zaterdag 6 mei 2006

Ons Indië


Delft – “Mijn vrouw begrijpt het niet”, zegt Willem. Hij neemt op Bevrijdingsdag foto's van het monument op de Nieuwe Plantage “Wat moet je met al die foto’s zegt ze steeds”, legt hij uit. Hij lacht als hij het vertelt. Dat doet hij tijdens het hele gesprek. Willem lacht veel.
“Hebt u gisteren naar Amsterdam gekeken of naar de Waalsdorpervlakte, wil hij van me weten.
“Wij hebben naar Amsterdam gekeken”.
Hij niet. Willem en zijn vrouw keken naar de Waalsdorpervlakte. “Dat heeft meer sfeer”, vindt hij. “Ik ga straks ook nog even naar het Indisch monument. Daar staat ook de naam van een kameraad op “, gaat hij verder. Ondertussen blijft hij foto’s nemen van het monument en van de bloemen.

Ontmoeting bij het monument op de Nieuwe Plantage.

“Ik was vijftien jaar toen de oorlog begon. Toen die voorbij was moest ik in militaire dienst. Van 1946 tot 1949 zat ik in Indië”, vertelt hij over zijn leven direct na de bevrijding, “Samen met Arie, ook een jongen uit Delft.”
“U ziet er nog goed uit voor uw tachtig jaren”, complimenteer ik hem. Hij accepteert het met een lach, maar gaat door met zijn verhaal.
“Een mooi land Indië. Maar de mensen daar wilden ook vrij zijn, net als wij. Alleen onze regering dacht daar anders over. Ons Indië noemden ze het. Er was natuurlijk niks van ons bij. Uiteindelijk zijn ze door de Amerikanen gedwongen om het op te geven. Arie was toen al lang dood. Hij sneuvelde drie maanden na aankomst. Hij overleefde vijf jaar oorlog en sneuvelde als soldaat in Indië. Dat noem ik nog eens sneu”.

Bloemen bij het monument op de Nieuwe Plantage.

We staan met zijn drieën bij het oorlogsmonument. De zon schijnt en de vlaggen aan de huizen wapperen feestelijk heen en weer. Het is heerlijk warm. Willem neemt nog een foto en wijst op mijn toestel: “Dat is zeker een digitale”.
Ik beaam het en laat hem op het schermpje de foto zien die ik van hem nam. Hij knikt glimlachend. “Ik begin daar maar niet meer aan. Deze doet het nog erg goed. Die houdt het nog wel even vol. Ik ben tachtig moet u weten”.

Geen opmerkingen: