zaterdag 31 maart 2007

Wijn in een handomdraai


Delft – Een goed glas wijn is heel plezierig, maar helaas begint dat plezier soms eerst met enige ergernis. Dat komt door de kurk. Of liever door het ontbreken van de kurk. Steeds vaker wordt een wijnfles afgesloten door een plastic propje in plaats van een echte kurk. Ik vraag me af waarom de producenten dat doen. Echte kurk kan ‘kurk’ veroorzaken, dat geef ik toe, maar een plastic propje kan zuurstof doorlaten. In beide gevallen is dat fataal voor de wijn. Mijn grootste ergernis is dat de plastic propjes moeilijk uit de flessenhals zijn te verwijderen. Het inschenken van een glas wijn, begint daarom vaak met ergernis. Als je als wijnproducent dan beslist modern wilt zijn, neem dan een schroefdop.

 De echte kurken zijn de buitenste aan weerszijden. De andere zijn plastic propjes. Sommige proberen in zielig beige nog een echte kurk te imiteren.

Wijnflessen worden al 450 jaar afgesloten met kurk. Er was vroeger simpelweg geen andere manier om de wijn in de fles te houden. Maar is het daarom nog de beste methode? De wijn die nu nog met een kurk wordt afgesloten, komt niet altijd uit de fles zoals de wijnmaker het bedoeld heeft. Zo’n wijn heeft dan ‘kurk’. En dat zijn niet die kruimeltjes in je glas omdat de kurkentrekker iets te ver is doorgedraaid.
‘Kurk’ herken je aan de geur. Het betekent dat de kurk is geïnfecteerd en die heeft op zijn beurt de wijn bedorven. De wijn ruikt muf en schimmelig en ook de smaak heeft sterk te lijden gehad. Soms is het maar heel licht, maar meestal is zo’n wijn ronduit niet lekker meer en kan de wijn daarom slechts gedronken worden door de gootsteen. Het antwoord op dit alles is de schroefdop. Steeds meer wijnproducenten gaan over op het gebruik van de schroefdop. Het probleem ‘kurk’ is daarmee uit de wereld en je maakt een lekkere fles wijn in een handomdraai open. Maar nog belangrijker is dat de wijn nu gegarandeerd altijd vers, fris en vol fruit uit de fles komt. Daar gaat het toch om?

Geen opmerkingen: