dinsdag 27 september 2005


Gezellig winkelen is fun shoppen


Corien op de 'roltrap' .Rotterdam – Vroeger gingen we op een vrije middag ‘gezellig winkelen’, tegenwoordig gaan we ‘fun shoppen’. Als je het over ‘gezellig winkelen’ hebt, denk je trouwens niet meteen aan Rotterdam. Ik zou eerder aan Amsterdam, Den Haag of Utrecht denken. Sinds zondagmiddag weet ik dat dat een misvatting is. Rotterdam is door de decennia heen echt toonaangevend is geweest op het gebied van winkelen. De stad kreeg eind negentiende eeuw als eerste in ons land een winkelpassage naar Parijs' voorbeeld. En in 1953 opende men in de havenstad een revolutionaire winkelpromenade: de Lijnbaan. Ook het concept van de Beurstraverse, die halverwege de jaren negentig werd opgeleverd, was vernieuwend. De architect heeft de Koopgoot zo vormgegeven dat winkelen hier echt ‘fun shoppen’ werd.

Ik weet dit alles omdat Corien & ik zondagmiddag de tentoonstelling ‘Winkelen’ bezochten in museum Het Schielandshuis in Rotterdam. Deze tentoonstelling zal tot 28 mei volgend jaar te zien zijn. Je wordt er bloot gesteld aan 100 jaar Rotterdamse koopverleiding: revolutionaire winkelconcepten als de Passage en de Lijnbaan, etalages en posters van de Bijenkorf, toonbanken vol historie en schappen vol koopwaar. Aanleiding is het 75-jarig bestaan in oktober van de Rotterdamse Bijenkorf. Het gebouw van architect Dudok was een mijlpaal in de ontwikkeling van het moderne imago van Rotterdam. De vestiging van het warenhuis gaf een impuls aan het recreatief winkelen in de stad.
Het is me nu wel duidelijk: de De Bijenkorf is een kroonjuweel in het Rotterdamse winkelwalhalla. Altijd al geweest. De oude 'Bij' was reusachtig, veel groter dan de latere vestiging aan de Coolsingel. Het warenhuis zette door de jaren heen verschillende trends, kreeg een kosmopolitische uitstraling. In 1932, vlak na de opening in Rotterdam, was er in de Bijenkorf een tentoonstelling van moderne kunst. Er hingen werken van Klee, Mondriaan en Picasso. De Bijenkorf introduceerde later allerlei trends uit Amerika: de spijkerbroek, de barbecue, coca-cola en de jukebox. De etalages maakten op mij als kind grote indruk. Ze waren een echte lokker om klanten naar binnen te trekken. Warenhuizen waren deftig. Vooral de Bijenkorf was voor de gegoede burgerij. Bij de deur van het warenhuis stond een portier. Hij liet kinderen zonder begeleiding niet naar binnen. En wij kinderen vonden de Bijenkorf geweldig. Het was immers het allereerste warenhuis met roltrappen. Dat feestelijke gevoel kreeg ik zondagmiddag weer even terug.

Winkelen was toen nog geen fun shoppen.

Geen opmerkingen: