Na ampel proevenDelft – Het is niet eenvoudig om een wijn te beschrijven. Daar is een heel ritueel voor nodig. Voor dat ze een slok nemen, staan wijnkenners eerst wat te hannesen met het glas. Ze houden hem tegen het licht voor de kleur en dan steken ze hun neus erin voor de geur. Want zoals jullie weten, ruikt wijn niet naar wijn. Wijn geurt naar vruchten, bloemen of kruiden. Lees maar eens de beschrijving op de achterkant van de fles. In Frankrijk hebben ze het ook nog over ‘Gout de terroir’: aardse geuren. Ik vind dat niet altijd prettig ruiken. Dan komt pas het proeven. Ik heb ze het in Frankrijk weer volop zien doen bij de wijnboeren. De kenner neemt een flinke slok en laat de wijn over zijn tong en langs zijn gehemelte en tanden spoelen. Hij maakt er ook nog smakkende bewegingen bij alsof hij op de wijn staat te kauwen. Dan pas slikt hij door. Ik heb dan mijn glas al leeg. ”Goede afdronk”, knik ik dan naar de kenner. Nicolaas Klei is zo’n kenner. Hij doet het zelfs beroepshalve en schrijft daar over in de krant. Dat lijkt me een leuk vak. In zijn laatste stukje in het nieuwe AD schrijft hij over de ampelograaf. Had ik nog nooit van gehoord. Het is een druivenbeschrijver. Ampelos is Grieks voor wijnstok en grafie komt van graphein, schrijven. Aan de vorm van het blad, de nerven, de vorm van de trossen en van de druiven, de kleur van de druiven en de pitjes en nog veel meer, kan de ampelograaf vertellen welke druivenrassen er in de wijngaard staan. Dat is knap en bruikbaar. En waarom is nu zo’n man zo nuttig? Omdat proevers niet in staat zijn om druivensoorten te identificeren. Hoe ze ook met hun glas staan te hannesen, grondsoort en werkwijze hebben zoveel invloed op het resultaat dat dezelfde druivensoorten heel verschillende smaken geven. Dankzij de proevers heeft dezelfde druif in verschillende dorpen een andere naam gekregen. Maar dankzij de ampelografie weten we nu weer beter. |
Room with a view in New York
6 maanden geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten