zondag 31 augustus 2003


Opruimen


Mijn moeder in haar verkeringstijdDelft – Grote schoonmaak houd je in de lente. Wij niet. Mijn echtgenote kwam met het idee om de logeerkamer en de studeerkamer te voorzien van nieuwe vloerbedekking. Het is ongetwijfeld nodig. Ik heb er niet zo’n kijk op. Mede omdat ik de rompslomp liever vermijd. Er zijn inmiddels 25 verhuisdozen gearriveerd om de inhoud van de kasten tijdelijk elders op te slaan. Corien zit ’s avond gezellig bij mij op de studeerkamer en verhuist de inhoud van de kasten naar de dozen. Daarbij moet steeds dè beslissing genomen worden: bewaren we dit nog of gaat het nu weg? Tot nu toe valt de beslissing voor 99 procent uit voor bewaren. Wij zijn hopeloos als het op het weggooien aankomt. Tijdens deze operatie kom je wel het een en ander aan herinneringen tegen. Oude studieboeken uit het begin van m’n loopbaan. Maar ook veel ‘gewone’ boeken. Moet ik Karl May’s boeken over Old Shatterhand en Winnetoe nu nog langer bewaren of gooi ik ze weg. Ik stop mijn jeugdherinneringen toch maar in een verhuisdoos. In een boek vindt Corien ook een fotootje van mijn moeder. Heel lang geleden, misschien wel voor de oorlog, genomen. Ze zit aan tafel met haar handen tegen haar gezicht en kijkt naar de fotograaf. Ongetwijfeld mijn vader. Op tafel staan wat flessen en een glas. De zon schijnt. Het plaatje gunt ons een blik op een moment uit de verkeringstijd van mijn ouders. Dit fotootje gaat niet in een doos. Het krijgt een plekje op mijn bureau. Het opruimen van de kamer krijgt nu ook mijn interesse.