zaterdag 31 maart 2007

Abel is geboren


Veldhoven – Vanmorgen rond half acht rinkelde de telefoon in ons nog stille huis. Het was Sander met de verheugende mededeling dat Abel was geboren. Het vierde kind van Saskia & Sander en ons zevende kleinkind is een jongentje. Hij heet voluit Abel Matthijs en weegt bijna zeven pond. Abel is vanmorgen vroeg om twaalf minuten over één geboren. Zowel met mama Saskia als zoon Abel is alles goed, meldde de trotse vader ons.

Dit is Abel.

Wij waren van plan om vandaag een dagje ‘Kom in de Kas’ te gaan doen, maar wijzigden direct onze plannen en reden in plaats daarvan naar Veldhoven om het broertje van Nienke, Dieuwertje en Emma te bewonderen.

Oma Corien in gesprek met mama Saskia. Abel slaapt intussen gewoon door

We troffen de kleine man aan in de armen van zijn moeder. Hij deed juist een klein tukje. Daar was hij vast wel aan toe, net als zijn moeder. Maar die ging na een onrustige nacht ook een druk dagje tegemoet. De directe familie kwam natuurlijk allemaal even kijken naar de nieuwste aanwas van de familie. Het werd een feestelijke dag in Veldhoven. De eerste 150 foto’s van de nieuwe wereldburger zijn inmiddels genomen. Er zullen er nog veel volgen.

Wijn in een handomdraai


Delft – Een goed glas wijn is heel plezierig, maar helaas begint dat plezier soms eerst met enige ergernis. Dat komt door de kurk. Of liever door het ontbreken van de kurk. Steeds vaker wordt een wijnfles afgesloten door een plastic propje in plaats van een echte kurk. Ik vraag me af waarom de producenten dat doen. Echte kurk kan ‘kurk’ veroorzaken, dat geef ik toe, maar een plastic propje kan zuurstof doorlaten. In beide gevallen is dat fataal voor de wijn. Mijn grootste ergernis is dat de plastic propjes moeilijk uit de flessenhals zijn te verwijderen. Het inschenken van een glas wijn, begint daarom vaak met ergernis. Als je als wijnproducent dan beslist modern wilt zijn, neem dan een schroefdop.

 De echte kurken zijn de buitenste aan weerszijden. De andere zijn plastic propjes. Sommige proberen in zielig beige nog een echte kurk te imiteren.

Wijnflessen worden al 450 jaar afgesloten met kurk. Er was vroeger simpelweg geen andere manier om de wijn in de fles te houden. Maar is het daarom nog de beste methode? De wijn die nu nog met een kurk wordt afgesloten, komt niet altijd uit de fles zoals de wijnmaker het bedoeld heeft. Zo’n wijn heeft dan ‘kurk’. En dat zijn niet die kruimeltjes in je glas omdat de kurkentrekker iets te ver is doorgedraaid.
‘Kurk’ herken je aan de geur. Het betekent dat de kurk is geïnfecteerd en die heeft op zijn beurt de wijn bedorven. De wijn ruikt muf en schimmelig en ook de smaak heeft sterk te lijden gehad. Soms is het maar heel licht, maar meestal is zo’n wijn ronduit niet lekker meer en kan de wijn daarom slechts gedronken worden door de gootsteen. Het antwoord op dit alles is de schroefdop. Steeds meer wijnproducenten gaan over op het gebruik van de schroefdop. Het probleem ‘kurk’ is daarmee uit de wereld en je maakt een lekkere fles wijn in een handomdraai open. Maar nog belangrijker is dat de wijn nu gegarandeerd altijd vers, fris en vol fruit uit de fles komt. Daar gaat het toch om?

vrijdag 30 maart 2007

Maak kennis met Bobby


Helmond – Sinds 13 maart heeft Saskia weer een eigen paard. Hij heet Bobby en het is een Welsh Cob. Bobby is ongeveer 1,53 meter en geboren op 15 mei 2001.
Het nieuwe paard van Saskia staat bij haar op manege De Nieuwe Ark. Heike, het schoonzusje van Saskia, heeft ook een Welsh Cob. De beide paarden kunnen het goed samen vinden en staan vrijwel elke dag samen in de wei.


Het nieuwe paard van Saskia was al wel bereden, maar omdat hem een verkeerde houding was aangeleerd, is ze toch weer bij nul begonnen met rijden. Als voorbeeld gaf Saskia het aandraven. Omdat Bobby niet correct reageert op de beenhulp, laat Saskia hem nu aandraven op stemhulp. Pas als hij op de stem correct aandraaft, gaat ze de stemhulp langzaam weer vervangen voor beenhulp. Uiteindelijk heeft hij dan Saskia’s stem niet meer nodig en draaft correct aan op haar been. Ze wil dat Bobby zijn hoofd wat meer omhoog en de achterhand meer onder zijn lijf krijgt. Op die manier kan hij Saskia beter dragen dan als hij zijn rug wegdrukt en zijn voorhand ‘in de grond boort’.

Bobby is het nieuwe paard van Saskia.

Benthe, Sietske en Karsten vinden Bobby ook erg leuk. Ze gaan alle drie graag mee naar De Nieuwe Ark. Terwijl Benthe de kleinere pony’s gaat knuffelen, helpt Sietske haar moeder met Bobby. Zij is een echt ‘Pennymeisje’ (meiden die paardengek zijn en elke vrije minuut op de manege (willen) zijn). Karsten sjokt heen en weer tussen Bobby en de andere dieren en dingen op stal. Sietske en Karsten hebben al eens op Bobby gezeten. Benthe heeft dat nog te goed.

Sietske is graag op de manege.

Alle drie helpen ze mama met het borstelen van Bobby. Karsten is de enige die onder het paard kan staan en zo boven zijn hoofd de onderbuik van het paard kan borstelen. Een positie die er wel komisch uitziet, maar die Saskia toch maar niet meer heeft toegestaan. De vacht van Bobby is wat ‘plukkerig’, omdat zijn dikke wintervacht eraf gaat. Hier en daar is hij dus nog wat dikker in zijn vacht en op sommige plaatsen is hij die dikkere wintervacht al meer kwijt.

donderdag 29 maart 2007

Niet na-apen


Londen – Het metrostation Angel in Londen heeft een van de langste roltrappen ter wereld. Mij is geleerd altijd netjes aan de rechterzijde van de roltrap te staan. Dat niet iedereen dat doet, wist ik al wel. Maar nu heeft de politie in de Britse hoofdstad de ongebruikelijke oproep gedaan niet te skiën in de metro. Ze deed dat omdat een Noorse waaghals zich op de lange latten van een roltrap in het metrostation Angel had laten glijden. De freestyle-skiër filmde zijn waaghalzerij met een camera op zijn hoofd.


De beelden zijn op de website van YouTube reeds door tienduizenden bekeken. De politie is bang voor na-aperij en noemt het een onverantwoordelijk daad. Voortaan ga ik niet alleen netjes rechts staan, maar kijk ook steeds over mijn schouder of ik niet ingehaald wordt door een gek op ski's.

Atomium glanzend boegbeeld


Brussel – Iedereen kent de negen bollen van het Atomium bij Brussel. Vanaf de autoweg heb je er fraai zicht op en neemt je je steeds weer voor ze ooit nog eens te bezoeken. Het Atomium is een erfenis van de wereldtentoonstelling uit 1958. Een erfenis die sinds die tentoonstelling langzaam veranderde in een zielige en doffe vlek aan de horizon. De glanzende bollen bij Brussel werden steeds doffer en doffer. Totaal verval doemde op aan de horizon.

Het glanzend boegbeeld van Brussel.

De Belgen zagen gelukkig net op tijd in dat het zo niet verder kon en begonnen in 2003 met een grootste renovatie. Het resultaat is letterlijk en figuurlijk schitterend, want sinds februari vorig jaar blinken de bollen weer net zo fraai als ze deden tijdens Expo58. Het zonder twijfel beroemdste bouwwerk van België is compleet gerehabiliteerd. Omdat we toch in de Belgische hoofdstad waren, brachten Corien & ik nu het zolang uitgestelde bezoekje aan het bouwwerk. Als we arriveren is men druk bezig met de voorbereidingen van het gratis openluchtconcert van o.a. the Scorpions, Simply Red, Kim Wilde, Nana Mouskouri en Helmut Lotti ter gelegenheid van het 50-jarige jubileum van Europa. Het Atomium behoort, na de opknapbeurt van 22 maanden, immers weer tot het culturele hart van Brussel.

Het uitzicht is niet veel veranderd sinds 1958.

Het gebouw ziet er na al die jaren nog steeds futuristisch uit. Hoewel binnen krijg ik toch weer het jarenvijftiggevoel krijg. De stalen binnenconstructie roept bij mij de associatie met een oud Russisch ruimteschip op. De Belgische uitbater legt nogal de nadruk op de jaren vijftig en zestig. In de souvenirwinkel koop je poppen van Barbie en Ken en ander speelgoed uit die jaren. Overigens wel voor prijzen uit 2007. Ze zijn meer dan 250 euro per stuk. De vier bollen – men noemt ze ‘sfeer’ – die je kunt bezoeken, bieden ruimte aan tijdelijke exposities. De buitenkant van de bollen zijn het ingrijpendst verbouwd. In 1958 koos men voor aluminium. Na de 28 miljoen kostende verbouwing zijn de bollen nu echter geheel van roestvrij staal.

Ooit de langste roltrap.

In 1958 had het Atomium de langste roltrap van Europa en de snelste lift ter wereld. Of dat nog zo is weet ik niet, maar het maakt nog wel steeds indruk. De lift heeft een glazen dak, waardoor je als je tijdens het stijgen omhoog kijkt het gevoel krijgt dat je wordt gelanceerd. De lift brengt Corien & mij bovenin de 102 meter hoge ‘Brusselse Eiffeltoren’ en vandaar biedt het stralende boegbeeld van de stad ons het nog altijd prachtige uitzicht. Dat is niet veel veranderd. Eenmaal zo hoog, krijg ik nog meer respect voor de bouwvakkers die aan touwen omhoog en omlaag werden gehesen tijdens de opknapbeurt.

Respect voor de bouwvakkers is op zijn plaats.

Op een foto-expositie in een van de bollen wordt dat getoond. Er waren, lees ik in het boekje dat iedere bezoeker krijgt, maar liefst 50.000 panelen in tweeduizend verschillende vormen nodig om de negenduizend vierkante meter omvattende bollen van een nieuw omhulsel te voorzien. Het resultaat is magnifiek.

woensdag 28 maart 2007

French Accordion is a little Delft Blue


 Henk de Kat  werd drie jaar geleden uitgeroepen tot ‘Best European Cajun & Zydeco Accordeon Player’.Delft – Zondagmiddag 1 april treedt Les Chats Cadiens, de cajun & zydecogroep van de Delftse accordeonist Henk de Kat, op in muziekcentrum Speakers aan de Burgwal. Daarmee viert de Delftse groep het verschijnen van hun nieuwe CD.
“We treden daarom bewust niet op in de grote zaal, maar in het gezellige café van Speakers”, vertelt De Kat me. Hij werd drie jaar geleden uitgeroepen tot ‘Best European Cajun & Zydeco Accordeon Player’. Toch doet de titel hem te kort, want Henk de Kat zingt ook en slaat bovendien met zijn voet het ritme op een grote drum. Het andere Delftse accent in de groep komt van de Delftse jazzdrummer en leraar aan de muziekschool Jeroen Elfferich. Verder bestaat de groep uit de Utrechter Hans de Vries, ooit frontman van de befaamde zydecoband Louisiana Radio. Hij speelt o.a. bluesharp (mondharmonica). De Rotterdamse gitarist Willem van Dullemen complementeert de groep. Drie van de muzikanten kennen we ook van optredens op het North Sea Jazz festival.
De nieuwe CD heet 'French Accordion Blue' en bevat louter eigen nummers. Ik hoor van Henk de Kat dat de nieuw CD alom mooie reacties krijgt. “De plaat is her en der al door deejays uitgeroepen tot ‘cd van de maand' en wordt inmiddels ook in Canada enthousiast gedraaid”, vertelt hij me opgetogen. Ik heb het zilveren schijfje inmiddels beluisterd en ben al net zo enthousiast. Op 1 april ga ik zeker naar hen luisteren en kijken in Speakers. Het gratis muzikale feestconcert van Les Chats Cadiens op zondagmiddag 1 april begint om 15 uur en duurt tot 17 uur.

dinsdag 27 maart 2007

Feestelijke knuffel is gratis


Delft – Afgelopen zaterdag komt op de Markt een meisje met open armen op me aflopen en biedt me een knuffel aan. Ze glimlacht er zo lief bij dat ik in verwarring raak. Is zij een aardige kennis waarvan me zo gauw de naam niet te binnen wil schieten? Koortsachtig probeer ik te herinneren wie zij is. Voor de zekerheid glimlach ik al vast maar terug. Dan dringt het tot me door: het is een volkomen onbekende. Een verwarrende gebeurtenis, want het overkomt me zelden dat onbekenden me in de armen willen sluiten. Ook dan pas valt me het bord op dat ze bij zich heeft. ‘Free Hugs’ staat er in grote viltstiftletters op.

Gratis knuffel.

Ik zie nu dat er drie meisjes met zo’n bord rondstappen op de Markt. Bij navraag blijken het 16-jarige leerlingen van het ISW Tiendweg in Naaldwijk. Twee van hen, Carly en Birthe, hebben de ludieke actie georganiseerd. Het is een schoolproject. De jongeman die het me uitlegt, filmt de reacties van de voorbijgangers op het gratis knuffelaanbod. “We brengen naastenliefde in beeld”, voegt hij aan zijn uitleg toe.

Gratis knuffel.

Een van de meisjes zegt: “We willen wel eens zien hoe mensen reageren op de uitnodiging om even te knuffelen”. Die reacties zijn heel verschillend. Ik zie ook nogal wat mensen die er niet op in gaan. Ze lachen wel, maar lopen toch door. Er zijn ook voorbijgangers die een beetje schrikken. Ze lopen met een boog om de knuffelende meisjes heen.

Feestelijke knuffel.

Maar er zijn ook heel wat mensen die het gebaar wel waarderen en gezellig meeknuffelen. Een klein meisje vraagt haar moeder wat er aan de hand is. Als mama het heeft uitgelegd, loopt ze op een van de knuffelaarsters toe en wacht netjes tot ze aan de beurt is voor een knuffel. Ze krijgt een feestelijke knuffel waarbij de kleine meid helemaal loskomt van de grond.


SaskiaEen reactie van Saskia: ” In het Engels is het nog wel duidelijk wat voor knuffel er bedoeld wordt. Ik heb ze ook eens met Nederlandstalige bordjes gezien: "Gratis knuffels". Daar reageerden veel mensen op, omdat ze een knuffelbeer of iets dergelijks verwachtten. Sommige mensen waren niet blij verrast toen ze daarvoor in de plaats een 'hug' kregen..”


maandag 26 maart 2007

Kom proeven in Delft


Delft – Er zijn veel verschillende redenen om Delft te bezoeken. Sinds kort is daar bier proeven aan toegevoegd. De toeristen die dagelijks met bussen vol de stad bezoeken, weten dat nog niet. De bezoekers zwerven door de stad, bezoeken de musea en de historische gebouwen en genieten volop van de stad. Een Delfts biertje zullen ze waarschijnlijk niet bestellen. Het is ook één van de aspecten van Delft dat tot nu toe redelijk onderbelicht beleef. Toch telde Delft tussen de 15de en 17de eeuw meer dan tweehonderd brouwerijen. Delft was echt bierstad nummer één, maar het is niet alleen vergane, maar ook vergeten glorie. Delftenaar Aad van der Hoeven is onlangs in de biergeschiedenis van de Prinsenstad gedoken. Hij deed ruim drie jaar lang onderzoek in de archieven van onze stad. De resultaten van zijn studie legde hij vast in het boek ‘Delft, stad met een vergeten bierhistorie’.

Mueselare is een zwaar triple-bier, dat 7,5 procent alcohol bevat..

Ter gelegenheid van het boek komt na ruim drie eeuwen het biertje Mueselare weer terug in Delft. Zaterdag proefde ik het in Kleyweg’s Stads-Koffyhuis. Het blijkt een zwaar triple-bier, dat 7,5 procent alcohol bevat. Het werd rond 1700 in de voormalige brouwerij aan de Heilige Geestkerkhof gebrouwen, maar is nu weer te koop in ‘t Proeflokaal en Kleyweg’s Stad-koffyhuis. Het gaat waarschijnlijk om een eenmalig project. Het is dus onzeker of Mueselare bier in de handel blijft. Als je het bier wilt proeven, zul je dus naar Delft moeten komen.

zondag 25 maart 2007

Newroz in Delft

Delft – Voor iedereen begint op 21 maart de lente. Dat er op die dag nog meer begint, ontdekten Corien & ik gistermiddag op de Markt in Delft. Voor ons Nederlanders is het al weer enige tijd geleden, maar voor de Koerden begon het nieuwe jaar ook op 21 maart. Daarom wensen ze elkaar: “Newroz piroz be”. Op de Markt in Delft onstaken Koerdische feestgangers op zaterdagmiddag een vuur en dansten er omheen. De muzikant blies zijn wangen bol toen hij op zijn zurna (Turkse klarinet) speelde. Een andere feestganger bespeelde de davul (trommel).
dansende Koerdische vrouwen.
Corien & ik passeerden de vrolijke groep en bleven geboeid staan kijken. Koerden, mannen en vrouwen gescheiden, hielden elkaar bij de hand en dansten en zongen in een kring. Koerden houden van dansen. Bij blijdschap of verdriet dansen zij hun emoties weg. Twee nationale driekleuren wapperen vrolijk met de dansers mee in de wind, het Koerdische rood, geel, groen en het rood, wit, blauw van hun nieuwe thuisland. Newroz is ook een soort bevrijdingsdag voor de Koerden. Ze vieren de wedergeboorte van het leven en de aarde. Koerden overal ter wereld vieren met Newroz vrede en vrijheid.
Ik krijg een stukje chocolade.

Koerdische vrouwen in een feestelijke jurken en mannen in traditionele kleding deelden chocolade uit. Ook wij kregen een stukje. Het vuur waar zij omheen dansen, herinnert aan de legende van Kawa, de Koerdische smid van Medya. Deze Koerdische held doodde de tiran Zahak en bevrijdde op die manier de inwoners van Koerdistan, lees ik in een foldertje dat wordt uitgedeeld aan onwetende Nederlanders die naar het feestgewoel staan te kijken.
Zahak was een slecht mens. Hij voerde onschuldige kinderen aan zijn slangen. Op de nacht voor Newroz, ontstaken Kawa en zijn aanhangers vuren boven op de bergen van Medya om de mensen te vertellen dat de bevrijding nabij was. In de nacht voorafgaande aan Newroz doodde Kawa de tiran en brandden zijn aanhangers opnieuw reusachtige vuren op de bergtoppen van Koerdistan om de mensen op de hoogte te brengen van de bevrijding. Vuur was in die tijd een manier van communiceren. Daarom branden er over ter wereld nog steeds vuren als de Koerden Newroz vieren

zaterdag 24 maart 2007

De Europese klok gaat vooruit


Delft – Een verjaardagsfeest is altijd een gebeurtenis om naar uit te kijken. Tenminste als je jong bent en nog veel verwacht van de cadeaus. Als je eenmaal vijftig wordt, is de spanning er wel af. En cadeaus worden steeds moeilijker want een vijftiger heeft immers alles al. Of dat ook voor Europa geldt, lijkt me twijfelachtig. Vannacht wordt de klok een uur vooruit gedraaid om over te schakelen op de zomertijd. Dat gebeurt in heel Europa op exact hetzelfde moment. Het is dit jaar met de nodige symboliek beladen, want de zomertijd valt samen met de herdenking van vijftig jaar Europese integratie.

 In het Klokkenpark in de Duitse stad Düsseldorf wordt het vannacht even doorwerken om alle klokken in verband met het beginnen van de zomertijd een uur vooruit te zetten.

Het wordt een groot feest, want met 27 lidstaten in plaats van de oorspronkelijke 6 en heel wat kandidaten in de wachtkamer, is Europa een succes. Europa heeft gezorgd voor vrede, welvaart en veiligheid, zowel economisch als politiek. Ik merkte het deze week nog: we kunnen nu snel en goedkoop reizen zonder tijdrovende grenscontroles of geld wisselen. Toch heeft deze vijftigjarige nog wel wat te wensen. Ik vind het jammer dat het Europese gevoel steeds meer last krijgt van klassieke nationalistische reflexen. Ik hoop dat Europa een echte zomertijd tegemoet gaat en we het Europese wintergevoel snel achter ons laten.

Forever the Young One


Brussel – Afgelopen woensdag zaten Corien & ik in het Vorst Nationaal theater in de Belgische hoofdstad voor een concert van Sir Cliff Richard. De Britse zanger, inmiddels 66 jaar, bleek goed bij stem, heeft geen grammetje te veel, is kwiek van lijf en leden en heeft nog steeds die kwajongensachtige uitstraling. De kaartjes voor het concert waren het verjaardagscadeau voor Corien van Saskia & Bob, Saskia & Sander en mij. De kinderen hadden gezorgd voor prachtige plaatsen tijdens het concert.

Opname van de show.

We zaten in het midden en bijna vooraan bij de man die in 1958 als het Europese antwoord op Elvis de wereld aan zijn voeten kreeg met ‘Move It’. Cliff en het lied hebben vijf decennia popmuziek doorstaan. En ook deze avond krijgt hij het publiek met dit nummer weer enthousiast. We zijn met de tram vanuit ons hotel in de binnenstad van Brussel naar deze buitenwijk gereisd. De tram zat vol met leeftijdgenoten. Allemaal op weg naar het concert. In het theater horen we ook veel Engels om ons heen. Tot onze verbazing is er een grote groep Engelsen in de zaal. Met mijn Belgisch buurman bespreek ik dit fenomeen. “Het schijnt dat de concerten in Engeland zo snel uitverkocht zijn dat niet iedereen er heen kan”, had hij gelezen op internet.

Opname van de show.

Gistermorgen ontdekte ik de waarheid als we tijdens het ontbijt in het hotel kennis maken met twee trouwen fans van Cliff. Jacque en Clayton uit Birmingham zijn fans sinds ‘Move It’ en al jarenlang lid van de Cliff Richard fanclub. Ze reizen mee met Cliff’s Europese tournee. Ze waren in Parijs, in Rotterdam en in Brussel en sommige van de 100 man grote groep in ons hotel reist nu weer mee naar Duitsland voor de volgende optredens van hun idool. Was het in Engeland dan niet mogelijk om de concert bij te wonen? Natuurlijk wel. Ze hebben die allemaal gezien, want ze reizen stad en land voor hem af en bezoeken bijna al zijn concerten. De Engelse shows zijn overigens bijna identiek. Voor zijn Europese tournee heeft Cliff vier songs vervangen door andere nummers, horen we van hen.

Opname van de show.

Cliff's laatste CD heet ‘Two’s Company’. Daarop zingt hij duetten met o.a. Dionne Warwick, Barry Gibb en Elton John. Hij zingt op het album ook samen met de reeds overleden populaire Britse zangers Matt Monro het nummer ‘Let there be love’. Dat gebeurt op dezelfde manier als Nathalie Cole ooit een nummer zong samen met haar overleden vader Nat – King – Cole. Dat het ook wel eens mis gaat, blijkt op de dvd van het concert.

vrijdag 23 maart 2007

De geur van geld


Delft – Je moet heel duidelijk zijn in reclame-uitingen. Er mag geen misverstand mogelijk zijn over het product wat je aan de man wilt brengen. Dat heeft Unilever goed begrepen. Maar helaas levert duidelijkheid soms ook problemen op en is het raadzaam om wat subtieler uit de hoek te komen. Reclamemensen weet daar wel raad mee. Unilever brengt zijn mannendeodorant Axe aan de man met nogal wat seksuele toespelingen. Daar zijn ze niet overal ter wereld van gediend en dus pas het bedrijf de reclame-uitingen aan. Ze maken daarbij gebruik van een ander Unileverproduct: de Cif-badkamerreiniger. Ze hebben daarmee een cross-overcampagne bedacht voor het Midden-Oosten. Daarin geen wild rennende vrouwen die een argeloos Axe spuitende man onder de voet lopen. Het axe-effect is in het Midden-Oosten veel subtieler.

Het axe-effect is terug te vinden op de handdoek.

 Het axe-effect is terug te vinden op de handdoek.In plaats van de rennende vrouwencommercial kwam men met deze handdoekengrap. Ze kozen volgens Unilever daarvoor omdat dit subtieler is. Subtiel wil volgens Van Dalen zeggen dat het alleen met fijn gevoel is waar te nemen of te begrijpen. Ik hoop dat ze na het zien van deze reclame in het Midden-Oosten begrijpen welke krachten de geur van Axe losmaken. Voor mij stijgt er in ieder geval een heel duidelijk lucht op: de geur van geld.

woensdag 21 maart 2007

Niet voor watjes


Delft – Ooit gehoord van Hurling? Het is een balspel dat uitsluitend in Ierland wordt beoefend. Dat leer ik van Adair, een vriendelijke Ier die naar de Ierland Vakantiebeurs in Den Haag is gekomen om demonstraties te geven en het uit te leggen. Volgens hem is hurling de snelste ploegensport ter wereld en het wordt uitsluitend door mannen gespeeld. Vrouwen hebben hun eigen variant: camogie.

Adair legt me uit hoe hurling moet worden gespeeld.

Het doel bestaat uit een stel palen in de vorm van een H (net als bij rugby). In het onderste deel van de H hangt een net. Een doelpunt levert drie punten op als het wordt gemaakt in het onderste deel. Als de bal in het bovenste deel van het doel belandt scoor je slechts één punt. Elke ploeg telt vijftien spelers: een doelman, zes verdedigers, twee middenvelders en zes spelers in de voorhoede. Het spel wordt gespeeld met een soort super-pollepel: de hurley.

Lijkt makkelijker dan het is om de harde leren bal met de hurley hoog te houden.

Ik denk het te snappen en zeg dat het lijkt op een mengeling van rugby, handbal, voetbal en hockey. Maar Adair schiet in de lach. Voor hem zijn al die andere sporten spelletjes voor watjes. Hij legt me uit dat de snelheid en moeilijkheid van het spel liggen in de kunst om de bal te vangen en te controleren. “De bal”, zegt hij, “kan met meer dan 150 kilometer per uur door de lucht vliegen. Het dragen van een helm wordt dan ook aangeraden, maar is niet verplicht”. Adair legt het me uit: balletje opwippen met de hurley, een enorme klap naar voren geven, liefst naar een van je veertien medespelers die het leren, harde ding met hand of hurley onder controle moet zien te krijgen en vervolgens tussen de palen van het vijandelijke doel proberen te slaan. Je mag de bal wel vangen, maar niet dragen. Dat moet je doen met de hurley. Hij doet het voor en ik probeer de bal net zo te laten stuiteren op de pollepel als hij. Het is niet zo eenvoudig als het lijkt. Adair knikt bemoedigend. “Het gaat goed”, liegt hij vriendelijk tegen me. Aardige man die Adair.

dinsdag 20 maart 2007

Sixties!


Den Haag – Het leukste van de tentoonstelling Sixties! die Corien & ik het afgelopen weekend in het Gemeentemuseum Den Haag bezochten, vonden wij vooral de polygoonjournaals. En we waren niet de enige. De filmzaaltjes in het museum zaten steeds vol met voornamelijk vijftigers en zestigers. Lopend over de tentoonstelling vraag ik me overigens wel af waarom de jaren zestig zo’n mythe zijn geworden. De hippietijd komt nu op mij over als een ratjetoe aan design en kleding. Niet iets om naar terug te verlangen. En toch zijn het vooral nostalgische gevoelens die zich van de bezoeker meester maken.

Corien staat hier op de tentoonstelling bij een foto van Ed van der Elsken.

Corien staat hier op de tentoonstelling bij een foto van Ed van der Elsken. Hij is genomen in 1967 in Amsterdam. Drie mooie meiden met weelderig getoupeerde haren en lange blote benen steken de Beethovenstraat over. Ik vind dit een beeld van de jaren zestig zoals alleen Van der Elsken dat maar kon maken. De meiden hebben de fotograaf in de gaten en lachen naar hem. Ed van der Elsken (1925 – 1990) kennende, heeft hij wat naar hen geroepen om hun aandacht te trekken. Hij was nooit zo bescheiden om mensen op straat aan te spreken. Hij wist als geen ander zijn fotomoment te creëren.

De zestiger jaren zijn voor iedereen natuurlijk anders.

De zestiger jaren zijn voor iedereen natuurlijk anders. Het zijn de jaren van Andy Warhol, Roy Lichtenstein, minirokken, Ed van der Elskens, John Lennon & Yoko Ono in bed in het Hilton, oranje poefachtige stoelen, ribfluwelen broeken, blote meisjes van Gerard Fieret, Bob Dylan, Roel van Duijn, het Lieverdje, de seksuele revolutie, Freek de Jonge, Simon Vinkenoog, hippies en de moord op John F. Kennedy. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Juist omdat het zoveel is, vonden wij de films het interessants. Het is zondag druk als we door de zalen lopen met een mix van muziek, film- en televisiefragmenten, fotografie, kunst en kleding van de Sixties! Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat ook toen al veel werd overgewaardeerd. Natuurlijk waren het de spannende revolutionaire jaren. Het toverwoord was toen anti-autoritair. Is dat nu een verworvenheid of is het achterhaald? In mijn omgeving gingen de meeste mensen braaf naar school of kantoor. Luisterden we thuis naar plaatjes van de Beatles of the Stones en het protest tegen onze ouders lieten we verwoorden door Boudewijn de Groot. Lang haar was al een gedurfd protest. Hoe langer je op de tentoonstelling rond loopt, hoe meer je je afvraagt wat er nu van is blijven hangen. Het ‘weet je nog wel oudje?’-gevoel bekruipt me. Maar ach, daar kwam ik ook eigenlijk voor.

maandag 19 maart 2007

Mees in Marrakech


Delft – Mees bezocht onlangs samen met zijn ouders Marrakech, de rode stad in het zuiden van Marokko aan de voet van het Atlas-gebergte. Hij mocht met zijn papa en mama mee naar het huwelijksfeest van Elke (de vriendin van Marieke & Michiel) en Rachid.

Mees in Marrakech.

De foto is gemaakt op het dak van het huis in Marrakech waar Rachid met zijn moeder en het gezin van zijn broer woont. Rachid is de man in het rode shirt. De jongetjes zijn neefjes van hem. Mees had een leuke vakantie in de tweede grootste stad van Marokko.

Letterlijk en figuurlijk


Delft – Wat is het verband tussen hedendaagse kunst en die van vier eeuwen geleden? Daar gaat het over op de tentoonstelling Contour / Continuïteit in de Delftse musea. De Rotterdamse beeldend kunstenares Gracia Khouw laat letterlijk en figuurlijk zien wat heden en verleden samen tot kunst maakt. Op een witte muur van Museum Nusantara bracht zij het woord ‘Keleseh Peseh’ aan.

 Keleseh peseh op de muur van de voormalige Indische Instelling.

Zondagmiddag keken Corien & ik er lang naar. We weten dat Khouw in haar werk vaak de hoofdrol gunt aan letters. Bovendien schildert en maakt ze collages waarbij de locatie een duidelijke rol speelt. Ondanks deze wetenschap lukte het ons toch niet om te ontdekken wat het werk bedoelt te zeggen. Gelukkig waren we in gezelschap van de kunstenares. Zij gaf de oplossing: “Je moet het hardop lezen”. Toen we dat deden hoorden we de oplossing: “ ‘Keleseh peseh’ klinkt als ‘klessebessen’.”

Corien in gesprek met de Rotterdamse kunstenares Gracia Khouw.

Khouw legde het aan Corien uit:”Keleseh peseh is een Indonesisch woord dat ‘in het Nederlands praten’ betekent. Nu hoor je het in het dagelijkse leven niet meer. Het is een woord uit de koloniale tijd. In die tijd hoorde je in Nederlands-Indië veel Nederlands. Dat was voor de oorspronkelijke bewoners niet te snappen. Door de klank van het Nederlandse woord ‘klessebessen’ na te bootsen ontstond het woord ‘Keleseh Peseh’. Zo klonk het immers voor de Javanen en Sumatranen”.
Nu we het weten, begrijpen we het kunstwerk op de muur van de voormalige Indische Instelling in een keer. Dit woord brengt de enorme culturele kloof die er toen was tussen de Nederlanders en de vroegere Indonesiërs in één keer in beeld. Gracia Khouw doet het letterlijk en figuurlijk.

zondag 18 maart 2007

Schrijvers zijn ook lezers


Delft – Onlangs is boekhandel Huyser van Choorstraat 12-14 verhuisd naar nummer 1. De zaak, die zo’n driekwart eeuw in de straat is gevestigd, is daardoor ook flink groter geworden. Kon je vroeger uitsluitend literatuur, kinderboeken en spannende boeken in de zaak vinden, tegenwoordig kun je er ook terecht voor kookboeken, reisgidsen en dergelijke.

In de nieuwe zaak van Huyser in Choorstraat.

Zondagmiddag waren we toch in de stad en liepen dus even bij de nieuwe zaak binnen. Het was er net zo druk als in een grand café. Het was gewoon gezellig in de boekwinkel. Overal stonden mensen voor de boekenkasten en de leestafels in de boeken te bladeren. En aan de kassa was het ook al druk.

 Jules Deelder, dichter, schrijver en nachtburgemeester van Rotterdam.

Ik maakte mezelf wijs dat ik niet alleen lezers zag, maar ook een enkele schrijver ontwaarde. Nu zijn schrijvers natuurlijk ook gewoon lezers. Ik vind het voor dit gebied van Delft heel belangrijk dat er nog steeds zaken zitten die een groot publiek trekken. Het zou toch jammer zijn als dit gedeelte van de binnenstad zijn aantrekkingskracht op het publiek zou verliezen omdat er zo veel winkels aan de noordzijde van het centrum komen. Huyser heeft er vertrouwen in en dat is goed nieuws.

St. Patrick’s Day in Holland


Wij vermaakten ons kostelijk op St. Patrick’s Day op de Ierland Vakantiebeurs.Delft – Gisteren was het St. Patrick’s Day (La Fheile Padraig in het Iers), de nationale feestdag van de Ieren. Die kun je het beste doorbrengen in een Irish pub met een Guinness in de hand, want zo brengen de Ieren die door. Ze zijn dan volledig in het groen, hun nationale kleur, uitgedost.

Corien & ik kozen voor een andere manier om de nationale Ierse dag te vieren. We maakten het feest van de Ierse beschermheilige mee op de Ierland Vakantiebeurs. Heel wat Ieren hadden dit jaar de Irish pub gemeden en waren naar het feest op de beurs gekomen om de schoonheid van hun land in alle toonaarden te bezingen.

We genoten van de gastvrije Ierse sfeer en bezochten demonstraties van typische Ierse sporten zoals hurling en Gailic football. Ierland staat natuurlijk ook bekend om de Ierse muziek en dans. Wij zagen een wervelende modern Ierse show met een aanstekelijke mix van muziek, zang en dans van de World Champion Dancers.
Tegen de dorst was er natuurlijk Murphy's en Guinness van de tap, evenals vele soorten Irish whiskey.

 De Ierse topkok Catharine Fulvio leerde ons Ierse fruit scones maken.

We ontmoetten Catharine Fulvio, Ierlands bekendste kok en eigenares van het bekende Ballyknocken farmhouse B&B & kookschool. Zij leerde ons hoe je de traditionele Ierse fruit scones maakt.

zaterdag 17 maart 2007

Wijn voor een prikje


Delft – Weet je nog? Vroeger kon je voor weinig geld heerlijke wijn kopen. Maar ach dat was in de tijd van de goede oude gulden. Toen was lekker ook nog betaalbaar. Vroeger was immers alles beter. Wel mooi niet. Er is nog steeds wijn te kopen voor een prikje. Heerlijke wijn. Wijn om voor om te fietsen, of beter nog om voor om te rijden. In de kofferbak kan immers veel meer. Ik tipte jullie vorig jaar al over een wijnstuntje van C1000. Wel de jongens en meisjes van deze supermarkt kunnen het niet laten. Ze komen opnieuw met een stuntje Jean Balmont wijn.
Deze week kost een doos met zes flessen €10,=. Dat is inderdaad een prikje, want het betekent een korting van €7,34 op een doos.

Omfietsen kan, maar met de auto kan je net iets meer meenemen.

Er is sauvignon blanc, chardonnay, cabernet frank rosé, cabernet sauvignon en merlot. We kennen de wijn sinds vorig jaar allemaal, want toen zijn er dankzij deze tip tientallen dozen verkocht. We weten dus nu ook welke de allerlekkerste zijn.
Dat is de rosé uit de tuin van Frankrijk. Vin de pay du jardin de la France staat er op het etiket. Heerlijk bij de barbecue. Prima pittige rosé vol rood fruit. En nu zo goed als gratis.

Corien zet alvast de dozen weer klaar voor me. Dan behoef ik ze zo maar in te laden.

Ik heb ook genoten van de Cabernet Sauvignon, vin de pays d’oc 2005. Een heerlijke opgewekte cabernet. Niet aan te raden voor iemand die juist wat minder wilde gaan drinken. Hij smaakt namelijk niet alleen heerlijk bij de pastamaaltijd, maar ook heerlijk ’s avonds bij een toastje van het een of ander. Heerlijk wijn in een fles zonder kapsones, want Jean Balmont heeft de flessen voorzien van makkelijke schroefdop.
O ja, voor de duidelijkheid. De aanbieding geldt alleen in week 12.

Een aantal lezers van ODD/OG is gratis abonnee op het ODD-Wijnalarm. Dat betekent dat je een mailtje krijgt als er een omfietswijn is te halen. Wil jij ook een ODD-Wijnalarm? Meld je dan hier

Keniaan Wanjiru wint CPC


Den Haag – Toen we vanmiddag naar buiten stapten uit de Grote Kerk in Den Haag, waar we de Ierland Vakantiebeurs hadden bezocht (waarover later meer), daverde juist op dat moment een eindeloze stoet hardlopers voorbij. Het was de City-Pier-City-loop, een halve marathon die dit jaar zijn 33e editie kent. De City-Pier-City Loop had dit jaar een deelnemersveld dat zijn weerga niet kent. Er verschenen vandaag maar liefst twaalf atleten – waarvan elf uit Kenia – aan de start die hun persoonlijk record onder de 63 minuten hebben staan.

Corien langs het parcours van de 33ste editie van de cpc-loop. De tas met folders van de beurs onder de arm.

Wij hebben daar niets van gezien, maar hoorden later dat deze editie van de CPC Loop inderdaad was gewonnen door een Keniaanse atleet. Hij heet Samuel Wanjiru en deed het in een nieuw wereldrecord. Hij liep 58 minuten en 35 seconden en was daarmee 18 seconden sneller dan zijn oude wereldrecord.

Een eindeloze stoet lopers.

Wij hoorden dat pas aan het eind van de dag in de auto. We waren voor hele andere zaken naar de Hofstad gekomen, maar vonden het toch wel leuk om de indrukwekkende stoet van duizenden lopers aan ons voorbij te zien trekken op het parcours van de loop. Elk jaar doen tussen de 15.000 en 20.000 mensen mee aan deze halve marathon. We zagen de lopers dan ook minuten lang in dikke hagen aan ons voorbij rennen. Een prachtig gezicht.

Fotograferen houdt je scherp


 Het woord fotografie komt uit het Grieks. Fotos=licht en grafein=schrijven.Delft – Onlangs kocht Bob een nieuwe digitale camera. Op de verjaardag van zijn schoonmoeder had hij die natuurlijk bij zich. Fotograferen is al lang niet meer de hobby van enkelen. Met de komst van de digitale camera begin jaren negentig van de vorige eeuw werd het schrijven met licht al gauw de hobby van bijna iedereen. Wie heeft er tegenwoordig nou niet zo handig klein cameraatje bij de hand? Dankzij het kleine toestel zitten veel sites zoals ODD nooit meer verlegen om een plaatje. Fotografen maakten de echte plaat vroeger pas in de donkere kamer. Dankzij de digitale techniek kan iedereen achter zijn computer nu zelf de mooiste uitsnede bepalen van de plaat. Toch heeft een echte spiegelreflexcamera nooit zijn aantrekkingskracht verloren. Dat bemerkte Bob tijdens zijn bezoek aan ons. Iedereen wilde wel weer eens echt door een lens kijken. Door het oog van de lens ziet alles er toch anders uit. De camera ging van hand tot hand. Het resultaat was later een fraaie collectie foto’s op de geheugenstick van Bob’s camera.

Klik op de foto en zie wat Corien op de digitale plaat heeft vastgelegd.

Ook Corien nam het toestel ter hand en kwam tot de ontdekking hoe leuk het is om weer eens door de lens te kijken in plaats van op het kleine schermpje op de achterkant van de camera. En eenmaal op automaat is het letterlijk ‘point and shoot’. Altijd raak en wat niet goed is, kan meteen worden gewist. Ook al een voordeel van een digitaal fototoestel. Ben je nieuwsgierig naar de foto die Corien maakte? Klik dan op de plaat en bekijk haar opname.

vrijdag 16 maart 2007

The Penguins are here!


Den Haag – Onze Hofstad kent twee musea waar het geschreven woord centraal staat. Dat zijn het Letterkundig Museum en het Museum Meermanno. Dat laatste richt zich vooral op de uiterlijke vorm en de ontwikkeling van de vormgeving van boeken. Ik bezocht het onlangs om de tentoonstelling Penguinparade te zien. De tentoonstelling over zeventig jaar penguinpockets was vorig jaar nog te zien in het Londense Victoria & Albert Museum en is in Den Haag aangevuld met Nederlandse zaken.

De gevel van Museum Meermanno staat helemaal in het teken van de Penguinparade.

De geboorte van het beroemde boekje vindt plaats in 1935. Allen Lane, directeur van uitgeverij The Bodley Head, had het weekend doorgebracht bij Agatha Christie en stond op het station van Exeter te wachten op zijn trein terug naar Londen. Hij kon op het station niets leesbaars vinden voor de terugreis. Er waren slechts wat tijdschriften verkrijgbaar. Zo ontstond bij hem het idee om kleine uitgaven (pocket books) met een hoge literaire kwaliteit op de markt te gaan brengen. Bovendien vond hij dat die boekjes ook buiten de boekwinkels om te verkrijgen moesten zijn en daarom mochten ze ook niet te duur zijn. Hij bepaalde de prijs op zes pence, het bedrag dat je toen in Engeland voor een pakje van tien sigaretten betaalde.

Thuis heb ik mijn Penguin van Agatha Christie meteen weer ter hand genomen.

Ik ontdek op de tentoonstelling dat het verzinnen van een naam voor de pocketlijn niet zo eenvoudig bleek. Uiteindelijk kwam een secretaresse met de suggestie. Zij stelde Penguin voor. Direct ging iemand naar de dierentuin in de Britse hoofdstad om tekeningen te maken van het diertje. De eerste Penguins waren herdrukken van populaire boeken en verschenen op 10 juli 1935. De eerste bestelling viel tegen: 7000 stuks. Het warenhuis Woolworth’s bracht redding met een eerste bestelling van 63.500 boekjes en een jaar later had het uitgevershuis al 3 miljoen pockets verkocht. Een van mijn Penguinboeken is van die eerste reeks van juli 1935: ‘The Mysterious Affair at Styles’ van Agatha Christie. Ik kocht deze eerste druk ooit voor 25 cent en zou hem nu zo over kunnen doen aan het museum.

Een greep uit mijn verzameling Penguin Books.

Penguin is door de jaren heen min of meer trouw gebleven aan het logo. De boekjes werden ook bekend door de omslagen. Aanvankelijk was de pinguïn wat karikaturaal. Later verscheen hij ook in tweevoud. Alle varianten komen in mijn eigen bibliotheek voor. Penguin wordt in Nederland heel goed verkocht, met verkoopcijfers die die van een groot land als Duitsland evenaren. Ook in ons land zijn er, net als in Groot-Brittannië, fanatieke Penguinverzamelaars. Van de Nederlandse auteurs Marga Minco, Harry Mulisch, Cees Nooteboom en Multatuli verschenen allemaal een Penguin.
Ik was donderdagmorgen een van de weinige bezoekers van de expositie en kon dus op mijn gemak langs de vitrines met uniek Engels archiefmateriaal. Ik vind de tentoonstelling niet alleen een aanrader voor liefhebbers van de boekjes.

'Penguinparade - Zeventig jaar Penguinpockets' is nog tot en met 28 mei te zien in Museum Meermanno, Prinsessegracht 30, Den Haag.

donderdag 15 maart 2007

Van alle tijden


Delft – Kunst is van alle tijden. Met die zin vat je de huidige tentoonstelling Contour / Continuïteit, Heden en Verleden in drie Delftse musea goed samen. De tentoonstelling, waarvoor 111 hedendaagse Nederlandse kunstenaars werk hebben afgestaan, laat zien dat de kunst uit 16de en 17de eeuw perfect aansluit bij die van de 21ste eeuw.
Direct in al de hal is deze installatie te zien. De toeschouwer mag er in plaatsnemen. Als je dat doet beginnen de katten te miauwen.

Ik bezocht de tentoonstelling gisteren toch met enige schroom. Ik geef het toe. Verband leggen tussen hedendaagse kunst en die van vier eeuwen geleden, leek me wel erg ambitieus. Maar Corien overtuigde me. “Kom nu maar”, zei ze. “Je moet het niet zien als vergelijking”, legde ze uit, “Je moet de kunst uit de 16de en 17de eeuw zien als inspiratiebron, als aanleiding”.
Twee toeschouwers voor De bewening van Christus. Het stervende schaap is op de foto net niet te zien.

Ik kwam met die instelling binnen, maar in de kapittelzaal kreeg ik het meteen voor mijn kiezen. Daar hangt het bekende schilderij uit 1566 van Maarten van Heemskerck: ‘De bewening van Christus’. Vlakbij staat een monitor opgesteld van videokunstenaar Jeroen Elsinga. Op het scherm zie je een schaap dat amechtig hijgend op haar rug ligt. De begeleidende tekst in de zaal luidt: 'Wij lijden aan onszelf of anderen, kwetsbaar in lichaam en geest'. Het schaap is te bewenen want het is duidelijk dat het dier ten dode is opgeschreven. Er naar kijken doet pijn. Het christelijke lijdensmotief van het schilderij wordt door de video verbreed. Samen tonen de kunstwerken nu het lijden in het algemeen. Het is een nogal onorthodoxe manier van tentoonstellen waarbij de oude kunst wordt gebruikt als startpunt voor een associatie. Maar het werkt wel. Corien had gelijk.
De prachtige serie matglazen kannen uit 2006 van Maria Roosen in de soepkeuken.

Omdat er op de tentoonstelling werken van 111 kunstenaars zijn te zien, is er ook een veelvoud aan thema's. Lang niet alles is onorthodox. Sommige combinaties horen zo natuurlijk bij elkaar dat ze een lust zijn om naar te kijken. De prachtige serie matglazen kannen uit 2006 van Maria Roosen hoort gewoon in de soepkeuken. Ze complimenteren de stillevens fantastisch. De moderne vloeiende vormen zouden in 1630 ook Willem Claesz hebben geïnspireerd.
Installatie van de Amsterdamse kunstenaar Krijn de Koning uit 2007. Op de achtergrond is uit 1670-1675 ‘Het interieur van de Nieuwe kerk in Delft’ van Hendrick Cornelisz van Vliet zichtbaar.

Ik ben blij dat ik me door Corien heb laten overhalen en wil dat jullie ook doen. Als je in de buurt bent van de drie Delftse musea moet je beslist gaan kijken. Ditmaal niet naar twee kogelgaten achter een glazen plaatje, maar naar kunst van alle tijden.

De tentoonstelling in Museum Het Prinsenhof, Museum Nusantara en Museum Lambert van Meerten, is nog tot 13 mei te zien in Delft

woensdag 14 maart 2007

Korpershoek trots van Schipluiden


Schipluiden – Wanneer ik vanuit Maasland binnendoor naar Delft fiets, passeer ik voor Schipluiden de karakteristieke brug over De Zijde, een zijtak van de Vlaardingervaart. Daar rijd ik langs korenmolen De Korpershoek. Al eeuwen staat er op deze plaats een molen. Er wordt voor het eerst melding gemaakt van een korenmolen op deze plaats in 1541. Mijn schoonvader hield van molens en wist er veel van. In de omgeving van Helmond en verder bezocht hij ze allemaal en legde het vast op de dia. Op dia-avonden kon hij er later boeiend over vertellen. Hij zou het dan ook ongetwijfeld geweten hebben: De Korpershoek is een grondzeiler.

 Korenmolen De Korpershoek is de trots van Schipluiden.

De oorspronkelijke korenmolen werd gebouwd in 1625. De molen brandde tijdens de Tweede Wereldoorlog (2 februari 1945) geheel af. Daarvoor in de plaats kwam de huidige molen. Het is een bestaande molen die werd overgebracht uit Leimuiden. De herbouw was klaar in 1950. De molen dankt zijn naam aan de karpers die op deze plek paaien en kuit schieten. De molen werd op 21 juli 1865 door de bliksem getroffen en werd geheel door brand vernield. De molen werd herbouwd met gebruikmaking van een poldermolen uit Berkel. Hij draaide tot de fatale tweede februari 1945. In 1991 bleek opnieuw een opknapbeurt noodzakelijk. In vijf maanden tijd werd in dat jaar de restauratie gerealiseerd. Sindsdien is het pronkstuk van Schipluiden werd tiptop in orde. Klik hier en zie de molen in werking.

dinsdag 13 maart 2007

Jong geleerd is oud gedaan


Jong geleerd is oud gedaan.Delft – De technologische evolutie roept bij mij geen verbazing op. Ik verbaas me slechts over de snelheid waarmee die zich voltrekt. De kranten die verschenen op de geboortedag van mijn kleinkinderen heb ik indertijd in een grote gele enveloppe bewaard. Leuk om later te lezen wat er nog meer belangrijk was op die dag, dacht ik terwijl ik dat deed. Nu realiseer ik me dat het bewuste kleinkind later wellicht nog het enige is dat herinnert aan die dag. Nieuws is vluchtig. Terwijl Karsten zich op zondagmorgen ontfermt over mijn krant vraag ik me af of die krant nog wel zal overleven. Dan heb ik het niet over de krant die de kleine man onder handen heeft. Ik doel op de krant als communicatiemiddel. Wellicht stort het medium zelf wel in de digitale kloof waarover ze nu regelmatig publiceren. De mevrouw die vanmorgen vroeg de kranten in mijn bus stopte, wacht hetzelfde lot als de vrolijk fluitende postbode die op deze zonnige lentedag later de straat in fietste. Beiden hebben, vrees ik, hun langste tijd toch echt wel gehad. Voordat de postbode de post in de bus duwt, heb ik de mail immers al gelezen. De krant houdt misschien nog het langste vol. Ik lees die liever aan tafel in het zonnetje met een vers kopje koffie, dan van mijn scherm. Maar hoe lang nog?

Jong geleerd is oud gedaan.Wat denken jullie? Zal de praktische toepassing van de informatie- en communicatietechnologie thuis, op school en het werk de krant de nek omdraaien? Of is het lezen van de krant niet een kwestie van nieuwe technologieën, maar van jong geleerd is oud gedaan.
Overleeft de papieren krant?
Wellicht hebben enkelen van jullie de krant al vervangen door een online versie?

Laat de redactie van ODD jouw mening weten.
Klik daarvoor hier


GuidoEen reactie van Guido: ”Ik lees mijn krant ook liever aan tafel in het zonnetje met een vers kopje koffie, vanaf mijn laptop en waar en wanneer ik maar wil. En zoals vanmorgen iemand op BNR zei:"Iedere krant is gratis, voor sommige betaal je echter een geringe vergoeding voor de bezorging". Hij doelde hiermee op de opkomst van gratis kranten. Mijn digitale krant wordt echter al jaren gratis bezorgd.”