zaterdag 21 december 2002

De boom van………..


Bijna direct bij mijn vader om de hoek staat deze fraai opgetuigde kerstboomKoudekerk aan den Rijn – Inmiddels staat bij iedereen de kerstboom. En als je van plan was er eentje aan te schaffen, maar dat nog niet hebt gedaan, haast je dan, want de betere exemplaren zijn er inmiddels wel uit. Ook bij ons staat de boom te pronken. Nu ja, boompje. Hij is niet zo groot als andere jaren, maar helemaal zonder wilden we toch ook weer niet doen.
Gistermiddag waren we voor ons wekelijkse bezoekje even bij mijn vader. Ook zijn kerstboom staat er al een tijd. Hij heeft ook niet zo’n reusachtige boom, maar er is op zijn kamer ook niet echt veel ruimte voor. Dit ‘gemis’ wordt echter ruimschoot goed gemaakt door de bomen die her en der in het tehuis een plaats hebben gekregen. Bijna direct bij hem om de hoek staat een fraai opgetuigde kerstboom. Er staan twee leunstoeltjes bij om er eens lekker van te genieten. We namen er deze foto. Je ziet op de foto dat het er allemaal reuze gezellig aan toe ging. We hadden het naar onze zin. Toch werd de stemming nog bizar.
Toen wij aan het eind van ons bezoek naar de lift wandelden met pa, troffen we op de gang twee medewerksters die druk bezig waren met het opruimen van lege dozen. We maakten een grapje over het opruimen van de kerstpakketten en lachten nog toen we bij de lift aankwamen. Er stond een middelbare mevrouw voor. Ze was gekleed in een stemmig grijs mantelpakje. De vrouw duwde een koelapparaat de lift binnen. We realiseerden ons pas later, dat het zo’n apparaat was dat men onder een lijkkist zet. We keken zwijgend naar elkaar in de lift.
Toen we beneden arriveerden, wilde er een in het zwart geklede man met een zwarte hoed op naar binnen. We passeerden elkaar met een knikje. Toen viel het kwartje en wisten we waar het koelapparaat voor was. Terwijl we van de lift naar de hal liepen zag mijn vader bij de ingang van de grote zaal een condoleanceregister. Op de toon van een ervaringsdeskundige zei hij: ”Er is iemand dood. Gebeurt hier regelmatig.” Hij liep naar het register en keek naar de naam van de overledene. ”Ken ik niet”, merkte hij met een zucht op. Ik realiseerde me dat dit tafereel waarschijnlijk zeer regelmatig in zijn tehuis voorkomt. Hij reageerde overigens niet anders op de komst van de doodbidder dan op de komst van een andere leverancier. In de hal bij de deur namen we afscheid. We wensten elkaar prettige feestdagen. Tussen ons in stond in het kleine halletje de doodskist klaar om naar binnen gereden te worden.
”Mooi exemplaar”, zei m’n vader met berusting. Toen wij aan het eind van de parkeerplaats omkeken, stond hij naast de kist en zwaaide naar ons.

Geen opmerkingen: