zondag 31 juli 2011

Kunst & commercie

Bath – Het Holburne Museum in Bath is een klein museum, maar met een heel fraaie collectie. We konden het vorig jaar niet bezoeken omdat het gesloten was voor renovatie. Maar in mei dit jaar is het na drie jaar weer heropend. Dus gingen Corien & ik er op een zondag naar toe om een schilderij te zien. Inderdaad één. Er hangen werken van o.a. Gainsborough, Stubbs en Zoffany en we hebben ze gezien, maar we kwamen in het bijzonder voor een schilderij van de laatste. De Duitse schilder Johann Zoffany is een neoclassicist. Hij werkte voornamelijk in Engeland en er hangt daarom werk van hem in veel Britse musea. Hij hangt o.a. in Londen in de National Gallery en de Tate Gallery. Allemaal mooi werk met een verhaal, maar hier in Bath hangt het werk waar voor ik kwam. Het schilderij heeft de lange titel: “David Garrick as Jaffier and Susannah Maria Cibber as Belvidera in Venice Preserv’d”. Het is een schilderij waarvan in heel wat Britse huizen een poster of reproductie hangt. Het is hier erg populair. Nog steeds.
Het is een scene uit het toneelstuk Venice Preserv’d van Thomas Otway. Een tragedie uit 1680. Het stuk heeft tot 1830 gelopen in de Britse theaters. Niet gek voor een toneelstuk en omdat het zo populair was, waren afbeeldingen met in de hoofdrollen de beroemde acteurs veel gevraagd. Daarin voorzagen de schilders. We noemen het nu kunst, maar ze werden toen vooral gemaakt omdat ze commercieel een succes waren. Susannah Maria Cibber was een gevierde Engelse zangeres en actrice en David Garrick werd gezien als een geniaal acteur. Maar de huidige populariteit van het schilderij als poster heeft volgens mij niets te maken met het stuk of de spelers. Het komt vooral door de dramatische voorstelling. Een man die op het punt staat zijn vrouw met messteken om het leven te brengen. Dat is heftig. Het stuk gaat dan ook over liefde en bedrog. Maar ach, daar gaan veel stukken over. Zoffany heeft het drama heel goed weer gegeven. Wie zegt dat commercie en kunst niet samen kunnen gaan? In de negentiende eeuw hadden ze daar geen moeite mee.

zaterdag 30 juli 2011

As good as cold

Delft – Mijn scheurkalender meldt dat Roderick Kemp in 1892 eigenaar werd van The Macallan. De kalender die dit jaar whisky tot onderwerp heeft, hangt op het kleinste kamertje van mijn huis. Het zijn maar kleine teksten en dat is maar goed ook want veel tijd om te lezen heb je daar niet. Meestal is het ook niet zo boeiend, maar soms vind ik het wel interessant. Terug naar Kemp. Hij besloot om zijn whisky uitsluitend in ongebroken ex-sherryvaten van de Spaanse eik te laten rijpen. Bij zo’n stokerij hebben ze een meneer in dienst die uitsluitend over de vaten gaat. Die zijn namelijk nogal bepalend voor de smaak. De huidige Master of Wood beweert volgens de kalender dat de hoge kwaliteit van de ‘Exceptional Oak Casks’ een van de zes pijlers van The Macallan is. Tegenwoordig worden ze zowel van Amerikaanse als Spaanse eik vervaardigd. De vaten worden nieuw gemaakt in Spanje en geprepareerd met sherry. Daarna worden ze naar Schotland verscheept. Wat ze met de sherry doen, vermeldt mijn kalender niet. Ik weet niet of je wel eens Macallan Single Malt Scotch Whisky hebt gedronken, maar de kans dat dat zo is, is vrij groot. Het is namelijk na Glenfiddich en Glenlivet de meest verkochte ter wereld. Dat staat overigens niet op de kalender, maar neem het maar van mij (en Google) aan. Die kleine feitjes over dit drankje zijn leuk om te onthouden. Ik ontdekte er nog een in het boekje ‘As good as gold’ van Colin Dexter, dat ik momenteel lees. Het is een boekje met korte verhalen over Morse, de hoofdinspecteur uit Oxford die ook graag een single malt inschenkt. In een van de verhalen doet hij dat samen met zijn baas, chief superintendent Strange. Daar staat het onopvallende zinnetje: He poured a little more of the Macallan into each of the glasses. En wat doet Morse? He nodded his head encouragingly as the bottle, now at a virtually horizontal level, hovered over his empty glass. Ik zie dat voor me. De corpulente Strange met de fles in zijn hand aarzelt.
“You’re not driving yourself home, Morse, I hope?”
“Certainly not, sir.”


vrijdag 29 juli 2011

Vaste klanten

Delft – Nijlganzen vindt je in de Nijlvallei. Mis! Nijlgansen vind ik op mijn fietspad in Delft. In mijn jeugd zag je de nijlgans nog nergens in ons land. Je moest er voor naar Avifauna om ze te zien. Pas in 1967 broedde er voor het eerst een paartje nijlganzen in Nederland. De Afrikaanse vogel begon aan zijn opmars nadat hij in Nederland en Duitsland uit particuliere dierenparkjes ontsnapte en verwilderde. Nu zie je dit buitenbeentje in de eendenwereld overal in ons land. De oude Egyptenaren beschouwden de nijlgans als een heilig dier en beeldden haar regelmatig af op hun kunstwerken. Daar krijgt zo’n dier het natuurlijk hoog van in de bol. Gisteren liet ik al doorschemeren dat ik ganzen nogal arrogante dieren vind, maar dat kun je van de nijlgans niet zeggen. Dat stadium zijn ze al voorbij. Als je opgroeit langs en op de Nijl tussen de nijlpaarden, dan leer je wel van je af bijten. En dat doen de hoog op de poten staande ganzen met de opvallende witte voorvleugels dan ook royaal. Het zijn ronduit agressieve dieren die brute kracht gebruiken. Ze pikken met geweld het nest van een andere vogel in. Daarvan zijn niet alleen onze lokale grauwe ganzen de dupe, maar ook kraaien en eenden moeten het ontgelden. Nijlganzen deinzen er niet voor terug om de kleintjes van andere eendachtigen te verdrinken. Deze mevrouw rust op dit bankje even uit op weg van de winkel naar huis. Net als de ganzen zit ze hier vaak. Ze hebben geen belangstelling voor elkaar. Dat gaat zo onder de vaste klanten van het bankje.

donderdag 28 juli 2011

Niet dom

Delft – Ganzen hebben geen idee van de verkeersregels. Ze doen maar. Ze lopen op het fietspad alsof het van hun is. Ik heb niets tegen voetgangers op een fietspad, maar ze moeten op zijn minst de fietser ruim baan laten. Ganzen hebben daar schijt aan. En niet alleen daaraan. Het pad ligt ook vol met hun schijt. De dieren lopen rond met een air alsof wij op hun terrein zijn in plaats van andersom.
Mijn echtgenote vindt dat de zwaargebouwde watervogels er uitzien als een freule. Dat zal wel komen door die dikke kont met veren. Ik zie dat vertederende niet zo. Ik begrijp ook niet waarom ze net als zwanen tot de watervogels worden gerekend. Ganzen grazen en leven meer op mijn fietspad dan in het water. Wat dat betreft kunnen ze een voorbeeld nemen aan de zwanen. Die weten hun plaats en blijven in het water. Ganzen zijn niet alleen onwetend waar het de verkeerswetgeving betreft. Ze weten ook niet dat het politieke klimaat hun niet gunstig is gestemd. In de Tweede kamer is een motie aangenomen die de jacht op de dieren weer mogelijk maakt. Men heeft een foerageergebied aangewezen waarop de dikke watervogels ongestoord mogen grazen zonder te worden verjaagd. Het gebied is maar liefst 80.000 hectare groot. Maar wat doen de stomme dieren. Ze kiezen een fietspad in Delft om te verblijven.
Als de vogels de politiek beter zouden volgen, zouden ze weten dat als ze niet weggaan het geweer weer uit de kast mag worden gehaald van onze volksvertegenwoordiging. Hoewel, nu ik over nadenk, vermoed ik dat ze wel op de hoogte zijn, maar kan het ze domweg niets schelen. Ik sluit dat niet uit. Ze weten vermoedelijk dat er hier op het fietspad toch niet mag worden geschoten. Een dom meisje wordt wel een gansje genoemd. Een benaming die in het geheel niet klopt. Want wat de ganzen ook zijn, dom zijn ze niet.

woensdag 27 juli 2011

Profronde van Stiphout was weer gezellig

Helmond – De 32ste editie van de Bavaria Profronde in Stiphout was gisteren weer erg gezellig. Natuurlijk is het in de eerste plaats een sportgebeuren. De mensen komen naar deze wijk van Helmond om de helden uit de recente Tour de France door de straten te zien vliegen. Ze komen daarbij volledig aan hun trekken. Dit jaar verschenen de Luxemburgse broers Andy en Frank Schleck en de Nederlanders fietshelden Johnny Hoogerland en Bauke Mollema o.a. aan de start in Stiphout. Robert Geesink stelde dit jaar teleur en kwam dan ook niet naar Stiphout. Hij moet eerst zijn teleurstelling verwerken, denk ik. Groene truiwinnaar Mark Cavendish was er gelukkig wel. Maar het is niet alleen een sportgebeuren. Het is ook een jaarlijks feestje waarbij de mensen elkaar weer ontmoeten en gezellig een biertje drinken. De hoofdsponsor is niet voor niets een Brabantse bierbrouwer uit de buurt. Ook de kinderen komen op het wielerspektakel af. Voor de deur van Bob & Saskia troffen een aantal kinderen uit de familie elkaar.
Ook de andere ODD-lezers waren natuurlijk niet ver daar vandaan.
O ja, het gaat natuurlijk om het fietsen. Hier vliegt de nieuwe Nederlandse wielerheld Johnny Hoogerland voorbij. Groene truiwinnaar Mark Cavendish heeft deze editie van de Bavaria Profronde van Stiphout op zijn naam geschreven. De 26-jarige renner, die afgelopen Tour de France vijf etappes wist te winnen, won de sprint van Andy Schleck. De Luxemburger werd dus ook in Stiphout tweede. Net als in Frankrijk kwam ook nu zijn oudere broer Frank op het podium voor de derde prijs.

dinsdag 26 juli 2011

The American Cookies

Delft – Cornflakes en ander ontbijtgranen zitten altijd in een grote doos. Dat moet wel omdat er altijd een heel verhaal op moet. Al etend van je ontbijt leer je dan vaak heel interessante dingen over voedingswaarden, maar ook allerlei andere wetenswaardigheden. Amerikanen zijn dol op verhalen op de verpakking.

Afgelopen weekend maakte in samen met Sietske American Cookies. Je weet wel die koeken met stukjes chocolade er in. Ze worden ook wel chocolate chip cookies genoemd. Op de verpakking staat het verhaal over het ontstaan van deze koeken. Terwijl Sietske met de mixer voorzien van deeghaken met het deeg bezig was, las ik dat een zekere mevrouw Ruth Graves in het Amerikaanse Wakefield in 1930 het recept voor de koekjes bij toeval ontwikkelde. Zij was eigenaar van de Toll House Inn, een restaurant dat populair was vanwege de ‘home cooking’. Ze maakte voor haar gasten ook chocolade koekjes. Omdat ze op een dag door haar cacao was, brak ze wat chocoladerepen in stukken en deed die door het deeg. Ze dacht dat de chocolade zou smelten. Dat gebeurde niet en zo maakte zij als eerste de Chocolate Crunch Cookie. Het recept kwam in haar kookboek te staan. Tot zover de informatie op de verpakking. Wat er niet bij staat is dat mevrouw Graves erg rijk had kunnen worden als ze wat slimmer met haar recept was omgegaan. Het enige dat ze er aan overhield was een levenlang gratis chocolade stukjes. Ze verkocht namelijk haar recept aan Nestlé in ruil voor een levenlang gratis bevoorrading met chocolade. Een mooie deal, maar de pakken met een complete mix voor American Cookies worden nog steeds verkocht. Nu ook tot ver buiten de Verenigde Staten. Wellicht had Ruth Graves er toch nog wel wat meer uit kunnen slepen. Het is trouwens een erg makkelijk recept, dat je nu ook gewoon kunt downloaden. Sietske draaide er haar hand niet voor om en produceerde heerlijke chocolate chip cookies.

maandag 25 juli 2011

Innerlijke vrede

Delft – Op zondagmiddag leerden Sietske en ik dat een mens eerst innerlijke vrede moet vinden alvorens hij demonen kan verslaan. Nou ja, het geldt voor een Panda en dan zal het ook wel voor ons gelden. Je hebt al begrepen dat mijn kleindochter en ik naar de 3D animatiefilm Kung Fu panda 2 zijn geweest.
Wellicht niet een eerste keus, maar een bezoekje aan de bios stond op het lijstje. Bovendien regende het de hele dag. Tja en dan moet je maar zien wat er draait. De film is een vervolg op de eerste Kung Fu Panda film van een paar jaar geleden. Dat deerde ons eigenlijk niet. De hoofdpersoon heet Po en is een panda beer die de kost verdient als drakenkrijger. Daar is hier niet zo veel werk voor, maar in China zijn ze zeer in trek. Ik zal je met de avonturen van Po en zijn vrienden en mede-kungfu meesters de Furious Five hier niet opzadelen.

Ik zat met andere ouders en grootouders in een zaal vol kinderen die het zeer naar hun zin hadden. Het was spannend en ook humoristisch. De beer vindt behalve innerlijke vrede ook zijn biologische ouders terug en redt tijdens dit alles China ook nog van Lord Shen, het hoofd van de pauwclan van Gongmen City. Ik vermoed dat er ook nog wel een derde deel zal komen. Er zaten op het eind van de film genoeg hint is die richting. Sietske vond het in ieder geval erg leuk en daar gaat het toch om.

zondag 24 juli 2011

Makkelijk zo’n lijstje

Delft – Logeren bij oma & opa betekent niet alleen lekker een of meer nachtjes in Delft slapen. Het betekent ook dat je in een heel andere omgeving andere dingen gaat doen. Sietske – onze huidige logee – kwam goed voorbereid bij ons binnen stappen. Ze had thuis al een lijstje gemaakt met dingen die ze zou willen doen. Het was geen to-do-lijstje vertelde ze. Het was een wensenlijstje, zei ze bescheiden. Een dergelijk lijstje maakt het wel een stuk makkelijker voor ons. Ik houd er van als logés goed voorbereid binnenstappen. Wat dat betreft hebben wij niets te klagen. Een van de dingen die op het lijstje stond was ‘stadten’. Dat moest dan zaterdagmiddag maar meteen gebeuren. Dan konden we dat meteen afvinken. Natuurlijk gingen we op de fiets naar de stad. Op verzoek van Sietske moest daarvan ook een foto worden gemaakt. Dat deed ik en dus konden we ook dat afvinken.
Ze wilde net als Nienke eerder deze week ook graag het fototoestel van oma lenen om weer eens foto’s op haar Flickr! te kunnen zetten. Prima, weer iets afgevinkt. Dat er van alles is te fotograferen kun je op haar site zien. Sietske had er veel plezier. Soms moest ik zelf ook even het fototoestel ter hand nemen, want onze logee wilde er zelf ook wel eens op. De foto’s met de aan toeristen foldertjes uitdelende dames in Delft Blauw tenue was haar idee.
Na het avondeten belde ze meteen met het thuisfront om te melden dat men nu op Flickr! kon zien wat we hadden gedaan. Daarna namen we het lijstje nog eens door en besloten wat we op zondag zouden doen. Heerlijk makkelijk zo’n lijstje. We krijgen het overigens nog druk vandaag want we willen ons er wel aan houden.

zaterdag 23 juli 2011

Geboortehuis

Leiden - Mijn geboortehuis bevindt zich op een steenworp afstand van de Sterrenwacht in een historisch stukje van de Leidse binnenstad dat wordt begrensd door de Witte Singel en het Rapenburg. Het is een onopvallend huis in een tamelijk onopvallende straat zonder trottoirs die de Keizersstraat verbindt met de Vliet. In de straat bevindt zich wel een achttiende-eeuws monumentje. Het is de schoenmakerij van Jan Zierikzee. Hij begon hier zijn zaak in 1937. In mijn kinderjaren was het een drukke zaak met veel klanten. Na zijn dood is de winkel en werkplaats in zijn oude vorm in stand gehouden. Het is daardoor zo’n beetje het enige pand dat er nog net zo uitziet als in mijn jongensjaren. Er zijn aan het begin en het eind van de straat een paar huizen verdwenen en vervangen door nieuwe. Nieuwe huizen die overigens goed in het straatje passen.
Ook mijn geboortehuis is veranderd. Ik liet het Nienke en Dieuwertje onlangs zien. In mijn herinnering had ons huis een hele lange gang waarin met gemak een flink aantal fietsen pasten. Mijn geheugen blijkt mij op dit punt echter voor de gek te houden. Het huis is gekrompen of ik ben gegroeid, maar de gang blijkt niet zo lang te zijn als ik mij herinner. Het huisnummer is nog wel hetzelfde. De voorkamer met de schuifdeuren is verdwenen. We zagen nu een grote ruime kamer. Ook de garage is verdwenen. Er is daar nu een kamer – het raam rechts waar de damesfiets voor staat - voor in de plaats gekomen. Aanvankelijk woonden wij hier samen met mijn opa & oma en tante Jo. Onze huiskamer was boven aan de voorkant boven de voorkamer. Later nadat opa & oma met de tante waren verhuisd, werd dat mijn slaapkamer.

vrijdag 22 juli 2011

Venus vliegenvanger

Leiden – Vleesetende planten zijn er in vele soorten en maten. Dat ontdekte ik toen ik deze week met Nienke en Dieuwertje een bezoek bracht aan de Hortus Botanicus in Leiden. Samen met mijn kleindochters bezocht ik daar een tentoonstelling over bijen. Deze nijvere zoemertjes spelen zoals wij allen weten een rol in de voortplanting van de planten. We zagen op de tentoonstelling ook allerlei andere planten waarbij insecten een rol spelen. Een rol waarbij zij ook belangrijk zijn voor de overleving van de planten. Een rol die dramatischer is dan die welke de bijen en aanverwante spelen.
“Kijk een vliegenvanger”, wees ik de kinderen toen ik de planten in het vizier kreeg. Nienke keek in de aangewezen richting en zei toen: “Dat is een Venus vliegenval”. Ik keek snel even tersluiks op het bordje en zag dat ze gelijk had. Zo heet de plant. Voordat ik kans zag om het bord helemaal te lezen, legde Nienke het uit.
“Er zit spul in dat zoet ruikt en daar komen de vliegen op af”, legde ze uit.
“Nectar”, zei ik, want ik wilde niet de indruk wekken dat ik helemaal niets wist.
“Er zitten kleine haartjes tussen de opengesperde bladen. Als een haartje binnen twintig seconden een paar keer wordt aangeraakt, klapt het blad dicht en zit de vlieg gevangen”, ging mijn kleindochter verder.
Terwijl ik een paar foto’s maakte, vertelde Nienke verder aan Dieuwertje hoe het vangenvliegen in zijn werkt gaat.
“Het is heel mooi”, zei ik, “zou hij ook met mes en vork eten”.
De kleindochters begrepen dat ik een grapje moest maken en glimlachten beleefd.
“De insect wordt tussen de bladeren verteerd. Dat duurt wel een week en dan gaat het blad weer open”, lichtte Nienke nog maar eens toe. Ik las op de begeleidende tekst dat er een afscheiding vrijkomt die zorgt voor dat verteren.
“Hoe weet jij dat allemaal?” vroeg ik Nienke. Ze haalde haar schouder op. “Ik heb wel eens eerder zo’n plant gezien”.

donderdag 21 juli 2011

Nienke fotografeert

Delft – Fotograferen is iets voor alle leeftijden. Nienke doet het graag. Nu ze hier logeert, neemt ze steeds een oud toestelletje van Corien mee als we op pad gaan. Als een echte toerist legt ze de tafereeltjes vast. Ze kiest onderwerpen die elke bezoeker van Delft vast legt. Op deze foto legt ze de Nieuwe kerk vast.
De kerk staat er prachtig op zoals je ziet.
Ook het stadhuis werd door haar vastgelegd. Ze was later zeer content dat de vogels er ook op stonden. Maar Nienke kiest ook onderwerpen die andere toeristen links laten liggen. Een bootje van de havendienst trok haar oog. De huizen langs het water deden haar denken aan foto’s van Venetië. Ze heeft het toestel aan een koord om haar nek hangen en kan dus overal plaatjes schieten. Ook in de supermarkt is van alles te fotograferen, vindt ze. Fruit ziet er op een foto ook altijd mooi uit is haar mening. Dieuwertje wacht steeds geduldig tot haar zus de foto’s heeft gemaakt. Ze is ook niet te beroerd om te poseren. Ze volgt de regieaanwijzingen van haar zus netjes op. Het levert heel leuke en verrassende plaatjes op. Bekijk ze maar eens op haar Flickr!-site.

woensdag 20 juli 2011

Je pakt toch weer iets mee

Leiden – Als moeder koningin is, dan is haar dochter een prinses. Zo gaat dat. Je hoeft er niets voor te doen. Het wordt je in de schoot geworpen. Bij bijen is dat anders. Als moeder bijenkoningin is, dan is haar dochter een werkbij. En alle zusjes zijn ook werksters. Ook daar hoeven ze niets voor te doen. Het wordt ze in de schoot geworpen. Dat leerden we – Nienke, Dieuwertje en ik – gisteren tijdens ons bezoek aan de Leidse Hortus Botanicus. Nou ja, leerden. Dit wisten we eigenlijk al wel. Maar verder staken we een hoop op.
We deden aan de hand van Melli, een werkbij, een speurtocht door de Hortus. We zagen dat het een heel bijzondere tuin is, vol heel bijzondere planten. Een ideale plek om bijen te houden. Dat weten de Leidenaren al heel lang. Al vanaf het begin van de Leidse Hortus (sinds 1590) spelen bijen een belangrijke rol in de botanische tuin.
Om het 100-jarig bestaan van de Leidse bijenvereniging te vieren, organiseert de Hortus botanicus een tentoonstelling over bijen, waar ze van alles vertellen en laten zien over deze nijvere zoemers. Dieuwertje vond het allemaal zo leuk dat ze na afloop de eerste tuinbaas Cluyt een dikke zoen gaf. Hij schreef in 1597 het allereerste boek in het Nederlands over honingbijen: ‘Van de byen, hare wonderlicke oorspronc’. We werden chronologisch door het leven van de bij geleid; de verleiding, bestuiving, de levenscyclus van de bij, voortplanting, bijenhouden, bijenproducten en allerlei andere zaken die iets met het onderwerp te maken hadden.
En natuurlijk leerden we toch nog wel een aantal dingen die we nog niet wisten. Of wist jij dat bijen reeds een lange weg hebben afgelegd op de tijdslijn van onze aarde? Dat bewijst een in 2006 gevonden bij in barnsteen waarvan de ouderdom geschat wordt op ongeveer 100.000.000 jaar. Kijk, zo pak je toch weer iets mee.

dinsdag 19 juli 2011

Sprookje

Delft – Het is een misverstand om te denken dat elfjes en prinsessen altijd lief en aardig zijn en dat heksen niet deugen. Zo simpel zit de wereld niet in elkaar. Ook de sprookjeswereld niet. Gisterenmiddag leerde ik van Nienke en Dieuwertje dat de zomer- winter- en lenteheks inderdaad niet deugen. Het zijn geniepige typetjes die uitzijn op de ondergang van de enige goede, aardige en vooral lieve heks: de herfstheks. De vier heksen wonen allemaal in hun eigen land, dat heel logisch Zomerland, Winterland, Lenteland en Herfstland heet.
Boven dat laatste land schijnt de mooiste zon. Een grote gouden bal die niet alleen warmte en licht verspreidt, maar de inwoners dieper raakt. De zon boven Herfstland verspreidt goedheid en liefde. Je voelt het al aankomen. Dat leidt tot jalousie. De drie boosaardige heksen willen de zon stelen en boven hun eigen land laten schijnen. Het levert een spannend avontuur op dat zich geheel op het kleed in mijn huiskamer afspeelt. Uiteindelijk loopt het natuurlijk goed af. Na de voorstelling poseren de deelnemers aan dit sprookje samen met de bedenkers en spelers voor de fotograaf. Op het plaatje zie je links ook een fotograaf. Dat is volgens Nienke de mamarazzi. Een persotograaf die, anders dan in de film La Dolce Vita, niet opdringerig is bij het maken van foto’s, maar geduldig wacht tot iedereen de voor hem of haar voordeligste pose heeft aangenomen.

maandag 18 juli 2011

IMO vandaag van start

Amsterdam – Gistermorgen is Sander naar een ‘geheime plaats’ in ons land gereisd. Hij deed dat als jurylid van de International Mathematical Olympiad (IMO).Hij gaat op die locatie samen met andere wiskundigen de problemen kiezen voor deze prestigieuze wiskundewedstrijd voor middelbare scholieren. De IMO is de oudste en grootste van de wetenschapsolympiades die internationaal worden georganiseerd. De eerste wedstrijd vond plaats in 1959 in Roemenië. Als mijn wiskundeknobbel me niet in de steek laat, is dit dus de 52ste editie. Als middelbare schoolleerling deed Sander zelf ook mee aan dit jaarlijks terugkerend evenement waaraan tegenwoordig ongeveer 100 landen deelnemen. In die landen worden eerst voorrondes gehouden. Hier kunnen leerlingen zich kwalificeren voor de internationale wedstrijd.

Dit jaar is Nederland voor het eerst gastland van de IMO. Sander reisde voor zijn deelname indertijd naar landen als India en Zweden. De spectaculaire openingsceremonie van de IMO is vanmiddag om vier uur. Wellicht komt er iets van langs op het tv-journaal. Daarna krijgen de deelnemers tijdens twee wedstrijddagen drie wiskundige problemen voorgelegd, die ze in vierenhalf uur moeten oplossen. Het zijn pittige vraagstukken waar menig professioneel wiskundige nog een flinke kluif aan heeft. Het zijn de opgaven die gisteren op de ‘geheime locatie’ zijn geselecteerd door de jury. Na de wedstrijddagen nemen de scholieren deel aan diverse activiteiten en excursies, terwijl de juryleden het werk nakijken. Sluitstuk van de IMO is de ceremonie waar de medailles aan de winnaars worden uitgereikt.

zondag 17 juli 2011

Duidelijk antwoord

Delft – Hoe ben jij de zware storm van donderdag doorgekomen? Heb je schade geleden? Of is het allemaal weer goed afgelopen. Door de slechte weersomstandigheden zijn er vooral in Zuid-Holland nogal wat problemen ontstaan. Een 19-jarige jongeman en 51-jarige vrouw raakten in Den Haag zwaar gewond. De laatste moest zelfs in kritieke toestand worden opgenomen. Een dergelijk storm mag dat bij het weer in ons land horen, helemaal zonder risico is het toch niet.
Ik ben de woeste stormdag van afgelopen donderdag overigens goed door gekomen. Geen schade deze keer. Dat was op een stormachtige nacht in juli 2007 wel anders. Wel moest de natuur het natuurlijk weer ontgelden. Niet alle zonnebloemen en tomatenplanten in onze tuin hebben de windkracht doorstaan. Maar er zijn gelukkig ook overlevers. Veerkrachtige planten die de volgende dag, toen het weer stralend zonnig weer was, weer vief rechtop stonden. De storm gaf ook een antwoord op een vraag. “Stel dat een boom aan de overkant van de wetering achter ons huis zou omvallen. Zou die dan ons huis kunnen beschadigen als hij in onze richting omvalt?”
Het is een vraag die niet vaak door mijn hoofd speelt, maar zo nu en dan verschijnt hij toch in een gedachtewolkje boven mijn hoofd. Zeker als ik na een storm zie dat het pad langs de wetering weer bezaaid ligt met forse takken. De storm van vorige week gaf een duidelijk antwoord op mijn vraag. Het is een kort, maar krachtig: ja. Als er een boom omgaat in de richting van ons huis zal hij de achtergevel raken. Ik weet dat omdat een boom aan dit pad inderdaad om is gegaan. Niet in de buurt van ons huis, maar wel aan hetzelfde pad. Zo’n storm geeft helderheid. Ik weet nu wat er gebeurd als er eentje omgaat. Helaas is een helder antwoord niet altijd geruststellend.

zaterdag 16 juli 2011

Wie is de kroonprinses

Delft – Tijdens het laatste North Sea Jazz festival bleek opnieuw dat jazz nog steeds groeit in populariteit. Er kwamen maar liefst 80.000 muziekliefhebbers naar het festival. Hoewel je daar natuurlijk ook meteen vraagtekens bij kunt zetten als je ziet dat ook muzikanten als Paul Simon en Prince naar Rotterdam waren gekomen. De laatste trok in zijn eentje 9000 bezoekers. Maar er waren ook vele echte grote jazznamen zoals Chick Corea, Ahmad Jamal, Natalie Cole, BB King en Joe Lovano naar de Maasstad gekomen. En dan doe ik maar een willekeurige greep. Ze zijn elk op zich een legende in de jazz. Gelukkig waren er ook veel mensen uit de huidige generatie Nederlandse jazzmusici in Rotterdam. Opnieuw een willekeurige greep: Michiel Borstlap, Ruben Hein, Peter Beets en Kyteman. Er is zo’n grote verscheidenheid op het festival dat iedereen zijn eigen jazzfeestje kan samenstellen. Uit de samenstelling blijkt ook dat Nederlandse jazzartiesten niet onderdoen voor hun buitenlandse collega’s. Dat blijkt ook uit het onderzoek naar de populariteit van jazzmusici dat vorige maand werd gedaan op initiatief van Buma Cultuur. Daaruit bleek dat Rita Reys (87) met grote voorsprong de populairste Nederlandse jazzmuzikant aller tijden is. Ze eindigt in de lijst met internationale muzikanten op de derde plaats na Louis Armstrong en Miles Davis. In de lijst met alleen nationale artiesten eindigt ze als eerste. In die internationale lijst worden ook de Nederlandse artiesten Candy Dulfer, The Dutch Swing College Band, Kyteman en Wouter Hamel genoemd als favoriet.Rita Reys, weduwe van pianist en presentator Pim Jacobs, brak internationaal door toen zij in 1956 in New York voor Columbia Records de elpee “The Cool Voice Of Rita Reys” opnam, met Art Blakey's Jazz Messengers. Zij kreeg in 1960 op het jazz festival van Juan Les Pins (Frankrijk) de titel "Europe's First Lady of Jazz”. En volgens de recente peiling dus nog steeds de Nederlandse nummer één. Wie zou de kroonprinses zijn?

vrijdag 15 juli 2011

Genieten

Vught – Op recepties en feestjes ter gelegenheid van gepensioneerde collega’s of familieleden is het volgende zinnetje erg populair “Ga er maar lekker van genieten”. Terwijl men hem of haar het afscheidcadeautje in de handen drukt, is dat wat de meeste mensen zeggen. Het is natuurlijk goed bedoeld, maar het is ook onzin. Het zou wel erg dom zijn als je zou wachten met genieten tot dat je met pensioen gaat. Het leven is daar te kort voor. Beter zou het zijn om te zeggen: “Doorgaan, vooral doorgaan met genieten”.
Dat is overigens nog niet zo eenvoudig. Een van mijn ex-collega’s zei in de jaren voor zijn pensionering dat hij in zijn nieuwe vrije tijd veel zou gaan golfen. Na een jaar sprak ik hem. “Ik ging de eerste maanden vijf keer per week naar de golfbaan. Dat had ik me voorgenomen. Genieten van golf was mijn nieuwe levensdoel”. Hij zei het met een verontschuldigend lachje. Hij gaf daarna direct toe dat hij te enthousiast was begonnen met ‘genieten’. “Ik kom er nu nog één keer in de week. Net als toen ik nog werkte”, vervolgde hij. Tja, ik zei het al genieten is niet eenvoudig. Leeftijdgenoten die nog zich nog niet in het leger van de genietende pensionado’s hebben geschaard, kan ik dus alleen maar adviseren niet te wachten met genieten tot ze de magische datum hebben bereikt. Annefien is inmiddels een erg geoefende pensionado. Ze heeft een perfecte balans gevonden tussen vrijwilligerswerk, sport, familie en vrienden. Het enige wat zij nog hoeft te doen is: doorgaan met genieten.

donderdag 14 juli 2011

Fris nieuws uit Veldhoven

Veldhoven – “Kinderen en het personeel van basisschool Op Dreef hadden reden voor een feestje. De gemeenteraad heeft ‘ja’ gezegd tegen de kredietaanvraag voor de bouw van een Multifunctionele Accommodatie (MFA) in Veldhoven-zuid. Hierin zal Op Dreef een Brede School gaan vormen samen met andere partijen”, meldde de lokale krant in Veldhoven gisteren op de front van de krant. De tekst stond bij een foto die Saskia had gemaakt van het feestelijke moment. Saskia had twee van haar foto’s ter beschikking gesteld van de krant. Een van de jongste groep – waarin we ook Abel zien - met een net uitgepakt ijsje en een met het oude schoolgebouw op de achtergrond. “Grappig om te zien welke ze dan kiezen”, zegt Saskia. De krant koos voor de foto met het schoolgebouw, maar photo-shopte het gebouw er vanaf. “Leuk om mijn foto - met naamsvermelding - op de voorpagina te zien staan”, vindt Saskia heel terecht. ‘Frisse ijsjes voor zicht op een fris schoolgebouw’ schreef de kant er boven.
Ook de redactie van ODD kreeg twee foto’s van de fotograaf. En tja, ik kan niet kiezen. Ik vind ze allebei erg leuk. Daarom vandaag allebei de foto’s op ODD.

woensdag 13 juli 2011

Neuzen

Delft - De domste vraag die je als man aan een vrouw, die op het punt staat een winkel te betreden, kun stellen is: Heb je iets nodig? In het gunstigste geval is haar antwoord een achteloos ophalen van de schouders, in het slechtste geval kijkt ze je met een ironische blik aan waarmee ze aangeeft dat je niet alleen een onnozele, maar ook een volkomen overbodige vraag hebt gesteld. Natuurlijk heeft ze iets nodig. Ze weet alleen nog niet wat en daarom gaat ze de winkel binnen. Om te neuzen.

Neuzen is een kunst die bijna alle vrouwen zich tot in de perfectie hebben eigen gemaakt. Een neus mag dan soms een gok zijn, neuzen is een gokje wagen in een winkel met de zekere uitkomst dat het altijd iets oplevert. Je kunt er als man alleen maar jaloers op zijn. Een man gaat naar de winkel omdat hij een bloes of broek nodig heeft. Het uitzoeken en aankopen mag niet meer dan een kwartier in beslag nemen. Dat is ook het grote verschil tussen kopen en winkelen. Winkelen doe je met je neus. Je kunt als vrouw niet vroeg genoeg beginnen met de ontwikkeling van de ‘kunst van het neuzen’. Meisjes gaan met hun moeder naar de winkel en worden op bijna speelse wijze ingewijd in deze winkelkunst. Vaders en zonen gaan alleen mee naar de winkel als ze iets nodig hebben. Daarom blijven ze op het gebied van het neuzen hun levenlang sukkels. Kleindochter Dieuwertje is een natuurtalent. Niemand heeft haar op de voordelen en gemakken van het neuzen gewezen. Ze zag daarvan zelf meteen het plezier en voordeel in. Toen we met haar vader en zussen over de wekelijkse bric-à-brac markt langs de grachten van Delft wandelden, overzag zij de verzameling van allerhande voorwerpen en snuisterijen direct met het geoefende oog van de echte neuzer. Ze weet dat het er niet toe doet of de te koop aangeboden voorwerpen nog een gebruikswaarde hebben. Ze weet dat ze uistekend geschikt zijn om een interieur te verfraaien. Ze liet haar vingers geroutineerd door de kramen en de dozen op de grond wandelen op zoek naar iets dat ze niet nodig had, maar dat toch op haar lag te wachten. In een van de dozen vond ze klein schilderijtje. Ze bestudeerde het kunstwerkje, controleerde het lijstje en richtte zich toen tot de marktkoopman. Na een snelle onderhandeling werden de twee het eens. Tevreden stak nam zij het tasje met het schilderijtje aan. Met neuzen neem je geen gokje, neuzen leidt altijd tot resultaat.

dinsdag 12 juli 2011

Wie zoet is krijgt lekkers

Helmond – Op de Helmondse zomerkermis is ook dit jaar weer voor elk wat wils te halen. Van paling tot suikerspin en van botsautootjes tot draaimolens. Ik ben er niet geweest, maar ik weet zeker dat het op de Markt, de Watermolenwal, het Ameideplein en de Noord Koninginnewal weer volop feest is in Helmond. Want dat kunnen de Helmonders als de beste: feestvieren. Maartje stuurde de redactie van ODD deze leuke plaat van een paar zoete kindjes op de zomerkermis.
De zoete ontmoeting van Marilynn, Sietske, Karsten en Benthe werd ook door Saskia op de foto gezet. Handig zijn die smartphones toch. De foto’s bewijzen het dat ook in Helmond geldt: wie zoet is krijgt lekkers.


maandag 11 juli 2011

In een paarse getinte roes

Rotterdam – Muzikale reuzen als Natalie Cole, Ahmad Jamal, BB King, Paul Simon en Prince trekken ieder voor zich zoveel publiek dat ze een grote concerthal gemakkelijk kunnen vullen. Het is dus opmerkelijk dat ze samen met mensen als Esperanza Spalding, Randy Brecker, Michiel Borstlap, Janelle Monáe, Ruben Hein, het Clayton-Hamilton Jazz Orchestra, het Metropole orkest, Alain Clark, Waylon en nog veel meer artiesten samen te zien zijn op het North Sea Jazz. En dan heb ik het alleen nog maar over de eerste avond van de 36ste editie van het festival dat jaarlijks in het tweede weekend van juli wordt georganiseerd. Het is de avond had Sander en ik ook present zijn. Om dat er zoveel concerten tegelijk plaats vinden ziet het festival er voor iedereen anders uit. Het een muzikale fruitmand waaruit iedereen zijn eigen menu kan samen stellen. De avond die wij samenstelden begon met het kwartet van de 81-jarige pianist Ahmad Jamal. We zagen zijn razendsnelle vingers over de toetsen vliegen om daarna over te gaan in harde orkestrale blokakkoorden. De oude jazzreus was goed op gang en zorgde voor een uitstekende start van onze avond. Daarna brachten we een bezoek aan Jonathan Jeremiah met het Metropole orkest, we gingen even langs bij Matt Schofield en Amparo Sánchez Tucson Habana en kozen daarna een plaatsje in de zaal bij Natalie Cole. De dochter van pianist en zanger Nat King Cole zong ook deze avond dankzij de moderne techniek weer het onvergetelijke duet met haar vader: Unforgettable. Een vol uur lang bewees zij inmiddels net zo’n instituut te zijn op het gebied van het American Songbook als haar legendarische papa. Vervolgens bezochten Sander en ik saxofonist Joe Lovano en zijn US Five en streken we daarna voor een mix van gospel, blues, soul, funk en hiphop neer bij de songwriter en zangeres Janelle Monáe. Een muziekwereld die nog het meest lijkt op een dansbare versie van een science fiction film. We maakten er een stijlvol crowdsurfspektakel mee. Je ziet het is een avond van moeilijke keuzes want inmiddels hebben we o.a. Paul Simon genegeerd en Randy Brecker, Alain Clarke en Bill Evans links laten liggen. Met dertien zalen is het op dit uitgestrekte festival steeds opnieuw kiezen. We vervolgen met de Nederlandse pianist en zanger Ruben Hein. Die moeten we even gehoord en gezien hebben. Daarna hebben we nog drie podia op onze legenda staan.
Eerst is dat de Cubaanse pianist Chucho Valdés. Hij bracht als één van de eerste Cubaanse muzikanten de muziek van zijn land naar de Europese jazzfestivals. Vanavond zien we hem met zijn legendarische landgenote Omara Portuondo, in ons land vooral bekend van haar medewerking aan de Buena Vista Social Club. Daarna zitten we in de zaal bij het Clayton-Hamilton Jazz Orchestra uit Los Angelos met John Pizzarelli en Trijntje Oosterhuis. Één big band met drie bandleiders, drummer Jeff Hamilton, bassist John Clayton en zijn broer saxofonist Jeff Clayton. Het is een big band met een all star line-up. Ze vertolken de bekende jazzstandards op een geheel eigen swingende wijze. Jazzgitarist/vocalist John Pizzarelli ken ik van zijn samenwerking met George Shearing, Frank Sinatra en Rosemary Clooney. Het is een feest om hem met dit orkest aan de slag te zien. Trijntje maakte met dit orkest vorige jaar in de VS de cd ‘Sundays in New York’. Ze deed het op het festival nog eens dunnetjes over. We sloten deze heerlijke jazzavond af met een uitgebreid optreden van His Royal Badness, Prince. Het muzikale multi-talent uit Minneapolis zou optreden van half twee tot drie, maar ging met zijn funky riffs door tot vier uur. Het muzikale genie bewees andermaal zijn uitzonderlijke klasse. Tegen het ochtendgloren stapten we in een paarse getinte roes weer in de auto.

zondag 10 juli 2011

Kamer met uitzicht

Delft – Toeristen die op reis gaan naar Londen of Parijs wordt altijd geadviseerd om de auto niet in deze steden te gebruiken. Met je auto door de hoofdstad van Engeland of Frankrijk rijden, vind ik overigens niet onaardig. Het probleem begint pas als je ergens wilt parkeren. Hoewel onze Prinsenstad niet de grootte noch de allure heeft van deze steden zou ik vreemdelingen ook willen adviseren om niet met de auto de stad in te gaan. Om te beginnen is onze binnenstad autoluw. Wat dat betekent is aan een toerist moeilijk uit leggen. Dappere buitenlandse bestuurders raken de weg kwijt en lopen bovendien het risico hun auto te vernielen op een poller. Niet doen dus. Maar ook in straten waar de auto niet is verbannen, is autorijden geen ontspannende bezigheid. Voetgangers en fietsers steken steeds op andere punten de weg over. Als je vandaag denkt de situatie te begrijpen, kom je morgen tot de ontdekking dat het toch anders is.
Ik had ooit een werkkamer tegenover het Koetsiertje met uitzicht op de Westvest en de Westsingelgracht. Het was geen grote kamer, maar wel ‘a room with a view’. Het uitzicht is er nu drastisch veranderd en het is onduidelijk hoe het zal zijn als alles klaar is. Wel of geen stadskantoor is plotseling weer een discussiepunt. Als ik er met de auto langs rijd, zingt Bløf op de autoradio: “Wijd open, ik sta. Wijd open. Ik sta wijd open voor je klaar”. Een rare tekst als je er over nadenkt. “Ik sta wijd open voor je klaar”. Het wordt erg vaak herhaald. Wat betekent dat? Is de zanger flatuleus of staat hij als een vliegtuig voor haar. “Ik ben niet gek, ik ben een vliegtuig”. Op de een of andere manier past het Bløflied wel heel goed bij het straatbeeld. Wijd open, ik sta. Wijd open, ik sta. Wijd open voor je klaar. Ja ja, als ik maar niet in een gat rijd. Ik houd niet zo van wijd open.

zaterdag 9 juli 2011

Onverwachte dierenliefde

Delft – “Een kennis van mij heeft een stinkdier als huisdier”, hoorde ik onlangs van dochter Saskia. De voor de hand liggende vraag is dan natuurlijk: “Stinkt het daar niet erg in huis?” Saskia: “Dat valt reuze mee en het beest went er wel aan”. Maar alle gekheid op een stokje, een stinkdier als huisdier is niet eenvoudig. Saskia legde het me allemaal uit. Het is geen kooidier en je kunt het dus niet als een konijn of een marmot in een hok houden. Je kunt het nog het best vergelijken met een poes. Een stinkdier is bovendien een nachtdier en moet de gelegenheid hebben om ook ’s nachts actief te kunnen zijn. Een stinkdier is van nature zindelijk, maar voor dat je hem zover krijgt dat hij of zij een kattenbak gebruikt, moet je wel veel geduld hebben. Maar kennelijk heeft de vriendin van Saskia dat. Bij een recent bezoekje aan haar ging Corien ook mee naar binnen. Mijn echtgenote is niet nieuwsgierig, maar een stinkdier als huisdier wilde zij toch ook wel eens zien.

Toch grote verwondering van Saskia, bleef het niet bij kijken. Corien tilde het ongebruikelijke huisdier van de grond en bewonderde het van heel dichtbij. Gelukkig kun je met een telefoon tegenwoordig ook foto’s maken. Anders had ik het later niet geloofd. Daarna wel even de handen wassen. Het blijft een stinkdier.

vrijdag 8 juli 2011

Toerisme

Delft – Bermtoerisme. Een mooi woord, maar je hoort het niet vaak meer. Het is een woord uit de jaren zestig. Er kwamen in die tijd steeds meer auto’s. Dus wilden de mensen op zondag ergens naar toe met hun auto. Pa en ma voorin met op de achterbank de kinderen en tussen hen in een picknickmand. Op weg naar een lekker drukke weg. Daar werd de auto geparkeerd en streek het gezin neer in de berm om te picknicken en gezellig naar de voorbijrazende auto’s te kijken. Veel mensen hadden een auto, maar nog lang niet iedereen. Men vergaapte zich dan ook maar al te graag aan al dat snelle glimmende blik. Ik herinner me amusante krantenartikelen en opgewonden reportages in actualiteitenrubrieken over het fenomeen bermrecreatie. Waarom zetten de mensen hun klapstoeltjes vlak langs een snelweg om een gezellig dagje door te brengen? Waarom niet weg van de snelweg op een rustig stil plekje in de natuur. Natuur is natuurlijk ook mooi, maar men vond het lang niet zo spannend als het langsrazende verkeer. De berm die was pas spannend. Nu zie je de gezinnen op klapstoeltjes langs de snelweg niet meer. De autowegen zijn te vol en stilstaan langs de weg mag niet meer. Er zijn langs de autowegen nu parkeerplaatsen met grote picknicktafels, dito prullenbakken en een toiletblok. Want bermtoeristen laten heel wat vuil achter op hun picknickplekje.

Zelf ben ik in de jaren zestig nooit een bermtoerist geweest. Liever ging ik op zondag met mijn toenmalige vriendin op de fiets de bossen in. Zat ik dan nooit in een berm? Natuurlijk wel, zoals hier langs het kanaal. Daar kon je heerlijk zwemmen en ook picknicken. De ouders en broers en zussen van mijn vriendin gingen soms ook mee. Met terugwerkende kracht denk ik dat op ons het woord oevertoerisme van toepassing was.

donderdag 7 juli 2011

Victoriaanse moordzaak opgelost

Delft – Een ‘cold case’ is een oude niet opgeloste moordzaak. Alleen door nieuw bewijsmateriaal of getuigenverklaringen kan een dergelijke zaak weer ‘hot’ worden. Politiekorpsen hebben er speciale teams voor. De moord in 1879 in Londen op de rijke 55-jarige Britse weduwe Julia Martha Thomas (foto links) is geen ‘cold case’. De zaak is namelijk indertijd door de dienders van de Engelse hoofdstad netjes opgelost. De 29-jarige huishoudster Kate Webster werd er voor gearresteerd en veroordeeld. Huishoudster Webster kreeg op een zondagmorgen na de kerkdienst ruzie met Thomas. Ze gooide haar werkgeefster van de trap en wurgde haar vervolgens. Volgens het proces-verbaal dat de politie indertijd opmaakte sneed Webster het lichaam van haar bazin daarna in stukken en kookte die. Het vet dat daarbij vrij kwam, werd als ‘varkensvet’ weer gebruikt bij het bereiden van de maaltijd voor lokale schoolkinderen. Tot zover is het al een gruwelijk verhaal, maar het wordt nog erger. De uitgekookte lichaamsdelen deed de moordenares in een koffer en gooide die in de Theems. De koffer met de gruwelijke inhoud werd later terug gevonden bij Barnes Bridge. Het enige dat ontbrak was het hoofd van Thomas. Die paste niet in de koffer. De veroordeelde Kate Webster werd opgehangen. De moordenares vertelde echter nooit wat ze met het hoofd van haar slachtoffer had gedaan. Dat geheim nam ze mee in haar graf. Het hoofd is nu teruggevonden en daarmee haalt deze stokoude moordzaak nu weer de pagina’s van de Engelse kranten. De schedel van Thomas werd gevonden in de tuin van de beroemde Engelse documentairemaker Sir David Attenborough (foto rechts). Er werd in zijn tuin gegraven om die bouwrijp te maken voor een aanbouw. Tijdens deze werkzaamheden in oktober vorig jaar werd de schedel gevonden. Door gebruikmaking van de laatste forensische technieken kon worden aangetoond dat de schedel die werd gevonden in de Londense tuin, toebehoord aan de in 1879 vermoorde vrouw. Deze Victoriaanse moordzaak kan na 132 jaar eindelijk worden afgesloten.

woensdag 6 juli 2011

Lijntje in de zon

Delft – Maandag is wasdag. Niet alleen deze week, maar de eerste werkdag van de week is dat al zolang als ik me dat kan herinneren. Mijn moeder deed de was op maandag, net als haar moeder dat ook deed. De week zag er vroeger lekker overzichtelijk uit. Woensdag gehaktdag, vrijdag visdag, zaterdag vrije dag en zondag rustdag. Ik kan me uit mijn jeugd niet herinneren of dinsdag en donderdag ook een etiketje hadden. Wellicht hebben die niet een dergelijke universele naam. Weet jij het?

Het is overigens toeval dat mijn echtgenote op maandag de was deed. Ze was zondag in het bezit gekomen van een stapeltje kleding. Niet voor haar zelf, maar voor de poppen van kleinkinderen. Die moesten natuurlijk eerst fris gewassen worden. Zo kwam het dat er op maandag een lijntje met kleding in de zon hing te drogen. Net als vroeger bij moeder thuis.

dinsdag 5 juli 2011

Van muur tot muur

Delft – In het gastenverblijf van museum Het Prinsenhof zijn 85 foto’s te zien van de Delftse beeldend kunstenaar Coen de Jong. Het zijn 84 opvallende interieurfoto’s van woningen aan de Spoorsingel en 1 foto van de gevel van deze Delftse straat. De 85 foto’s vormen samen de installatie ‘‘Spoorsingel Interieur’. Afgelopen vrijdag werd de tentoonstelling geopend door wethouder Milène Junius, niet alleen verantwoordelijk voor kunst in de Prinsenstad, maar ook voor de Spoorzone. Een handeling waarvoor ze door de kunstenaar niet alleen beloond werd met het boek van de tentoonstelling, maar ook met twee klinkende zoenen op beide wangen. Je maakt wat mee als wethouder.

Fotograferen kunnen we allemaal. De huidige generatie digitale camera’s zijn zo uitgerust dat je het apparaat alleen maar hoeft te richten op een onderwerp en af te drukken. Een kind kan de was doen. De opname kun je meteen daarna controleren. Niet goed, dan kun je het meteen nog een keer doen. Mislukken is geen optie meer. Deze gedachte raak je meteen kwijt als je op de tentoonstelling langs de foto’s loopt. Van de platen van De Jong wordt je als amateurfotograaf erg nederig. Fotograferen is meer dan kijken en afdrukken. De foto’s van Coen zijn begonnen met een idee. Niet een idee voor een plaatje, maar een idee voor een samenhangend beeld van een groep Delftenaren. Hij heeft geen kamers vastgelegd. Hij heeft portretten gemaakt van mensen door hun kamers in beeld te brengen. Dat idee dus. Persoonlijke portretten van muur tot muur. Door de ramen zie je steeds een trein passeren. Maar niet zo maar een trein. Het zijn op een enkeling na allemaal treinen met de bekende NS-gele kleur. De Jong behoefde slechts een paar minuten te wachten op een trein, want er komen er ongeveer 360 per dag langs. Maar dat deed hij niet. Hij wilde alleen gele treinen achter de ramen op zijn foto’s. Mooier van kleur en duidelijker voor het verhaal. Kijk dat bedoel ik, dat maakt van een fotograaf een beeldend kunstenaar. Het gaat niet alleen om plaatjes schieten, maar om het in beeld brengen van een idee.

Dat is hem gelukt. Tijdens de opening zei een van de inleiders: “De expositie geeft een unieke kijk op de leefomgeving van de bewoners van deze huizen aan de Spoorsingel.” In gewoon Nederlands betekent dat je de kans krijgt om ongegeneerd te gluren in de huizen van 84 Delftenaren. En dat doen de mensen op de tentoonstelling gretig. Rommelige studentenkamers, strakke moderne woonkamers, oubollige slaapkamers en grote zware meubels, elke foto toont een compleet andere wereld achter de gevels van de Spoorsingel. Tot eind augustus kun je nog komen gluren in het gastenverblijf van Het Prinsenhof.

maandag 4 juli 2011

Van micro naar mini

Delft – Met z’n tweetjes zijn, heeft zijn voordelen. Dat besefte ik van de week weer eens toen er een brief van de gemeente arriveerde waarin op ambtelijke toon werd medegedeeld dat Delft alternerend gaat inzamelen. In het perspectief van deze brief is het dus nog beter als je alleen bent. Niet eenzaam, maar wel alleen. Je ziet uit elke brief - ook als er bezuinigingen in worden aangekondigd - kun je toch nog iets positiefs halen. Dat moet wel want de inhoud van de brief stemde me verder niet zo blij. Het alternerend inzamelen slaat op ons afval. Er zijn volgens de brief twee soorten afval: groente- fruit- en tuinafval (gft) en restafval. Dat laatste woord laat ruimte voor speculatie. Is restafval de rest van het afval of is het afval dat overblijft als het andere afval al is opgehaald?
Microbakken
Hoe het ook zij, we krijgen - gratis dat wel - nieuwe minicontainers. Die minicontainers zijn overigens 100 liter groter dan onze huidige containers. Dat zijn dan achteraf gezien ineens microcontainers. Behalve deze twee 240 liter grote bakken komt er ook nog een blauwe minicontainer voor papier. Die is overigens maar 140 liter. De inhoud maakt dus kennelijk niets uit, het is allemaal mini. Was dat maar waar! Er komen nu dus in onze rustige straat bij elke woning niet twee maar drie (mini!)bakken te staan. Waarvan er twee ook nog beduidend groter zijn. Hier heb je dan meteen ook het nadeel te pakken. De straat wordt daar niet fraaier van. Daar komt nog bij dat alterneren, betekent dat er maar één keer in de veertien dag vuil wordt opgehaald, in plaats van wekelijks. Zoals ik in het begin al zei, met z’n tweetjes zijn, heeft zijn voordelen. En stiekem meer rest- of ander afval aanbieden, kan niet. Elke bak bevat een chip en is administratief gekoppeld aan je huisadres. Het afvalophalen wordt met computersystemen gemonitord. Hoewel, misschien is geminitord nu een beter woord.

zondag 3 juli 2011

Rood en fris

Delft – Dat witte wijn en rosé gekoeld en rode wijn op kamertemperatuur moeten worden gedronken, zal iedereen beamen. Toch zijn daar nog wel wat vraagtekens bij te zetten. Rode wijn op kamertemperatuur drinken is geen goed idee. Onze huizen zijn door de centrale verwarming veel te warm. Vroeger toen we onze huizen met kachels en haarden verwarmden, was die temperatuur 16 à 18 graden en daarmee prima voor rode wijn. Over de temperatuur van witte wijn en rosé is ook nog wel iets te zeggen, maar dat doe ik nu niet. Ik wil het hebben over gekoelde rode wijn. Mensen die in het Middellandse zeegebied van Italië, Frankrijk en Spanje op vakantie gaan, weten dat men daar de rode wijn ook uit de koelkast drinkt. In ons land zijn we dat niet gewend. Toch vind ik sommige rode wijnen lekkerder als je ze wat koeler drinkt. Kies daarvoor een licht en fruitige vrolijke rode wijn. Geen stoere zwartpaarse wijn. Die bevat veel tannine en dat is bitter. De meeste mensen proeven bitter minder goed als die wat warmer is. Koud is de wijn dus bitterder dan warm. De vuistregel is dus heeft de wijn minder kleur, dan koeler schenken. Ik zou eens beginnen met Summer Red van Gallo. Die friszoete wijn komt uit Californië en is in de Plus supermarkt voor € 4,99 te koop. Hij is in Amerika inmiddels de nieuwe zomersensatie op wijngebied. Heerlijk fris rood fruit met een klein zoetje. Ideaal voor mensen die bij de barbecue graag rood drinken, maar in de hete zomerzon ook graag fris blijven. Zo kleurt je barbecue rood en toch fris.

zaterdag 2 juli 2011

Vergaar eeuwige roem

Delft – Vandaag begint de Tour de France weer. Ik vertel je daarmee geen nieuws. Aan de Tour is niet te ontkomen. In de kranten en op radio en tv zal de ronde van Frankrijk weer zeer dominant aanwezig zijn. Een van de leukste dingen rond die tour is het speculeren en filosoferen over de aanstaande winnaar. Wie staat aan het eind van de rit in Parijs op het hoogste treetje. Is dat net als in 2007, 2009 en 2010 ook dit keer de Spanjaard Alberto Contador? Hij behaalde eerder dit jaar de eindzege in de Giro d’Italia. Twee grote rondes winnen in één jaar is volgens de kenners heel moeilijk. Slechts zeven renners deden dat eerder. De Belgische wielerlegende Eddy Mercks is de enige coureur die het lang geleden (1970, 1972 en 1974 ) zelfs drie keer deed. Zoals ik al zei voorspellen van de winnaar is een leuke sport. Op menig bedrijf gaan er nu pooltjes rond met voorspellingen. Laten wij dat dan ook maar doen.

Schrijf een reactie onder dit stukje met jouw voorspelling. Om het wat makkelijk te maken geef ik hier – voor wat het waard is – de namen van enkele mogelijke kandidaten voor de eindoverwinning. Hoge ogen gooien volgens mij: de Spanjaarden Alberto Contador en Samuel Sanchez, de Belg Jurgen van den Broeck, onze landgenoot Robert Gesink, de Italiaan Ivan Basso, de Australiër Cadel Evans, de Luxemburger Andy Schleck en de Engelsman Bradley Wiggens. Je ziet ik heb ze in nogal willekeurige volorde opgeschreven. En dan nu mijn voorspelling: op de derde plaats Alberto Contador, op de tweede plaats Robert Gesink en op de eerste plaats Andy Schleck. Zo, en nu jij. Geef in de reactieruimte onder dit stukje jouw winnaars. Ook ja, er is natuurlijk ook een prijs voor de juiste voorspelling. Dat is een vermelding op ODD en daarmee eeuwige roem.

vrijdag 1 juli 2011

Vrije tijd

Delft - Vrije tijd. Klinkt veelbelovend, maar wat is het precies. Als je er wat langer over nadenkt, kom je tot de conclusie dat je er maar weinig van hebt, want vrije tijd is toch de tijd die je vrij staat om mee te doen wat jij wilt. In je vrije tijd mag je voor de tv hangen, een boek lezen of in de zon liggen, zonder dat iemand je maant om eens wat te gaan doen. Het is immers jouw vrije tijd. Laat ik het eens uitrekenen. Stel je werkt acht uur per etmaal bij je baas en je slaapt er ook nog eens acht. Dan ben je van een etmaal al zestien uur kwijt aan verplichte c.q. noodzakelijke activiteiten. Is de rest dan vrij te besteden en daarom vrije tijd. Mooi van niet. Er is nog huishoudelijk werk, zorg voor kinderen, partner of ouders en voor sommige van jullie ook nog studie. Daar gaat een hoop tijd in zitten. Met een beetje geluk begint je vrije tijd ’s avonds om tien uur en als je er dan om elf uur inkruipt, heb je precies één uurtje vrije tijd gehad. Ja ja, hoor ik je zeggen, dat gaat niet op. Er zijn mensen die koken leuk vinden. Die doen het niet als werk, maar uit hobby. Dus is dat geen werk, maar vrije besteding van je tijd. Als dat zo is heb je er al weer een uurtje bij.

Dat betekent dat er kennelijk nog een criterium is voor het begrip vrije tijd. Namelijk als de tijd leuk besteedt is, dan is het geen werken. Ga je met plezier naar je werk of naar de winkel dan is dat geen werken maar besteding van vrije tijd. En nog iets: vrijwilligerswerk. Telt dat als vrije tijd of is het werk. Tja, misschien geldt hier het zelfde argument als bij betaald werk. Een vrijwilliger die bedden rijdt in een ziekenhuis mag het werk noemen, maar iemand die leesmoeder is op school doet dat omdat ze het leuk vindt en dus is het besteding van vrije tijd. Vrijwilligerswerk doe je in de tijd die je over had, dus is het altijd besteding van vrije tijd. Mooi van niet. Vrijwilligers lezen ook graag een boek of zitten voor de tv. Het werk is wel vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Dus als het zo is dat vrije tijd de tijd is die je niet hoeft te besteden aan verplichte of noodzakelijke activiteiten blijft er maar een conclusie over: we hebben veel te weinig vrije tijd. Of zou ik ergens een denkfoutje hebben gemaakt?