Marmaris – De weg van Marmaris naar Içmeler loopt langs het strand. Als wij aan onze wandeling beginnen rond half twaalf is het 27 graden. Een fris zeebriesje maakt het heel aangenaam. Het toeristische leven heeft zich volop langs deze weg geconcentreerd. Veel hotels, zwembaden en stranden vol met strandstoelen. Vrouwen en mannen in allerlei stadia van blootheid zorgen op het strand langs de boulevard voor de nodige kleurige accenten. Sommige badgasten hebben een prachtige diepe rode kleur gekregen. Ook de natuur zorgt voor een uitbundige decoratie. We zien olijfbomen, vijgenbomen, druivenranken, maar ook perzik- en citrusbomen.
We passeren ook een soort zwembad in zee waar je volgens de borden bij de ingang kennelijk het water kunt delen met dolfijnen. Als wij passeren zwemt er niemand. Ook geen dolfijnen. Op eenvoudige houten pieren zitten hier en daar wel vissers. Maar die zullen het wel niet op de dolfijnen voorzien hebben, hoop ik. Içmeler is beduidend kleiner dan Marmaris. Aan de reclameborden bij de restaurants te zien, vertoeven hier veel Britse vakantiegangers. Bijna elk restaurant biedt een origineel Engels ontbijt aan.
Wij gaan na de lunch de zeven kilometer terug met de dolmus. Dat is een kruising tussen een publieke taxi en een particulier busje. De busjes rijden een vast traject en stoppen als je je hand opsteekt. Als je er weer uit wilt, vraag je de chauffeur te stoppen. Een ideaal vervoersmiddel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten