vrijdag 22 juli 2011

Venus vliegenvanger

Leiden – Vleesetende planten zijn er in vele soorten en maten. Dat ontdekte ik toen ik deze week met Nienke en Dieuwertje een bezoek bracht aan de Hortus Botanicus in Leiden. Samen met mijn kleindochters bezocht ik daar een tentoonstelling over bijen. Deze nijvere zoemertjes spelen zoals wij allen weten een rol in de voortplanting van de planten. We zagen op de tentoonstelling ook allerlei andere planten waarbij insecten een rol spelen. Een rol waarbij zij ook belangrijk zijn voor de overleving van de planten. Een rol die dramatischer is dan die welke de bijen en aanverwante spelen.
“Kijk een vliegenvanger”, wees ik de kinderen toen ik de planten in het vizier kreeg. Nienke keek in de aangewezen richting en zei toen: “Dat is een Venus vliegenval”. Ik keek snel even tersluiks op het bordje en zag dat ze gelijk had. Zo heet de plant. Voordat ik kans zag om het bord helemaal te lezen, legde Nienke het uit.
“Er zit spul in dat zoet ruikt en daar komen de vliegen op af”, legde ze uit.
“Nectar”, zei ik, want ik wilde niet de indruk wekken dat ik helemaal niets wist.
“Er zitten kleine haartjes tussen de opengesperde bladen. Als een haartje binnen twintig seconden een paar keer wordt aangeraakt, klapt het blad dicht en zit de vlieg gevangen”, ging mijn kleindochter verder.
Terwijl ik een paar foto’s maakte, vertelde Nienke verder aan Dieuwertje hoe het vangenvliegen in zijn werkt gaat.
“Het is heel mooi”, zei ik, “zou hij ook met mes en vork eten”.
De kleindochters begrepen dat ik een grapje moest maken en glimlachten beleefd.
“De insect wordt tussen de bladeren verteerd. Dat duurt wel een week en dan gaat het blad weer open”, lichtte Nienke nog maar eens toe. Ik las op de begeleidende tekst dat er een afscheiding vrijkomt die zorgt voor dat verteren.
“Hoe weet jij dat allemaal?” vroeg ik Nienke. Ze haalde haar schouder op. “Ik heb wel eens eerder zo’n plant gezien”.

Geen opmerkingen: