Snor. Moustache. Bigote. Il Baffi. SchnurrbartKoudekerk aan de Rijn – Gisteren bezochten we mijn vader. We doen dat als dat mogelijk is wekelijks. Dat gaat natuurlijk niet altijd. Ouders en kinderen wonen tegenwoordig niet meer bij elkaar om de hoek. Niet meer in dezelfde stad. Je mag al blij zijn als ze in hetzelfde land wonen. Er zijn zat familieleden waarvan een of meer kinderen ver in het buitenland wonen. Omdat onze kinderen – heel comfortabel dichtbij elkaar – in Brabant wonen, slaan we dus wel eens een bezoekje over aan pa in Rhijndael. Dan zijn wij in het Brabantse land. ”Wat heb je nu toch steeds te melden bij zo’n wekelijks bezoek. Zoveel zal je tachtigjarige vader toch niet meer meemaken,” vroeg een nichtje uit Alphen me onlangs. “Ik bezoek m’n moeder één keer per maand en dan heb ik het al moeilijk om gespreksonderwerpen te vinden,” vertrouwde ze me toe. Tja, zo’n gesprek gaat bijvoorbeeld zo: “Zo pa hebt u uw snor laten staan?” “M’n scheerapparaat was kapot.” “Maar u hebt geen baard laten staan.” “Het apparaat doet het weer.” “Maar de snor vond u wel aardig. Dus die bleef.” “Ik vind een snor helemaal niet fraai.” “O?” “Ik ben vergeten om hem weg te halen” |
Room with a view in New York
4 maanden geleden