vrijdag 4 november 2005


Aardbeienkoeien willen het terug


Delft – Melk drink je niet zo maar. Dat moet je leren. Het begint met de melkbeker. Die heeft een smalle onderkant en loopt naar boven breed uit. De beker pak je niet mee twee vingers, maar met de hele hand eromheen. Wat kan het je schelen dat je behalve de melk ook zeep ruikt en boerenkaas of waar je ook maar het laatst met je vingers aan hebt gezeten.

Aardbeikoe van het melkmerk Cravendale.

Veel melkkenners proeven niet zomaar. Ze kijken eerst. Ze zien dat de melk wit is of chocoladekleurig of rood. De kleur zegt al veel over de kwaliteit van de melk. Daarna komt het proeven. Of eigenlijk ruiken. Met je tong kan je niet meer dan zoet, zuur, zout en bitter onderscheiden. De rest ‘proeven’ we met onze neus. Melkkenners zitten altijd met hun gok in de beker. Proeven is dus ruiken, maar neem toch maar meteen een slok. Niet langzaam drinken. De melk ook niet even in de mond houden, maar direct stevig doordrinken. Dan komen de geuren en smaken veel beter tot zijn recht. Dan proef je aardbei, vanille, banaan of chocolade. Heerlijke smaken met prachtige kleuren. Zo lekker dat de koeien het terug willen.
Klik hier maar eens op de koeienkop.

Geen opmerkingen: