donderdag 15 september 2011

Wel wat koel

Le Havre – Wie de havenstad Le Havre bezoekt, moet over de Pont de Normandie. Deze hoge tuibrug over de Seine zie je al van verre liggen. [klik hier voor een plaatje]. Het is vanuit architectonisch standpunt dus een goed begin van een bezoek aan de stad. Het zet ook de toon. Want van de oude pracht en praal van de stad is niets meer over. De stad is tijdens de Slag om Normandië voor een groot deel vernield. Oude middeleeuwse huizen of kerken vind je hier dus niet. Toch is een groot deel van de stad door UNESCO tot Werelderfgoed verklaard. Le Havre werd na de Tweede Wereldoorlog onder leiding van de architect Auguste Perret weer opgebouwd. Die wederopbouw duurde tot 1964 en ondanks dat Perret toen al tien jaar dood was, gebeurde het wel op basis van een stedenbouwkundig plan van zijn hand. Hij gebruikte bij zijn plannen veel ideeën van zijn leerlingen. Hij was gespecialiseerd in gewapend beton en bij die wederopbouw zijn dan ook veel geprefabriceerde elementen en gewapend beton gebruikt. Al dat geprefabriceerde beton maakt het in mijn optiek wel wat saai. Het is allemaal ruim en heel evenwichtig, maar ook wel koel.

Maar ach, wie ben ik vergeleken bij de kenners van de UNESCO. We bezochten de Rooms Katholieke St. Jozephkerk. De 107 meter hoge toren van de kerk staat midden op het gebouw. Hij moet op zee al van verre te zien zijn. Dat is ook de bedoeling want de kerk is tevens een monument ter nagedachtenis aan de 5000 inwoners van de stad die omkwamen in WWII. De kerk heeft een fascinerend interieur. Dat komt voor een groot deel door de grote hoogte en de veelkleurige ramen die voor een diffuse lichtval zorgen.

Geen opmerkingen: