donderdag 8 april 2004


De geur van kreupelhout


Els & Ad en Corien & ik genieten van een heerlijke maaltijd op ons logeeradres in Durbuy. Natuurlijk horen daar twee lekker flessen rode wijn bij.Dit is de wijn op tafelDelft – Vorig jaar kreeg ik van de Goedheiligman een wijnkalender. Elke dag scheur ik daar een blaadje af en lees iets over wijn. Ik wist natuurlijk dat je over wijn uitvoerig kunt praten zonder tot een zinnige opmerking te komen. De smaak, de geur, de kleur, waar drink je het bij en waar niet bij. Ik vind het omschrijven van de smaak heel moeilijk. Om een voorbeeld te noemen: waar smaakt bijvoorbeeld kaas naar? Moeilijk te omschrijven. Het smaakt voornamelijk naar kaas, alhoewel ik sinds ons gastronomische weekendje in België weet, dat kaas soms ruikt naar sokken die een week zijn gedragen in licht vochtige schoenen. Het klinkt niet als een aanbeveling, maar ik verzeker jullie, de kaas was heerlijk.
Terug naar de wijn. Ik las op mijn wijnkalender een omschrijving van rode Vacqueyras. Er stond niet bij wie het had gezegd, maar de wijn werd aldus omschreven:
”Wat je in rode Vacqueyras vaak ruikt, is iets van kreupelhout plus kruiden, en dat in combinatie met wat rijp rood fruit en soms leer, terwijl hout ook aanwezig kan zijn. Voeg daar nog een stevige structuur aan toe, en je hebt een wijn die kruidige vleesgerechten voortreffelijk kan begeleiden.”
Dit is de wijn op tafelDit is de wijn op tafelNa zo’n opmerking kun je me wegdragen. Ik weet bovendien niet hoe kreupelhout ruikt. Zou het nog uitmaken van welke soort bomen of struiken het kreupelhout is? En de opmerking ”Voeg daar nog een stevige structuur aan toe” maakt het ook al niet duidelijker. Een paar dagen later zie ik op mijn wijnkalender weer een opmerking over structuur:
De meest gebruikte soorten eikenhout voor rijpingsvaten zijn Frans en Amerikaans. Hoe wijnmakers het verschil zien, werd geformuleerd door de voor Penfolds werkzame Australiër Peter Gago:’Amerikaans eikenhout maakt de wijn rijker, Frans eikenhout geeft hem meer structuur’.”
Dus weten we nu dat die rode Vacqueyras waar ik het over had, gerijpt is in Franse eikenhouten vaten. Gelukkig staan er ook relativerende opmerkingen op de kalender. Frans Verbunt liet noteren:
Postzegels, die moet je bewaren, wijn moet je opdrinken.”
En zo is dat. De leukste relativerende opmerking komt van Michael Broadbent. Die moeten jullie ook eens proberen als iemand je tijdens een chique diner vraagt wat je van de Bordeaux vindt. Broadbent zei tijdens een presentatie aan jonge Nederlandse wijnimporteurs:
Zelfs de grootste Bordeaux is bestemd om de mond te spoelen tussen twee happen eten. Hij reinigt de mond als een Hoover.”



Geen opmerkingen: