traditionele gerecht nog steeds erg populair. Vroeger handhaafden de Engelsen het principe 'Ontbijten als een keizer, lunchen als een koning en dineren als een bedelaar'. Ze begonnen de dag met de fry-up en gebruikten vervolgens als lunch een warme maaltijd. Met het diner was men dan meestal wat soberder. Als ik het gevoel heb dat ik wat soberder moet zijn met de inname van calorieën, kies ik voor een andere variant van het Engelse ontbijt. Ik bestel dat een kipper met een gepocheerd ei. Een kipper is een gerookte zoute haring. In ons land heet dat een bokking. Het verschil is dat een bokking koud wordt gerookt. De kipper wordt warm gerookt. Straks in Delft eet ik ’s morgens weer braaf een geroosterd boterhammetje met marmite. Nu begin ik de dag nog als een keizer.

Limpley Stoke – Thee is de nationale drank van Engeland en thee drinken de nationale bezigheid van het koninkrijk aan de zee. Toch telt het land al erg veel coffee bars en het aantal groeit elk jaar. Corien & ik verwelkomden deze ontwikkeling met plezier. In de jaren en zeventig en tachtig kreeg je ook in een restaurant een kopje oploskoffie. Geen van onze Engelse vrienden en kennissen bezat in die jaren een koffiezetapparaat. Nu groeit het aantal koffiedrinkers gestadig en zitten er meerdere coffee bars in de ‘highstreet’ van elke stad of dorpje. De grootste zijn Costa Coffee, Starbucks, Coffee Republic en Caffè Nero. Vooral in Londen zijn ze op bijna iedere hoek van de straat te vinden.
De werknemers van de Levant Company maakten kennis met de koffie en de koffieboon – die noemden ze toen overigens the 'Mahometan berry' – tijdens hun reizen naar het Ottomaanse rijk. De smaak en het idee sloegen aan en spoedig waren er alleen in Londen meer dan 2000 koffiehuizen. Dat is één voor elke 300 inwoners. Die verhouding gaat nu (nog) niet op. Wij dronken gistermiddag ons kopje koffie in een coffee bar van Costa in het centrum van Trowbridge. We zaten gezellig voor het raam. Het hout in de open haard knetterde en verspreidde een gezellige warmte in de zaak. Voor koffie moet je de tijd nemen. En dat deden wij terwijl we keken naar de mensen die met volle boodschappentassen op weg waren naar huis.



Bath – Samen met onze gids Martin en een groepje meisjes uit Korea maakten Corien & ik gisteren een wandeling door Bath. Het is het seizoen voor de wandelaar. De dubbeldekkers van de citytour overwinteren in de garage, de stad is voor de voetgangers. Zowel het winterweer als de Koreaanse meisjes vormden een extra attractie. Het winterweer omdat het Bath in een sprookjesachtig wit decor liet zien en de meisjes vanwege hun enthousiasme. Iedere keer als Martin iets vertelden, riepen de meisjes in koor: “Aaahhh, aaahhh”. Het klonk net als of ze een prachtige vuurpijl hoog boven de horizon kleurrijk zagen ontploffen: “Aaaaahhhhh”. De geschiedenis van Bath bestaat volgens Martin uit heel wat laagjes. Hij vertelt van Kelten, Romeinen, boeren die rondscharrelden in haveloze tempelgebouwen, jacobijnen, de eerste kuurgasten, flierefluiters tot en met de Victorianen die het Romeinse verleden weer naar boven haalden. Hij doet zijn verhaal met verve en de Koreaantjes roepen steeds opnieuw hun verwondering uit. Wat mij na een dagje bijblijft, is de kunstmatigheid van Bath. Alles – nou ja veel - in de stad aan de Avon is bedacht. De architecten vader en zoon Wood bepaalden het gezicht van Bath. De stad is dan ook geen doolhof van middeleeuwse sluip-door-kruip-door straatjes. Het is de stad waarin de vermogende bourgeoisie zich in de achttiende eeuw vestigde met stadspaleizen en herenhuizen. Bath straalt de emancipatie uit van de nieuwe klasse, die niets met adel en kerk te maken had. Handelaars uit Londen en havenbaronnen uit Bristol. 







Delft – Het boek van 2009 voor mij is De terugkeer van de dansleraar. Het boek is in het Nederlands verschenen in 2005, maar ik ontdekte het – en daarmee ook de Zweedse schrijver Henning Mankell - vorig jaar pas. Mankell is een maand ouder dan ik en schrijver van literaire romans, misdaadromans, jeugdliteratuur en toneelstukken. Tot vorig jaar had ik nog niet van hem gehoord. Toch worden zijn boeken in meer dan dertig landen uitgegeven. In ons land is hij vooral bekend door de Wallander-serie: een reeks over de eigenwijze inspecteur Kurt Wallander uit Ystad. Met De terugkeer van de dansleraar introduceert Mankell een nieuwe hoofdpersoon: de 37-jarige inspecteur Stefan Lindman. Kort nadat die te horen kreeg dat hij geopereerd moest worden aan een kankergezwel in zijn tong, bereikt hem het bericht dat zijn oud-collega Herbert Molin is vermoord. De moord vond plaats op diens afgelegen boerderij in het Noord-Zweedse Härjedalen. In de boerderij vindt de politie bloederige sporen op de vloer. Het zijn de basispassen van de tango. Het boekt telt 500 pagina’s en heeft me van pagina 1 tot 500 geboeid. Het verveelt geen enkel moment. Nooit verslapt het verhaal. Elk element doet ertoe en voegt iets toe aan het verhaal. Ik vind het meer dan een goed geconstrueerde detective met een onderhoudend en geloofwaardig plot. Het boek nam me ook nog eens mee in de angsten van een man bij wie kanker is geconstateerd. Een man die zich geconfronteerd ziet met zijn eigen sterfelijkheid en de onzekerheid die dat met zich meebrengt. Het is een boek om heimwee naar te krijgen als je het uit hebt. Gelukkig heb ik door dit boek de schrijver Mankell ontdekt en ben aan zijn overig oeuvre begonnen.
Helmond – Mijn boek van het jaar 2009 is Hoe een klein rotgodje God vermoordde. Hoewel het boek al in 2006 is uitgegeven, is het toch het boek van 2009 geworden voor mij. Ik heb het in een paar dagen verslonden. Guus Kuijer is vooral bekend als kinderboekenschrijver, maar dit is zeker geen kinderboek. De kracht van schrijver Guus Kuijer is dat hij op een manier die geheel niet kwetsend is de vinger op de zere plek legt. Het was een openbaring voor mij. Ik heb het boek zelfs uitgeleend aan mijn moeder. Zij is een zeer gelovige vrouw, maar wel iemand die openstaat voor andersdenkenden. Het boek is in een weergaloze stijl geschreven, vol vlijmscherpe observaties en met onmiskenbare humor. Kuijer gelooft niet in God, maar schrijft toch met veel vuur over hem. Het is opmerkelijk dat een ongelovige de God uit het oude testament onder de loep neemt en met een veel positiever godsbeeld komt dan veel christenen. Hij laat zien hoe het beeld van God in de loop van de tijd is veranderd. De God van Abraham was niet de God van Jezus of van Mohammed. Voor de eerste heeft hij meer sympathie. Kuijer liet me zien hoe ingenieus het scheppingsverhaal is. Hij interpreteert het verhaal van Abraham op een manier waaruit veel meer wijsheid spreekt dan op het eerste gezicht in het verhaal lijkt te zitten. Wat Kuijer eigenlijk zegt, is dat ons beeld van God een keuze is en dat mensen door de eeuwen heen verschillende keuzes hebben gemaakt. Ik vind het boek een overdenking voor gelovigen en ongelovigen en kan het iedereen aanraden om het te lezen. 



York – Christenen worden verondersteld om arme en behoeftige mensen in hun omgeving te helpen. Niet met loze woorden of makkelijke adviezen, maar met daadwerkelijke hulp. De voedselbanken zijn daarvan een voorbeeld. De Britse dominee Tim Jones wil ook helpen. Hij geeft de armen in zijn parochie 
