Chinees Blauw van Delftse dingen Delft – Begin dit jaar werd aan stadgenoten via flyers en op de markten gevraagd hedendaagse gebruiksvoorwerpen af te staan aan de Chinese kunstenaar Ni Haifeng. De Delftenaren hebben daar royaal op gereageerd. Het leverde dingen op zoals een spatel, een trechter, een koffiezetapparaat, een jerrycan, een deegroller, stukjes gaspijp, enz, enz, enz. Hij koos 140 gebruiksvoorwerpen uit en maakte er Chinees porselein van. Hij koos de zaken willekeurig uit. Het ging hem niet om de voorwerpen, maar om het proces van de transformatie tot kunst. Er zitten dus ook zaken tussen zoals een telefoon of een waterkoker. Dingen die ook in China heel gangbaar zijn. Toch zaten er wel een paar unieke voorwerpen bij, zoals de twee schilderijtjes die de zoon van een schilder meegaf. Zijn overleden vader koesterde altijd de wens dat zijn werk in China werd gezien. De zoon zag dit als een kans om de wens in vervulling te laten gaan. In mei en in augustus reisde de 41-jarige in Amsterdam wonende kunstenaar af naar het land waar hij de eerste dertig jaar van zijn leven woonde. Hij was daar aanwezig bij de transformatie van de Delftse gebruiksvoorwerpen tot 1500 porseleinen kunstobjecten met blauwe motieven. De hele partij keerde onlangs weer terug naar ons land. Of het nu Chinees Blauw of Delfts Blauw is geworden hangt af van de kijker. Corien & ik bezochten dit weekend de tentoonstelling die met het porselein is ingericht. In een video-presentatie toont de kunstenaar de transformatie. Ook de oude handelsroute tussen China en Delft zoals die eeuwenlang door de Verenigde Oost-Indische Compagnie werd bevaren, is weer gebruikt om de spullen in Delft te krijgen. Het benadrukt de historisch relatie tussen Delft en China. Het is project resulteerde uiteindelijk in 140 verschillende in keramiek uitgevoerde gebruiksvoorwerpen. Alles is wel in een veelvoud gemaakt, zodat het nu wel 1500 voorwerpen zijn. Wij vonden het een fantastisch keramiekspektakel. De tentoonstelling heet ‘van de aankomst en het vertrek’. Hij is nog tot 16 januari te zien in het museum Het Prinsenhof. Een aanrader.