donderdag 21 juni 2007

Oen


Delft – In de huiskamer rinkelt de telefoon. Op het display ziet ze dat hij het is en daarom antwoordt ze met: “Met mij”.
”Ja hallo met mij”, klinkt het andere kant. Ze hoort op de achtergrond het geroezemoes van een treinstation.
“Ik ben wat later vandaag”, zegt hij
”Waarom”, wil ze weten.
“Ik heb mijn trein gemist”, legt hij uit.
“Hoe komt dat nu weer”, reageert ze enigszins korzelig.
“Ik ben vanmorgen mijn horloge vergeten. Nu weet ik de hele dag al niet hoe laat het is”.

Ik heb mijn trein gemist.

”En dan mis je dus je trein”, concludeert ze voor hem.
“Ja sorry hoor”, zucht hij. Ook zij zucht maar eens.
”Hoe laat is het nu?”, wil hij weten.
“Bijna tien over elf”, licht ze hem in.
Er volgt een kleine stilte en dan zegt hij:
“Dan heb ik weer een trein gemist”.
Ze legt met een nieuwe zucht de telefoon neer. Daarom hoort hij niet meer met welk drieletterwoord zij hem beschrijft.

Geen opmerkingen: