maandag 25 juli 2005


Strandgesprekken met Nienke


Scheveningen – Het weer speelde zondagmiddag niet voor de volle honderd procent mee. Toch was dat geen reden om van ons plan af te zien. Zodra oma na de vroege lunch op haar fiets was gestapt om te gaan werken, vertrokken Nienke en ik naar Scheveningen. Gewapend met een plastic zakje om de schelpen in te verzamelen, begaven we ons het strand op. Het was niet al te druk. Slechts de sportievelingen waren ook op het strand. Kite flyers en surfers waren aan de waterlijn te vinden. En Nienke natuurlijk. Ze had al rap haar schoenen en sokken uit om even te poedelen. Daarna maakten we nog een zandkasteeltje en wandelden een stuk langs de kustlijn. Maar belangrijk waren toch vooral de schelpen.

Nienke aan het strand in Scheveningen.

”Deze is voor Dieuwertje, want die is er pas eentje kwijt geraakt”, meldde ze terwijl ze een schelp met een klein gaatje in haar zakje stopte.
”Dit zijn scheermesjes”, wees ze opa op de langwerpige schelpen die met honderden op het strand lagen. Soms moest opa wat uitleggen. ”Wat is een vuurtoren” wilde ze weten en ”waarom staan er allemaal palen op het strand”. Er valt een hoop te bespreken. Wat eb en vloed is, behoefde ik niet meer toe te lichten, want ”dat hebben ze in Cadzand ook”, wist ze zich nog te herinneren. Het strand was een tophit. ”Jammer dat oma moet werken”, vond haar kleindochter. ”Als ik weer terug kom, mag oma ook mee”, besliste ze vastberaden. Dat spraken we af.

Geen opmerkingen: