There will be stars Delft – “Het leven is kort, zinloos en zelden aangenaam. Koesterden vorige generaties nog het twijfelachtig vooruitzicht van een eeuwig leven na de dood, sinds de secularisatie heeft toegeslagen is ook die troost ons afgenomen. De meesten van ons zullen, zodra er niemand meer is die ons gekend heeft, in vergetelheid geraken. We hadden er net zo goed niet kunnen zijn. Als je naam nooit meer uitgesproken wordt, ben je definitief verdwenen.” Met deze regels begint Piet Gerbrandy zijn artikel in de Volkskrant over de vertaling van Patrick Lateur van de Ilias, het epos van de dichter Homeros. “Het lijkt wel of met het stijgen der jaren dit soort teksten het eerste opvallen”, zeg ik tegen Corien tegenover me aan tafel. Ik lees het op deze zondagmorgen in het ochtendzonnetje hardop voor. Ondanks de vriendelijke zon een somber begin van de dag.
Corien kijkt op uit haar krant en zegt: “There will be stars over the place forever, though the house we loved and the street we loved are lost”. Het is het enige goede antwoord op het zwaarmoedige begin van de zondag. Corien ziet mijn wenkbrauwen ophoog gaan. “Van wie is dat citaat”, vraag ik haar. “Het zijn de eerste twee regels van een gedicht van de Amerikaanse dichteres Sara Teasdale. Ik heb het ooit overgeschreven en gebruik het als boekenlegger. Die eerste twee regels lees ik elke avond”, legt ze uit. Ze loopt naar boven en komt terug met de boekenlegger met daarop dit gedicht.
There Will Be Stars There will be stars over the place forever; Though the house we loved and the street we loved are lost, Every time the earth circles her orbit On the night the autumn equinox is crossed, Two stars we knew, poised on the peak of midnight Will reach their zenith; stillness will be deep; There will be stars over the place forever, There will be stars forever; while we sleep. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten