vrijdag 4 juli 2003

Smullen in Denemarken


Rauwe erwten eten de Denen als lekkernij zo uit de peul. Wij deden natuurlijk ook mee. Haderslev – Als het op eten aankomt zijn Denen fantasierijke mensen. Ze nemen het er goed van. In de restaurants tref je dan ook niet alleen toeristen aan. Denen houden er kennelijk van om buiten de deur te eten. Een oud Deens woord voor restaurant is niet voor niets traktorsted (trakteerplaats). Ik voelde me er dus ook wat dat betreft helemaal thuis. Ik heb echt van alles geproefd. Een van onze hotels had zelfs bij het ontbijt gemarineerde haring. Ik vond het heerlijk en maakte er smorrebrod mee. Dat is het nationale hapje van Denemarken. Het betekent letterlijk met boter besmeerd brood. Ik vind het geen brood met beleg, maar beleg met brood. Het is een culinair kunstwerkje dat slechts begint met een sneetje met boter besmeerd brood. De fantasierijke bovenbouw is waar het omgaat. Je ziet ze met werkelijk alles: hardgekookt ei, allerlei vlees – en vissoorten, zowel warm als koud. Daarbovenop wordt het opgesierd met allerlei groenten, radijs, sla, tomaat, komkommer en schijfjes sinasappel. Je kunt het zo gek niet verzinnen. Het smorrebrod smaakt niet alleen heerlijk, het ziet er ook fantastisch uit. Je koopt het in restaurants (sommige hebben wel 50 soorten) en delicatessenwinkels, maar ook in de supermarkt, uit de automaat, bij een karretje op straat of in een speciale smorrebrod-winkel. In zo’n eetparadijsje in Kopenhagen zag ik zelfs smorrebrod voor kinderen met o.a. dunne plakjes chocolade en schijfjes banaan.

Nu wij in Denemarken zijn is het aardbeientijd. Op straat zie je in de centra overal kraampjes en karretjes waar overtuigend roepende kooplui de rode vruchtjes met drie bakken te gelijk verkopen. Ze verkopen ook erwtjes. Hoog opgetast liggen de nog ongepelde erwten naast de aardbeien. Wij begrepen de combinatie niet erg goed. Tot dat we tijdens een openlucht jazzconcert Jorgen en Lene Rasmussen ontmoeten. Zij zaten aan het tafeltje naast ons. Midden op hun tafeltje lag een plastic zak met erwten. ”Wat doet iedereen toch met een zak erwten,” wilde Corien wel eens van hen weten. Zonder te antwoorden graaiden ze beide een hand van de peulen uit de zak en demonstreerden het. Ze drukten de peulen open en aten de erwten rauw. Wij kregen van Lene allebei een handje van de groente. Het smaakt heerlijk vers, een beetje zoet en niet overdreven sterk naar erwten. Wel lekker eigenlijk. Ik begon dit stukje niet voor niets met: Als het op eten aankomt zijn Denen fantasierijke mensen.


Geen opmerkingen: