vrijdag 30 september 2011

Hummingbirds

Delft – Ik lees de krant tijdens het ontbijt. Het is een gewoonte die ik waarschijnlijk deel met heel veel mensen. Niets is zo goed voor de spijsvertering als een forse dosis verontwaardiging of verbazing. Niet elke dag werkt het nieuws op die manier mee aan mijn spijsvertering. Soms is er niets waarvan zelfs mijn wenkbrauwen ook maar iets omhoog komen. Van de week las ik tijdens het oppeuzelen van mijn ontbijtje over verplegers die naar judoles moeten, de gezapigheid van de PvdA, de kansloze wedstrijd van Ajax tegen Real Madrid en over een dertienjarig jongentje dat met de auto van zijn pa een rit van 60 kilometer maakte. Het stond echt allemaal op de voorpagina. Een slappe dag dus. Ik was dan ook al snel klaar met de krant. Toch verslikte ik me nog bijna toen ik verder bladerde en in de onderbroek keek van een arrestant.
Het bleek een landgenoot die door de douane van Frans Guyana op het vliegveld van Rochambeau betrapt was op smokkel. De smokkelwaar werd in zijn onderbroek gevonden. Hoe komt de douane erbij om daar eens in te kijken?. Een fles drank of een slof sigaretten gaat daar niet. Wat ze wel aantroffen waren veertien kolibries. De man had de vogeltjes in lapjes stof gewikkeld zodat ze zich niet konden bewegen en vervolgens in speciale zakjes in zijn onderbroek gestopt. Het lijkt me een zweterige bedoening. Voor de vogeltjes bedoel ik. In het Engels heten deze kleine diertjes ‘hummingbirds’. Toch kunnen ze zo niet ontdekt zijn, want dat geluid maken ze met hun vleugeltjes.

donderdag 29 september 2011

Geef kinderen een veilig thuis

Delft – Even voor vijven ging gisteren de telefoon. Het was Nienke. Ze was met een vriendin kort daarvoor in een aantal straten in haar omgeving langs de deuren gegaan om kinderpostzegels te verkopen. Nu deed ze via de telefoon nog even de afnemers die wat verder weg wonen. Ze was niet ontevreden over de resultaten van haar verkoopactie. Dit haar heeft de actie als thema ‘Geef kinderen een veilig thuis’. Het is een mooie gedachte dat mijn kleindochter zich in zet om andere kinderen een veilig thuis te geven.

Nienke en haar vrienden doen het samen met meer dan 200.000 basisschoolleerlingen. Dus de kans dat er bij jou ook een kind aan de deur of telefoon komt, is levensgroot. Je krijgt dus alle kans om kinderpostzegels te kopen en mee te werken aan een veilige leefomgeving voor kinderen die dat nu nog niet hebben.

woensdag 28 september 2011

En dat is vier

v.l.n.r. Paul, Jeroen en Martijn
Helmond - Het begon met café Zeezicht, toen kwam daar café Plaza bij, al snel gevolgd door Club Tien en nu is ook Loungecafé de Velvet Lounge daar weer bij gekomen. De broers Martijn en Paul hebben samen met hun partner Jeroen recentelijk deze vierde horecazaak aan hun imperium toegevoegd. En daarmee zijn nog lang niet alle plannen die de beide broers hebben, verwezenlijkt. Mijn echtgenoot en ik zijn afgelopen weekend even een kijkje wezen nemen. De Velvet Lounge is een gezellige en vriendelijke lounge met een uitgebreide menu- en drankenkaart. Natuurlijk kun je er terecht voor een heerlijke cocktail, maar de Velvet Lounge heeft ook zes nieuwe pooltafels, er is een air hockey tafel, tafelvoetbal, een flipperkast en allerlei andere speelkasten.
Je kunt er dus niet alleen relaxen, maar je kunt je er ook leuk vermaken. Martijn vertelde ons dat zijn nieuwe zaak een perfecte plek is voor een heerlijke high tea. Hij vertelde dat de gasten tijdens de twee uur durende high tea een verrukkelijke wereld aan zoete lekkernijen krijgen voorgeschoteld. “Dan moet je denken aan heerlijke gebakjes, petit fours, soesjes, taartjes, cakejes, bonbons en andere snoeperijen”, vulde zijn broer Paul aan. Natuurlijk krijg je daar dan diverse soorten koffie en thee bij geserveerd. Maar daarmee zijn de mogelijkheden nog niet op. Je kunt je high tea - tegen een meerprijs - uitbreiden met hartige hapjes zoals sandwiches en wraps of een heerlijke fles wijn. Paul sloot ook niet uit dat er in de toekomst ook weer aandacht komt voor eten.
De geboren en getogen Helmonders hebben in de horecawereld van de stad aan de Zuid-Willemsvaart een prachtig concept neergezet waarbij ze door het organiseren van evenementen in hun zaken ook op een andere wijze nog een goede impuls geven aan het uitgaansleven van de stad. Een voorbeeld van het entertainment is bijvoorbeeld het open podium voor singer/songwriters dat in oktober en november wordt gehouden in De Velvet Lounge.

dinsdag 27 september 2011

Hardlopen op naaldhakken

Nummer 9 (Maartje) en 10
Helmond – Ligt het aan mij of is het altijd feest in Helmond. Ik weet het antwoord. Het ligt aan mij. Ik ben altijd op het juiste moment in de stad aan de Zuid-Willemsvaart. In Héllemund – zoals de inwoners hun stad aanduiden – was het afgelopen weekend weer van alles te doen. Corien & ik waren er toevallig bij. Het was koopzondag, er was een presentatie van milieuvriendelijke voertuigen, een blaaskappellenfestival en de Stilettorun. Voor elk was wils. De prachtig geklede mooie jonge vrouwen die op hoge hakken in een heerlijk najaar zonnetje hard liepen op de Steenweg was natuurlijk een enorme publiekstrekker. Een show op de Markt van milieuvriendelijke voertuigen is natuurlijk ook leuk. Maar een ‘Stiletto Stampede’ op de klinkertjes van de Steenweg heeft toch een aantrekkingskracht van een heel andere magnitude. Tussen de deelnemers ontwaarden lezers van ODD een bekend gezicht. Het was Maartje. Zij vloog op haar hoge hakken over de baan en wist zich zelfs in de prijzen te rennen. Heel knap. Zij was een van de dertig sportieve jonge vrouwen die zich op hakken van tenminste acht centimeter naar de finish spoedden.

Voor de start. Maartje is 2de van links.
Dat hardlopen op hoge hakken nog niet zo makkelijk is bleek ook al snel. Op de hoek van de Kromme Steenweg gingen een paar dames op de op de klinkertjes onderuit. Anders dan het ego raakte daarbij niets beschadigd.

maandag 26 september 2011

Apotheker, uitvinder, schrijver en politicus

Honfleur – Als iemand je iets vertelt over de geschiedenis van de Franse havenstad
Honfleur zal het waarschijnlijk gaan over de schilderachtige haven, over de karakteristieke huizen met de leien voorgevels, over mensen als Gustave Courbet en Claude Monet die hier ook hebben gewerkt en over de Sainte-Catherine kerk met de los staande klokkentoren. Dat zal ongetwijfeld allemaal aan de orde komen, maar de kans dat men je iets verteld over Paul Demarais is minder groot. Toch was ook deze apotheker ooit een man om rekening mee te houden in dit stadje in Normandië. In zijn apotheek maakte hij drankjes voor allerlei kwalen. Zij hielpen tegen de meest uiteenlopende zaken. Zo had hij drankjes die de ochtendmisselijkheid van zwanger vrouwen bedwong en tegelijk haaruitval bij tuberculose patiënten en zwaarlijvigheid bestreden. Zijn grootste succes was het drankje dat hij Passocean noemde.
Het was een onverbiddelijke remedie tegen zeeziekte. Zijn apotheek die zich op een steenworp van de haven bevindt, had op de gevel een enorme reclameposter voor dit voor zeelieden zo onontbeerlijke middeltje. Maar de man had nog meer kwaliteiten. Hij ontwikkelde een “méthode pour apprendre à parler anglais”. Dat werkte waarschijnlijk nog beter dat zijn middeltje tegen zeeziekte. Hij kreeg voor zijn speciale methode om Engels te leren spreken in 1931 zelfs een prijs. De man had toen al door wat marketing betekent.
Zij drankjes werden geen succes vanwege de kwaliteit van zijn middeltjes, maar door zijn marketingtechniek. Hij wist dat een constante herhaling van de boodschap werkt. Je slikt geen medicijn, je slikt marketing. De man – die dol was op zijn medailles en prijzen - wist het in 1934 zelfs tot wethouder te schoppen. Hij begon zijn eigen krant, waarvan hij de hoofdredacteur en de enige verslaggever was. Naast de door hem geschreven artikelen verschenen ook pagina´s met grote advertenties voor zijn Passocean. Zijn apotheek vlak bij de haven met daarop de grote geschilderde advertentie is er nog steeds. Zijn middeltje tegen zeeziekte niet meer.

zondag 25 september 2011

Op de koffie

Delft – In deze tijd van Senseo en Nespresso kan iedereen koffie zetten. Er zijn talloze huishoudens waar zelfs geen ‘gewone’ koffie meer wordt gezet. Maar er was ooit een tijd dat het nog een hele kunst was. Ik heb het dan over de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Koffiezetten was een keukengeheim dat van moeder op dochter werd doorgegeven. Inderdaad van moeder op dochter. Vaders hadden toen niets in de keuken te zoeken en werden door de huisvrouw meedogenloos uit hun domein verwijderd. Het koffiezetten was een geheim waarbij dat van Soestdijk vergeleken niets was. Een enthousiaste YouTube’er heeft een filmpje samengesteld uit tv-reclames uit de jaren vijftig en zestig. Het is niet zo complimenteus voor de mannen, want hij verzamelde de momenten waarop echtgenoten nogal lomp commentaar gaven op de koffie van hun vrouw. Dat zou een liefhebbende echtgenoot nu niet meer doen. Anders kwam hij al gauw op de koffie.



zaterdag 24 september 2011

Happy news

Barry – Er is leuk nieuws uit Barry, Canada. Michael & Ethikia zijn voor de tweede keer vader en moeder geworden. En dat betekent dat Corrie & Warren voor de tweede keer oma & opa zijn geworden. Hun kleinzoon William heeft nu dus een zusje.
Het meisje kreeg de mooie naam Bridget Coral. Afgelopen woensdag kwamen moeder en dochter uit het hospitaal weer thuis. “Both are doing great”, meldde opa Warren ons.



William bewondert zijn nieuwe zusje Bridget Coral

vrijdag 23 september 2011

Groeten uit Opatija

Delft - De post is niet over al even snel. Gisteravond landde deze kaart van Annefien & Dirk op de redactietafel van ODD. Hij was afgestempeld op de dertiende in Opatija. In deze badplaats in het Kroatische deel van Istrië verbleven zij voor een heerlijke vakantie. Opatija wordt de parel van de Kvarner-riviera genoemd en dat is niet zo verwonderlijk. De prachtige stad heeft heel wat imposante, pastelkleurige villa's en oude hotels die nog een Habsburgse grandeur uitstralen.
Ze schrijven:
12-sept. 2011, Opatija
Hallo Allemaal,
Vandaag is het maandag 12 september 2011. Het is dus de laatste vakantiedag. Dinsdag gaan we richting Duitsland. Daar slapen we en woensdag zijn we weer thuis. Het is een bijzonder mooi land. We hebben leuke excursies gehad en prachtig weer. Zo’n 30/31 graden. Volop zon en de zee aan de overkant.
Groetjes van,
Dirk & Annefien uit Kroatië


donderdag 22 september 2011

Bouwen of niet bouwen?

Delft - De meerderheid van de Delftse gemeenteraad vindt het verzoek om een referendum te houden over het al of niet doorgaan van de bouw van een nieuw stadskantoor niet erg zinvol. Dat werd deze week tijdens de commissievergadering glashelder. Of de indieners van het verzoek dat nu intrekken – zoals veel raadleden willen - of niet, het wordt steeds duidelijker dat het stadskantoor gewoon zal verrijzen bovenop de spoortunnel en de stationshal. De actie van de indieners en voorstanders van een volksraadpleging begint steeds meer te lijken op het gevecht van Don Quichot tegen de windmolens. Het zal straks niet meer blijken te zijn dan een botsing tussen hun fictieve en wellicht ideale wereld met de dagelijkse werkelijkheid die het besturen van een stad als Delft met zich meebrengt.
De schadeclaims bij het niet bouwen zullen aanzienlijk zijn. Om nog maar te zwijgen van de forse (en kostbare) vertraging die de wijziging van de plannen zal opleveren. Op de foto is te zien dat de bouwers al flinke vorderingen maken bij de bouw van de ondergrondse stationshal. Het zien er allemaal stevig genoeg uit om een stadskantoor bovenop te zetten. Laten we dat dan maar gewoon doen en overgaan tot de realiteit van alle dag.

woensdag 21 september 2011

Openbaar kubistisch realistisch kunstwerk

Delft - De Delftse kunstenaar Tijn Noordenbos zet zich niet alleen in voor de kunst, maar ook voor Delft. De actieve Delftenaar kennen we van zaken en activiteiten zoals Kunstsuper HYPO, de wereldzaak, Uit de Kunst of het Varend Corso. En er is waarschijnlijk nog meer. Deze week is 61-jarige kunstzinnige Delftenaar bezig om een kunstwerk te creëren in het straatje tussen het St. Agathaplein en het Oude Delft. Hij combineert op die manier zijn betrokkenheid bij Delft met zijn kunst. Er staat i.v.m. werkzaamheden een schutting tegen de muur van de Waalse kerk. “Als daar niets mee gebeurd, staat die binnen de kortste keren vol met allerlei teksten”, was zijn angst. En omdat Tijn een man van aanpakken is, liet hij het daar niet bij. Op de schutting schildert hij in zijn bekende stijl portretten van mensen die voor hem hebben geposeerd. Levensgroot en met naam. Er is slechts één figuur die niet van een naam is voorzien.


Dat is de wildplasser op de hoek van het tijdelijke openbare kunstwerk. Hij staat bij de tekst waarop kubistisch realistisch schilder Tijn graffitti-spuiters vraagt om zijn kunstwerk te ontzien. Een verzoek dat op een incident na door de graffiti-artiesten werd gerespecteerd. Tijn denkt de rest van de week nog wel werk te hebben aan het kunstwerk. Zijn inspanning wordt door de voorbijgangers wel gewaardeerd. Ik was er getuige van dat hij van zowel toeristen als stadgenoten uitsluitend complimenten kreeg. Hij houdt het bekende straatje in Delft in ieder geval vrolijk en vrij van vervelende teksten en tekeningen.

dinsdag 20 september 2011

Heen & weer

Jumièges - Tot Parijs gaat het goed, maar daarna meandert de Seine in steeds groter wordende lussen naar de Le Havre om daar weg te verdwijnen in Het Kanaal. Als je in Parijs staat realiseer je je niet altijd dat de Seine een rivier is. Hij is zo netjes tussen de kades geklemd en stroomt gladjes als een gegraven kanaal verder. Toch is het een echte rivier en zij stroomt ondanks haar lengte van 776 kilometer helemaal op Frans grondgebied. Tja, Frankrijk is een groot land. In Parijs is de rivier al behoorlijk breed, maar zij wordt op weg naar de zee steeds maar breder. Onderweg krijgt de Seine er nog wat water bij van zijrivieren als de Yonne, de Marne en de Oise.
Door de steeds groter wordende lussen had ik zo nu en dan geen idee meer aan welke kant van de rivier ik stond. Dat komt ook door het grote aantal veerboten. Die maken het rijden lekker zorgeloos. Natuurlijk zijn er bruggen. Sommige zelfs heel imposant en beroemd, maar het aantal veerboten dat je gratis naar de overkant van de rivier brengt is ook indrukwekkend. Er zijn kleintjes waar op alleen personenauto’s mogen, maar er zijn ook forse jongens tussen waarop met gemak meerdere geweldige trucks met oplegger een plekje vinden. Elke tien minuten vaart er een boot naar de overkant. Er is een stuurman en een matroos en samen gaan ze de hele dag heen en weer.

maandag 19 september 2011

Klap van de molen

Hauville – Wie heeft de grootste, de langste, de oudste, de dikste, de mooiste, de belangrijkste? In elke plaats ter wereld hangt men dit soort kwalificaties aan de gebouwen in de stad. Als het niet de oudste van de wereld is, dan toch zeker de oudste van Europa en anders de oudste van het land. Er is altijd wel iets waarin jouw stad of dorp de grootste etc. heeft. In Hauville is dat niet anders. Het dorpje in het departement Eure had bij de laatste telling 1275 inwoners. Ze hebben er een kerk, een kroeg en een gemeentehuis. Dit alles is natuurlijk niet genoeg om in de Michelin gids te worden opgenomen. Je moet bij het binnenkomen van het dorpje meteen remmen anders ben er al weer doorheen. Toch staat dit kleine plaatsje waar het doodstil is al wij er stoppen met een vermelding in de Michelin. Het heeft ondanks zijn grootte namelijk ook drie musea. Er is een vlasmuseum, een bakkerijmuseum en een windmolen met museumruimte.
Deze moulin à vent is de oudste werkende molen in Europa. Tenminste dat claimen ze hier. Maar zoals je uit het begin van dit stukje zult begrijpen, neem ik dat met een korreltje zout. Hij is oud, dat wel. Volgens Michelin wordt hij in 1258 al genoemd in kerkelijke archieven. Gebouwd door de monniken van de abdij uit ons dorp is de molen sinds 1979 een officieel monument en in 1984 geheel gerestaureerd. Toen wij er waren werkte de oudste werkende molen van Europa overigens niet. De molenaar die in het huis er naast schijnt te wonen, had zeker een vrije dag. Bij de deur naar de molen staat een klein bordje. Het ‘onthult’ het geheim van de twee deuren van de molen. Aan elke zijde een. Dat had ik zonder het bordje ook wel begrepen. Ik heb nooit een klap van de molen gekregen.

zondag 18 september 2011

Frans tempo

Dieppe – Bestaat er in Frankrijk iets dat belangrijker is dan eten? Iedereen is bereid met je over eten te praten en iedereen heeft een favoriet restaurant waarover men met enthousiasme wil vertellen. Vraag iemand op straat of hij een goede boekwinkel weet en je merkt dat men lang moet nadenken voor ze je kunnen helpen. Vaag iemand waar je lekker Sint-jakobsschelpen (Coquille St-Jacques zeggen ze hier) kunt eten en je krijgt zonder aarzelen meteen advies. In ons land is dat een gastronomische specialiteit, hier in Dieppe staat het op de menukaart van elk restaurant in de stad. Je kunt trouwens je hart ophalen hier als je van schelpdieren houdt. Bestel in een restaurant fruits des mer en je krijgt een groot bord met kreeft, krab, mosselen en andere schelpensoorten. Een heerlijk glas koude witte wijn erbij en je lunch kan niet meer stuk.
Vis koop je niet in de supermarkt, maar vers bij de visboer(in).
De winkels zijn hier niet voor niets tussen de middag twee uur gesloten. Van ook de lunch begint met een entree. Dan volgt de hoofdschotel en daarna het kaasplankje, dat uit tenminste vier kaassoorten bestaat. En dat is niet het dessert. Dat komt na de kaas. Dat alles natuurlijk begeleid met een heerlijk flesje wijn. Als je die lunch hebt verorberd, kun je natuurlijk niet meteen weer aan het werk. Je hebt die twee uur tussen de middag echt nodig. In tegenstelling tot mijn echtgenote, was ik al snel aan dit Franse tempo gewend.

zaterdag 17 september 2011

Omfietsen in Frankrijk

Jumiéges – Hoe koop je in het buitenland een lekkere wijn voor een redelijke prijs? In Nederland vertrouw ik vaak op het advies van wijnvriend Nicolaes Kleij, maar die kan ik hier in Frankrijk moeilijk bellen. Loop in de winkel achter een bejaarde inwoner van het dorp aan en vertrouw op zijn keus, werd mij ooit geadviseerd. Die ouwe Fransen drinken hun hele leven al wijn en weten wel wat lekker is. Het zal wel, maar het is toch een gok die ik liever niet neem, nadat ik een bejaarde Franse vrouw op sandalen een plastic fles rode wijn van 89 cent uit het schap zag halen. Anderhalve liter zit er in zo’n fles. Veel wijn voor weinig geld, dat wel. Ik laat het toch maar op de plank staan. Nee, in Frankrijk vertrouw ik op het oordeel van Francois Gilbert en Philippe Gaillard. Dat zijn twee wijnkenners die al sinds de jaren negentig jaarlijks een wijngids uitgeven. Het lijkt een beetje op de supermarktwijngids van Kleij, maar het verschil is dat de Franse wijnschrijvers een wijn die duidelijk onder de maat is niet afkraken zoals Kleij, maar domweg niet opnemen in de gids. Dat kunnen zij ook makkelijk doen want er is hier heel veel wijn. Ze hebben voor de nieuwe gids 20.000 wijnen geproefd, maar daarvan maar 6000 opgenomen in hun gids. Je treft er zo nog altijd een breed scala aan wijnen in aan tegen heel leuke prijzen. Vaak tussen de drie en de negen euro. Ze vertellen je ook waar je die kunt kopen. Daar zitten ook supermarkten bij.
Gewapend met hun basisinformatie is het een stuk makkelijker om een wijn te kopen. Ik stuitte zo in mijn dorp op wat ik thuis een omfietswijn zou noemen. Het is Chateau Lesparre 2009. De wijn krijgt in Gilbert & Gaillard’s wijngids 86 van de beschikbare 100 punten en kost slechts €4,10. Als het niet zo’n eind fietsen was, zou het dus een echte omfietswijn zijn. De omschrijving in de gids begint met: "Robe soutenue, reflets jeunes. Nez de fruit rouges mûr soulignés de tonalités boisées, légèrement grillées". Met mijn beperkte Frans maak ik er zoiets van als: "diepe kleuren met jeugdige hoogtepunten. Een neus van rijp rood fruit met vleugen houttonen, ietwat gegrild". Maar als ik het niet helemaal goed vertaal, geeft dat niets. Ik houd me gewoon vast aan die 86 punten. Voor dat we weer naar huis gaan moet ik er toch maar even voor “omfietsen”.

vrijdag 16 september 2011

Nuttig en aangenaam

Jumièges – In de tuinen van de benedictijner abdij St. Georges in Saint-Martin-de-Boscherville werken tientallen tuinmannen en een enkele –vrouw. De tuinen zijn aangelegd op de manier zoals een kloostertuin er in de zeventiende eeuw uitzag. Dat is werkelijk op een schitterende manier gedaan. Een bezoek aan de uit de twaalfde eeuw daterende abdijkerk is alleen al de moeite waard en ook de kloostergebouwen uit de dertiende en de zeventiende eeuw verdienen onze aandacht. Maar op een stralende zonnige dag is de tuin natuurlijk een hoogtepunt. De twee voornaamste eigenschappen van een kloostertuin zijn: nut en schoonheid. Dat vertelde Michelle een van de tuinvrouwen aan Corien. De moestuin was er voor het nut. Maar ook de bloemen hebben een nuttige functie. Daarmee werden door de monniken de kerk gedecoreerd. Ze verbouwden aromatische kruiden voor het eten en geneeskrachtige kruiden voor de behandeling van de zieken. We zagen ook veel fruitbomen en –struiken. Michelle was bezig om planten die buiten de perken in het gras terecht waren gekomen te snoeien. Ze vroeg Corien of zij misschien een bosje bloemen wilde hebben. Dat wilde mijn echtgenote natuurlijk wel. “Neem ook gerust wat peren of appels mee”, stelde Michelle voor.
We kozen allebei een stukje fruit uit en bedankte haar hartelijk. In de tuin zagen we ook veel zonnebloemen. Ook dat is een nuttige plant. In heel Frankrijk wordt die voor de zonnebloemolie gekweekt. Onze boer in Jumièges geeft de zaden van de zonnebloem aan zijn kippen. Hij zegt dat het de eierenproductie bevorderd en de dooier donkerder maakt. We zagen hier drie soorten. Met witte zaden, met witzwarte zaden en met zwarte zaden. Van de witte zaden komen de gele zonnebloemen, de witzwarte zaden leveren de bruine zonnebloem met de gele rand en de zwarte zaden zorgen voor de diepbruine zonnebloemen met donkere bloemenbladen aan de rand. We hebben van elke soort natuurlijk wat zaden gescoord. Daar is het nu de goede tijd van het jaar voor. Net als de monniken in de zeventiende eeuw hebben ook wij dus het nuttige met het aangename gecombineerd.

donderdag 15 september 2011

Wel wat koel

Le Havre – Wie de havenstad Le Havre bezoekt, moet over de Pont de Normandie. Deze hoge tuibrug over de Seine zie je al van verre liggen. [klik hier voor een plaatje]. Het is vanuit architectonisch standpunt dus een goed begin van een bezoek aan de stad. Het zet ook de toon. Want van de oude pracht en praal van de stad is niets meer over. De stad is tijdens de Slag om Normandië voor een groot deel vernield. Oude middeleeuwse huizen of kerken vind je hier dus niet. Toch is een groot deel van de stad door UNESCO tot Werelderfgoed verklaard. Le Havre werd na de Tweede Wereldoorlog onder leiding van de architect Auguste Perret weer opgebouwd. Die wederopbouw duurde tot 1964 en ondanks dat Perret toen al tien jaar dood was, gebeurde het wel op basis van een stedenbouwkundig plan van zijn hand. Hij gebruikte bij zijn plannen veel ideeën van zijn leerlingen. Hij was gespecialiseerd in gewapend beton en bij die wederopbouw zijn dan ook veel geprefabriceerde elementen en gewapend beton gebruikt. Al dat geprefabriceerde beton maakt het in mijn optiek wel wat saai. Het is allemaal ruim en heel evenwichtig, maar ook wel koel.

Maar ach, wie ben ik vergeleken bij de kenners van de UNESCO. We bezochten de Rooms Katholieke St. Jozephkerk. De 107 meter hoge toren van de kerk staat midden op het gebouw. Hij moet op zee al van verre te zien zijn. Dat is ook de bedoeling want de kerk is tevens een monument ter nagedachtenis aan de 5000 inwoners van de stad die omkwamen in WWII. De kerk heeft een fascinerend interieur. Dat komt voor een groot deel door de grote hoogte en de veelkleurige ramen die voor een diffuse lichtval zorgen.

woensdag 14 september 2011

Onderwijs genoten

Rouen – Opvoeden kan iedereen, maar van onderwijs en onderwijzen moet je verstand hebben. Tenminste dat denken we, maar het zou wel eens een groot misverstand kunnen zijn. Misschien heeft het wel niets met elkaar te maken. Anders zouden leraren en leraressen immers altijd de beste opvoeders zijn. We kunnen over beide meepraten. We zijn opgevoed en hebben onderwijs genoten. Hoewel waarschijnlijk niet iedereen evenveel heeft genoten. Maar dat terzijde. We hebben allemaal een aantal jaren in de schoolbankjes doorgebracht. Dat er veel is veranderd in het onderwijs hoe ik je niet te vertellen. De huidige generatie leerlingen maakt gebruik van leermiddelen waar ik nog niet van droomde. Simpelweg omdat ze niet bestonden.
Ik kom nog uit de tijd van de kroontjespen en de inktlap. Die inktlap maakte mijn moeder zelf uit ronde stukjes stof. Met behulp van een knoop die er bovenop zat genaaid bleef alles bij elkaar. We kregen elk jaar een nieuwe inktlap. Die lap om je pen aan af te vegen is nu vervangen door de laptop. In Rouen bevindt zich in een historisch pand in de rue Eau-de-Robec het Institut National de Recherche Pédagogique. Het zit in hetzelfde gebouw als het Musée National de L’Éducation. Corien had een bezoek hieraan hoog op haar lijstje staan. We togen er dus heen. De tentoonstelling in het museum heeft natuurlijk van alles en nog wat op het gebied van school en lesgeven. Van schriftjes en boeken tot allerlei schoolmeubilair. Het interessantste vond ik de tentoonstelling over lesgeven met behulp van plaatjes. Vanaf het moment dat er drukwerk bestond, waren er ook al plaatjes. De eerste plaatjes zag ik al in drukwerk uit de zestiende eeuw.
Aanvankelijk was men niet zo enthousiast over de illustraties. Ze waren van de bron van fouten en misverstanden en leidden de leerlingen maar af van de lesstof. Nu worden plaatjes in welke vorm dan ook juist steeds meer gebruikt om kennis over te dragen. Het leuke was dat dit alles niet alleen werd geïllustreerd met materiaal uit Frankrijk, maar ook uit andere landen waaronder Nederland. Overigens, als ik de foto’s van de keurig in het gelid zittende kinderen kijk in schoolklassen uit de vorige eeuw, bedenk ik me dat er in de manier van opvoeden ook wel het een en ander is veranderd.

dinsdag 13 september 2011

Tiener hoort stemmen

Jumièges – Als je dertienjarige dochter thuis komt met het verhaal dat ze stemmen hoort, is het tijd om hulp te zoeken. Misschien moet ze afkicken van een of ander drug. Misschien heeft ze om andere redenen serieus medische hulp nodig. Ik zou het in ieder geval niet ignoreren, maar direct stappen nemen om het wicht te helpen. Zo gaat dat nu, maar in de veertiende eeuw nam men het wel serieus. De dertienjarige Jeanne d’Arc kwam met het verhaal dat ze de stemmen had gehoord van de engelen Michaël, Catherine en Margriet. En wat zeiden deze hemelse stemmen? Haar werd verteld dat ze Frankrijk moest bevrijden van de Engelsen. Het klonk de Fransen die midden in de Honderdjarige oorlog met de Engelsen zaten heel logisch in de oren. Er werd meteen een leger op de been gebracht. En onder leiding van Jeanne slaagden het leger er in 1429 in om het Beleg van Orléans te breken. Het leverde het meisje de eretitel La Pucelle d’Orlans (de maagd van Orleans) op. Hier in Rouen heeft de in 1920 (ja ze hebben er lang over gedaan) door de katholieke kerk heilig verklaarde maagd een fraaie kerk ter nagedachtenis. De maagd is hier namelijk gruwelijk aan haar eindje gekomen.
Japanse toeristen maken bij de aan haar gewijde kerk een foto van het standbeeld van Jeanne d’Arc op de brandstapel.
De Fransen hebben de vrome jonge vrouw namelijk doodgewoon verkocht aan de Engelse bezetter van Rouen. Ze kregen het mooie ronde bedrag van 10.000 pond voor het meisje. Er volgde een proces waarin zij natuurlijk schuldig werd bevonden aan ketterij. Dat met die stemmen ging er bij de Engelsen namelijk helemaal niet in. Ze werd hier in Rouen op een hoge brandstapel verbrand. Later als de Engelsen zijn verdreven, krijgen de Fransen spijt en wordt Jeanne en haar familie in ere hersteld. Nu is ze erg populair. Er zijn overal beeldjes, koelkastmagneetjes en andere prullaria met haar beeltenis te kopen. De extreemrechtse partij Front National heeft La Pucelle d’Orlans als symbool gekozen en viert op 1 mei jaarlijks haar feest. Het kan raar lopen als je tienerdochter stemmen hoort.

maandag 12 september 2011

Alles komt samen

Mijn foto van hetzelfde plekje
Een schilderij van Monet
Giverny – Het huis en de schitterende tuinen van de schilder Claude Monet zijn een flinke toeristenmagneet voor het dorpje Giverny. Ook Corien & ik werden er door aangetrokken. We bezochten gisteren de gerestaureerde villa van de kunstenaar met de knalgele eetkamer, blauw betegelde keuken, met Japanse prentkunst versierde winteratelier en vooral de volledig in oude glorie herstelde tuinen. En ondanks dat het gisteren een regenachtige dag was, zag ik in mijn verbeelding de peinzende bebaarde Claude Monet in zijn rieten stoel zitten naast zijn vijver vol waterlelies. Hij zei ooit tegen een van zijn vrienden die met hem door de tuinen van zijn huis wandelde: “Ik ben nergens goed voor, behalve voor tuinieren en de schilderkunst.” Nu zijn acht tuinmannen permanent bezig om de tuin te onderhouden. Monet deed dat alleen. De tuin was zijn atelier en de zelf gekweekte irissen, dahlia’s, begonia's en rozen zijn modellen. De kunstliefhebbers onder jullie weten natuurlijk dat de term “impressionisten” eigenlijk sarcastisch bedoeld was door een kunstcriticus naar aanleiding van het schilderij ‘Impression, soleil levant’ van Monet. Hij en zijn kunstbroeders vatten het op als een geuzennaam en hielden onder die naam in Parijs hun eerste tentoonstelling. Toen de schilder op 43-jarige leeftijd hier kwam wonen, begonnen zijn werken eindelijk geld op te leveren. Anders had hij huis en tuin nooit kunnen kopen. Aan dezelfde straat als het huis van Monet staat het Musée des impressionnismes waar nu een tentoonstelling is te zien met werk uit de collectie van de Amerikaanse kunstverzamelaars Sterling & Francine Clark. Het zijn ruim zeventig schilderijen. Niet alleen van Claude Monet, maar ook van Édouard Manet, Edgar Degas, Camille Pissarro, Paul Gaugin en Auguste Renoir. Vooral van de laatste zag ik veel werk. Het is een unieke kans om deze schilderijen die anders alleen in Amerika te zien zijn, nu hier te bewonderen. Soms komt op één dag alles mooi samen.

zondag 11 september 2011

Licht verandert alles

Jumièges – We komen nogal eens in Rouen. Dat komt omdat ons huisje ongeveer een halfuurtje rijden van deze stad is verwijderd. De meeste mensen kiezen een huisje ver op het Franse platteland. Wij moeten, om het leuk te houden, als echte stadsmensen in de buurt van een stad zitten. Voor mij is Rouen ook de stad van Claude Monet. Dat komt natuurlijk door de majestueuze kathedraal. Precies tegenover de kathedraal van Rouen – die nu helaas voor een groot deel in de steigers staat – schilderde de Franse impressionist zijn dertig versies van het kerkgebouw. We spraken er over met Gael van het fraaie toeristeninformatiebureau tegenover de kerk. Hij vertelt dat Monet gezeten achter het open raam op de eerste verdieping van het gebouw van 's morgens 7 tot 's avonds 7 uur schilderde wat hij zag.
Het fraaie toeristeninformatiebureau tegenover de kathedraal van Rouen.
Ik ga met mijn rug tegen het gebouw staan en probeer te achterhalen wat de schilder zo fascineerde in het gebouw. De gotische kathedraal vertegenwoordigt ongetwijfeld het beste in de Franse geschiedenis en cultuur. Maar toch denk ik dat Monet niet bijzonder geïnteresseerd was in de kerk.

Hij schildert niet de kerk, maar het licht dat op verschillende tijden van de dag en het jaar het onderwerp karakter geeft. Het effect dat licht heeft op een onderwerp is mogelijk nog belangrijker dan het onderwerp zelf. Door zich te concentreren op de visuele sensatie als gevolg van het veranderende licht verandert Monet het onderwerp, ook als dat steeds hetzelfde is. In het museum van Rouen hangt nog één schilderij uit deze serie. De rest is verspreid over musea in de hele wereld. Er waren ook toen al mensen die vonden dat de Franse staat de hele serie moest kopen om die in zijn geheel tentoon te kunnen stellen. Men deed dat echter niet. Corien legt Gael uit dat Rouen nog blij mag zijn met dat ene schilderij uit de serie. Delft heeft van zijn beroemdste inwoner Johannes Vermeer zelfs dat niet.

zaterdag 10 september 2011

Franse snack

Jumièges - De Franse keuken is haute cuisine. Het zijn gastronomisch zeer verfijnde recepten. Dit in tegenstelling met de Italiaanse en Spaanse keuken. Die zijn wel heel gevarieerd en kennen ook heel wat specialiteiten, maar zijn toch ook een stuk eenvoudiger. Pasta’s, pizza’s, tapas en paella behoren niettemin wel tot mijn favorieten. Toch leerde ik hier in Frankrijk van de boerin een heel eenvoudig, maar wel heel lekker kaasrecept. Wellicht geen haute cuisine, maar perfect geschikt om met wat geroosterd brood, walnoten en wijn van te snoepen als je ’s avonds gasten hebt.
Natuurlijk gaat het om camembert. Daar weten ze er hier in Normandië alles van. Koop een heerlijke camembert in zo’n houten doosje. Haal de kaas eruit en verwijder eventuele stickers en folie. Leg het kaasje terug in het onderste gedeelte van het doosje en zet het op een stukje aluminium folie. Wikkel de folie als een soort schaaltje eromheen. Nu maak je met een vork gaatjes in de kaas. Druppel er nu calvados in. Hoeft niet zo veel te zijn, een eetlepel calvados is genoeg. Nu doe je – niet te strak - het dekseltje op het doosje. Om de drank er goed in te laten trekken, zet je het doosje twee of drie uur in de koelkast. Daarna verwarm je het op de barbecue of als je thuis bent gewoon op 180 graden in de oven. Het is na 25 minuten klaar. Ik doe er voordat ik het warm maak eerst nog een eetlepeltje calvados extra op. Maar dat is optioneel. Het is misschien niet zo snelle snack, maar wel erg lekker.

vrijdag 9 september 2011

Alleen op de wereld

Jumièges – Tegenwoordig weten we dat voorlezen belangrijk is voor de ontwikkeling van een kind. In mijn jeugd was het alleen plezierig voor ouder en kind. Over stimulering van taal- en spraakontwikkeling en allerlei andere vaardigheden maakte men zich nog niet zo druk. Een van de belangrijke aspecten is natuurlijk ook dat je als kind wanneer je wordt voorgelezen op een leuke manier kennis maakt met de wereld van het boek. Mijn kennismaking met die wereld gebeurde via het negentiende-eeuwse Franse jeugdboek van de schrijver Hector Malot “Alleen op de wereld”. Mijn vader las het verhaal van het vondelingetje Remi die opgroeit bij moeder Barbarin met gedragen stem voor. Ik weet nog dat ik genoot van het verhaal, maar ook huiverde bij de bizarre lotgevallen die hem later met de oude man Vitalis en diens dieren overkwam. Pa vertelde niet alleen over Remi, Vitalis, het aapje Joli Coeur en de andere dieren, maar ook iets over de schrijver. Zo wist ik als kind al dat het boek eigenlijk “Sans famille” heet.
Het verhaal van Remi schoot me weer in gedachten toen ik gistermorgen in La Bouille met Corien langs de Seine liep. Hier ergens moet zijn geboortehuis staan, wist ik. We konden het niet vinden. Corien sprak een jonge vrouw aan. Zij wist het niet, maar stapte kordaat een kapsalon binnen en vroeg het aan de kapster. Die wist het en stapte – haar klant in de stoel achterlatend – naar buiten en liep met ons een eindje de kade op. Daar wees zij op nummer 25 het huis aan. Nu zagen we ook de plaquette boven de voordeur van het bijna helemaal met klimop begroeide huis. Later vonden we even verder wat verscholen achter struiken ook een borstbeeld van Malot. Mijn eerste – door mijn vader voorgelezen boek – kwam gisteren in La Bouille weer een beetje tot leven. Als je leest ben je niet ‘Alleen op de wereld’ .


donderdag 8 september 2011

Thuis eten

Jumièges – Op woensdagmorgen meandert de weekmarkt van Yvetot via straten en pleinen door het centrum van het rustieke dorpje om uiteindelijk uit te monden in de Rue Guy de Maupassant. Dat is een winkelstraat met hier en daar ook een café of brasserie. De mensen van de markt maken hier rechtsomkeert en gaan weer terug naar de kramen. Corien & ik gaan wel de Guy de Maupassant in op zoek naar een kopje koffie. Aan het eind van de levendige straat is een horecazaak waar in rode letters boven het raam staat: ‘BAR Le Maupassant BRASSSERIE’. We gaan naar binnen en zien dat de zaak nagenoeg helemaal vol zit. Het zijn oude mannen met en zonder pet. Ze spelen kaart of domino. Pas als we aan het enige lege tafeltje achter in de zaak gaan zitten, krijgen we wat knikjes. We drinken er onze zwarte koffie. Heerlijk vers gezet en voorzien van een heel verhaal van le patron, dat aan mij wel zo’n beetje voorbij gaat. De spelers gaan helemaal op in hun spel.
Op het filmpje hoor je het geluid dat de mannen maken als ze de dominostenen door elkaar hutselen voor een nieuw spel. Er ontstaat wat rumoer als een van de mannen een dominosteen op de grond laat vallen en niet terug kan vinden. Le patron moet er aan te pas komen. Hij vindt de steen terug en het spel kan worden hervat. Om twaalf uur juist als ik een voorzichtig slokje neem een glaasje wijn stapt iedereen plotseling op. Het is alsof iemand een geheim teken gaf, waarop iedereen reageert. Maar het antwoord is simpel. De kastelein verraadt het. De mannen gaan allemaal naar huis om bij de echtgenote uitgebreid te eten. Zo hoort dat in Frankrijk.


woensdag 7 september 2011

Appeltje voor de dorst

Jumièges - Sinds 1944 is Normandië het land van de landingen. Daar voor was deze streek van Frankrijk alleen het gebied van kastelen, kaas en cider en nadat Claude Monet in 1883 zijn beroemde waterlelietuin liet aanleggen en veelvuldig schilderde ook het land van de impressionisten. Met andere woorden er is veel te zien, beleven en proeven hier. Het bewijs daarvan zien Corien & ik elke avond als we na de avondmaaltijd door het gebied rond ons huis hier in Jumièges wandelen. Hier geen wijngaarden zoals elders in Frankrijk, maar boomgaarden vol met de heerlijke appels waar ze hier volop cider en Calvados van maken.

In het dorp kocht ik gisteren een fles Calvados in het café waar je niet alleen wat kun drinken en eten, maar ook allerlei streekproducten kan kopen. In de middeleeuwen dronken de Delftenaren bier omdat het water niet erg betrouwbaar was. De vrolijke Franse juffrouw met appelblosjes op de wangen in het café vertelde me terwijl ze de fles calvados in een bruine papieren zak deed dat men dat hier deed met cider. Ook hier was het water in de middeleeuwen kennelijk niet erg betrouwbaar. Het geeft voor mij een nieuwe betekenis aan het de term ‘appeltje voor de dorst’.


dinsdag 6 september 2011

Met ups en downs

Jumièges – Ons dorp in Normandië is maar klein. Jumièges telt nog geen 2000 inwoners. Toch stond hier ooit een van de grootste abdijen van Frankrijk. Hoewel de in 654 door Philibert gestichte abdij nu nog slechts een ruïne is, wordt de Abbaye de Jumièges dankzij haar prachtige Twin Towers nog steeds de kleine Notre Dame à la campagne genoemd. In de elfde eeuw was deze abdij de hoogste kerk van zijn tijd. De twee 46 meter hoge torens staan er nog steeds en domineren ook nu nog het landschap. Momenteel wordt een gigantisch restauratie uitgevoerd die de abdij weer in de staat zoals die in 1040 was, moet terugbrengen. In een heerlijk zonnetje liepen Corien & ik gistermorgen door de ruïne en de gebouwen die er nog wel staan en leerde veel over de geschiedenis van dit oude complex. Ondanks de schade die tijdens de Franse Revolutie ontstond, heeft de abdij nog niets verloren van haar majestueuze uitstraling.

Onder de tweede abt, groeide de betekenis van deze benedictijnenabdij. Er woonde toen bijna 1000 monniken. Daarna gaat het slechter. In de negende eeuw werd het door de Vikingen zelfs geplunderd en platgebrand. Daar lieten de toenmalige katholieken zich echter niet door uit het veld slaan en in 1067 werd in het bijzijn van Willem de Veroveraar al weer een nieuwe kerk ingewijd. Ons bezoek aan de Abbaye de Jumièges leerde ons veel over 1000 jaar geschiedenis en architectuur in Normandisch Romaanse stijl van de 9e tot en met de 19e eeuw. Het is een fascinerend verhaal met ups en downs

maandag 5 september 2011

Honden in Jumièges

Jumièges – Er was gisteren in ons dorp in Normandië een kleine markt waar streekproducten werden verkocht. Corien ging voor de heerlijke Reine Claude die ze hier verbouwen. Ik beperkte me tot een heerlijk rijpe camembert. Het is voor zover ik op mijn Frans kan vertrouwen allemaal biologisch verbouwd, gekweekt of gemaakt. Helemaal zeker weet ik het niet, want nadat ik al een tijdje stond te praten met de boer, vroeg hij me tenslotte uit welk gedeelte van Spanje ik kwam. Ergens moet in de communicatie tussen ons iets niet goed zijn gegaan. Op het middenterrein van het grasveld waarop de markt werd gehouden, was een hondenshow aan de gang. De link met de streekproducten ontging me, maar het was wel leuk om even naar te kijken. Inwoners van ons dorp paradeerden achter elkaar met hun hond langs het publiek. Ze deden dat in grote cirkels. Soms moesten de honden na een commando ergens blijven liggen, zonder hun baasje te volgen. Dat ging echt heel goed. Tot dat een van de toeschouwers zijn hond losliet. Die rende al blaffende het grasveld op. Dat was enkele van de honden in de show te veel. Ze renden met zijn allen achter de hond aan en moesten door hun baasjes weer worden teruggehaald. Misschien is het een slecht trekje van me, maar ik vond dat het leukste van de show.

zondag 4 september 2011

Een gezellig zaterdag

Delft – Gisteren was er veel te kiezen in Delft. Gewoonlijk hebben we in het hoogseizoen (van april tot eind september) op zaterdag altijd al de groenten- en bloemenmarkt en de Kunst & Curiosamarkt, maar daar komen elke zaterdag nog andere evenementen of activiteiten bij. Gisteren waren dat de Streekmarkt, het Petanque-toernooi en het Car Art Festival. Het werd lastig kiezen want wij moesten ’s middags naar een bruiloftsfeest en hadden dus slechts de ochtend voor extra activiteiten. De zevende editie van de Delftse Streekmarkt had dit jaar als thema "De Tuinen Van Delft". We kwamen daar van alles te weten over al het leuks en lekkers dat de diverse tuinen van Delft de stadse mens te bieden hebben. We proefden er van de streekproducten en gingen met tassen vol groenten en fruit en vers boerenbrood naar huis. Na de markt hadden we nog wel wat tijd over voor het jaarlijkse Boule d’Orange Markttoernooi. Ongeveer 150 doubletten, die bestaan uit teams van twee spelers, deden in de heerlijke zomerzon mee aan de verschillende toernooien. Er was een recreatietoernooi, maar ook een ranglijsttoernooi met topteams uit Nederland, België, Duitsland en Tsjechië. ’s Middags konden ook spelers uit Delft en omstreken zonder licentie mee doen met een toernooi. Maar toen waren wij al aan het feestvieren op de bruiloft. Het was dus een gezellig zaterdag gisteren.

zaterdag 3 september 2011

Tijd voor coke

Stiphout – Op deze site heb je al vaak iets kunnen lezen over wijn. Een enkele keer ook iets over whisky en heel soms iets over bier. Dan wordt het na 125 jaar tijd om ook eens iets over Coca-Cola te publiceren, moet Saskia gedacht hebben. Ze zag in de supermarkt in haar dorp deze drie originele flesjes staan en nam ze voor me mee. Ooit was het een vernieuwend drankje. Nu is Coca-Cola niet meer weg te denken uit de wereld. Het wereldmerk heeft een boeiende geschiedenis waarin niet alleen de geheimzinnigheid rond het recept een opvallende rol speelt, ook de ijzersterke reclames en innovatieve merchandise spelen een belangrijke rol bij de verovering van de wereld door het frisdrankje. [filmpje] Het werd 125 jaar geleden gemaakt door apotheker dr. John
Pemberton die de frisdrank als medicijn op de markt bracht. Het geheime recept wordt tot op de dag van vandaag bewaard in een bankkluis in Atlanta Er zijn in de loop der jaren niet alleen colaflesjes in alle soorten en maten op de markt gekomen. Er zijn bijvoorbeeld ook aanstekers, knuffels, koelkasten en spiegels.Er is van alles met het colamerk erop beschikbaar. Barbies voor de meisjes, modelautootjes voor de jongens en voor de ouders sporttassen, schoenen of zelfs een Coca-Cola-telefoon. Over de hele wereld zijn er verzamelaars. Niet alleen van de verschillende soorten flesjes en blikjes, maar ook van alle andere spullen met de naam van het bruine drankje erop. Ook mensen die geïnteresseerd zijn in marketing kunnen hun hart ophalen aan de geschiedenis van het frisdrankje. Er zijn waarschijnlijk boeken, nee bibliotheken, vol met teksten, foto’s, advertenties en commercials over het merk. Het eerste flesje met Coca-Cola verscheen pas in 1899. Tot die tijd werd het uit z.g. sodafountains gedronken. In 1928 kwam het voor het eerst naar Nederland. Het eerste verkooppunt was een kraampje op het terrein van het Olympisch Stadion in Amsterdam


vrijdag 2 september 2011

Nieuwe generatie voetballers

Stiphout - De transferperiode in het betaalde voetbal is voorbij. Tot op de laatste dag bleef het rumoerig. Vooral PSV heeft na deze periode een ingrijpende metamorfose ondergaan. Met Tyton, Derijck, Wijnaldum, Strootman, Matavz en Mertens doet de club uit Eindhoven weer een serieuze gooi naar het landskampioenschap. De fans willen dat Eindhoven weer voetbalhoofdstad van ons land wordt. Ze zijn er wel weer aan toe.
Niet ver van de trainingsvelden van PSV zag ik afgelopen zaterdag een nieuwe lichting voetballertjes aan het spelletje ruiken. Door een jeugdtrainer werden de aankomende voetballertjes de eerste beginselen van het spel bijgebracht. Ik stond met Corien, Bob en Sietske langs de lijn. Een van deze jeugdige sporters is namelijk kleinzoon Karsten. Het was de tweede keer dat hij op het mooie kunstgras van Stiphout Vooruit rondrende. Bij de in 1935 opgerichte voetbalclub speelden eerder zijn vader en zijn opa. Deze nieuwe generatie draagt nog niet het trotse rood-wit-blauwe shirt en witte broek. Karsten droeg zoals je op het filmpje kunt zien, tijdens deze introductietraining nog zijn eigen sportkleding. Maar dat hij plezier heeft in het spelletje was wel duidelijk.

donderdag 1 september 2011

Niet aan te ontkomen

Delft – Het was in mijn jeugd een hele prestatie als jouw naam in de krant stond. Dat was je beroemd of je had iets uitzonderlijks gepresenteerd. Dat kon zowel positief als negatief zijn. Boeven halen nu eenmaal ook de pagina’s van de kranten. Het is – en ook vroeger was dat zo – makkelijker om de krant te halen na een misdaad dan na een goede daad. Toch is er wel iets van die glans verdwenen. Tegenwoordig kun je zelf de publicatie van jouw activiteiten ter hand nemen. Je schrijft een blog en laat familie en vrienden meegenieten van jouw avonturen. En als je niet zo veel tijd hebt om kleine verhaaltjes te schrijven, is er altijd nog Hyves, Facebook, LinkedIn, YouTube, Twitter, SMS en WhatsApp. En als je ook dat niet doet, bestaat de kans dat een ander wel iets over je mededeelt op de sociale media. Maar toch gaat er niets boven de echte krant. Op zondagmorgen in bed samen de kranten en bladen van het weekend doornemen en dan plotseling het gezicht van een bekende tegenkomen. Dat blijft leuk.
Natuurlijk is het internet vele malen sneller. Dat zien we ook op de tv-journaals waar men graag gebruik maakt van de filmpjes van YouTube. Wat er ook gebeurt er is altijd wel iemand met een camera in de buurt. Er hangen op veel plaatsen camera’s in straten en winkels, maar als dat niet het geval is, loop je de kans te worden gefilmd met een mobiele telefoon. Toen deze week een geldtransportauto bankbiljetten verloor, werd het graaien van de andere weggebruikers meteen door een cameraman vastgelegd. We hebben geleerd dat we ons altijd moeten gedragen, want er is altijd wel iemand die ons gadeslaat. En als je zeker weet dat je niet door een camera bent betrapt, is er altijd wel een lolbroek die je er even in photoshopt. Er is niet aan publiciteit te ontkomen.