dinsdag 11 maart 2003

In Helmond is nog wat blijven staan


Er is wat blijven staan.
Helmond – Mijn vader schrok in 1964 bij zijn eerste bezoek aan Helmond van de troosteloze uitstraling van die stad. Maar gelukkige was niet heel Helmond zwart en onverzorgd. Integendeel, Helmond was in de jaren 60 hard bezig om zich van een armoedige grauwe industriestad op te werken tot een fraaie stad met meer allure. Om te beginnen kwam er “de luchtbrug”, zoals de Traverse in de volksmond genoemd werd. Bedoeld om het snelverkeer vanuit Eindhoven moeiteloos door Helmond te loodsen, zonder oponthoud over het kanaal (de Zuid-Willemsvaart). In werkelijkheid beweerden boze tongen dat de gemeente Helmond z’n laatste centen aan het project “luchtbrug” spendeerde om meer status binnen de provincie te verkrijgen. Maar hoe dan ook, er moest flink wat gesloopt worden om plaats te maken voor de Traverse ofwel Europaweg. En niet alleen waar de Traverse moest komen, maar en-passant werd ook andere oude bebouwing opgeruimd, onder het mom van “die oude troep moet maar eens verdwijnen”. Dat was nu eenmaal de trend in de jaren-60. Niet alleen in Helmond volgens mij. Zo herinner ik me dat er in die jaren in de Randstad moeiteloos oude grachten werden gedempt om meer ruimte voor de auto’s te krijgen. Hierdoor verdween in vele oude steden die typische oud-Hollandse uitstraling die een zekere intimiteit uitstraalde. Gelukkig is men gaan inzien dat de Hollandse stedenbouw evengoed een stukje cultuur is die behouden moet worden voor de latere generaties. Sterker nog er wordt weer zeer architectonisch fraai gebouwd in Nederland, waarbij zelfs ook weer wordt teruggegrepen op de oud-Hollandse bouwstijl. Ik zal hier binnenkort op terugkomen.

slijpplaats.In Helmond is gelukkig ook nog wel wat blijven staan. Het leuke is dat monumentale gebouwen die niet meer in de oorspronkelijke functie gebruikt worden, herbouwd zijn tot woon-winkelgebieden, maar met behoud van het oorspronkelijke karakter. Het oude schoolgebouw van het Carolus Borromeuscollege bijvoorbeeld is 15 jaar geleden van binnen veranderd in woonappartementen. Van buiten ziet het er nog hetzelfde uit als vele jaren voordien, inclusief het schoolplein. Zo ook met het klooster naast de Paterskerk in de Molenstraat. De Paterskerk zelf is in gebruik als schoolcentrum/kantine/theaterzaal van scholengemeenschap Jan van Brabant (voorheen de Rijks H.B.S.). De oude huishoudschool op de Zuid-Koninginnewal, is veranderd in een winkeleenheid waar zeer chique zaken in gevestigd zijn. De achterkant van het gebouw maakt deel uit van het To Hölscherhof (een woongebied met exclusieve winkeltjes en ateliers) waar eerst het schoolplein en de pastorietuin van de Lambertuskerk was. Bestudering van de ramen van de voormalige klaslokalen laat vele inkervingen zien, gemaakt in de bakstenen rondom de ramen. Volgens Els en Pieter Jan zou dat wel eens kunnen komen van het slijpen van de griffels.



Een bijdrage van Nellie