zaterdag 3 september 2005


Een beetje roestig


De keus van Aleth.Delft – In de openbare bibliotheek ontmoette ik Aleth. Een vrolijke vrouw die ik voor in de zestig schatte. Dat leidde ik af aan haar volle bos grijze krullen. Ze zat aan de leestafel en had een stapeltje boeken voor zich. Ze was bezig een keuze te maken en knikte met een glimlach naar me toen ik met hetzelfde doel aan de tafel plaats nam. Ik had Corien beloofd wat boeken voor haar te halen en had nu het punt bereikt waarop ik moest kiezen.
“Het is lastig”, zei Aleth met een lichte zucht. Ze sprak met een Frans accent.
“Zijn de boeken niet voor u zelf?” vroeg ik.
“Jawel”, antwoordde ze en ging verder: “ik woonde tot voor kort met mijn man Michel in Frankrijk. Hij was directeur van een adviesbureau.” Ze nam een boek van de stapel en bladerde er wat in. Ik zag dat het een kookboek was. Aleth bekeek de fraaie foto’s van de spijzen en zuchtte nu nog wat duidelijker.
“Het is moeilijk”, zei ze met een glimlach.
“U bent niet gewend te koken”, informeerde ik.
“Jawel. Ik kan heel lekker koken. M’n Nederlands is alleen wat roestig geworden”, lachte ze. Ze gooide haar grijze krullen naar achter en lachte luid. De andere boekenliefhebbers keken met blikken waarin een mengeling van amusement en irritatie zichtbaar was in onze richting.
“Ik kom oorspronkelijk uit Rijswijk en heb mijn man leren kennen op een vakantietripje in Auxerre. Uiteindelijk ben ik veertig jaar in Frankrijk blijven hangen”, verklaarde ze de roest, “we wonen nu hier in Delft”.
“Misschien is een kinderboek dan wel een goede start om opnieuw met het Nederlands te beginnen”, stelde ik voor.
Aleth moest opnieuw erg hard lachen. De mensen in de bibliotheek keken opnieuw in onze richting, maar nu duidelijk verstoord. Ik hield mijn wijsvinger voor m´n mond en fluisterde: “Ssssst”. We leken wel een paar pubers, die achter stapels boeken de rust in de leeszaal verstoorden.
“Geen kinderboeken. Ik heb geen kinderen en ik houd ook niet van hun literatuur”, glimlachte ze nu zachtjes.
Ik knikte.
“Ken je Bas Vlugt”, vroeg ze een boek naar mij ophoudend.
Ik bekende dat de man mijn volkomen onbekend was.
“Ik neem zijn boek”, zei ze, “Ik vind het plaatje wel vrolijk”.
Ik keek nogmaals naar de cover van haar keuze en bijna had ik gezegd: “Nog meer roestig geworden?”

Geen opmerkingen: