zondag 31 juli 2011

Kunst & commercie

Bath – Het Holburne Museum in Bath is een klein museum, maar met een heel fraaie collectie. We konden het vorig jaar niet bezoeken omdat het gesloten was voor renovatie. Maar in mei dit jaar is het na drie jaar weer heropend. Dus gingen Corien & ik er op een zondag naar toe om een schilderij te zien. Inderdaad één. Er hangen werken van o.a. Gainsborough, Stubbs en Zoffany en we hebben ze gezien, maar we kwamen in het bijzonder voor een schilderij van de laatste. De Duitse schilder Johann Zoffany is een neoclassicist. Hij werkte voornamelijk in Engeland en er hangt daarom werk van hem in veel Britse musea. Hij hangt o.a. in Londen in de National Gallery en de Tate Gallery. Allemaal mooi werk met een verhaal, maar hier in Bath hangt het werk waar voor ik kwam. Het schilderij heeft de lange titel: “David Garrick as Jaffier and Susannah Maria Cibber as Belvidera in Venice Preserv’d”. Het is een schilderij waarvan in heel wat Britse huizen een poster of reproductie hangt. Het is hier erg populair. Nog steeds.
Het is een scene uit het toneelstuk Venice Preserv’d van Thomas Otway. Een tragedie uit 1680. Het stuk heeft tot 1830 gelopen in de Britse theaters. Niet gek voor een toneelstuk en omdat het zo populair was, waren afbeeldingen met in de hoofdrollen de beroemde acteurs veel gevraagd. Daarin voorzagen de schilders. We noemen het nu kunst, maar ze werden toen vooral gemaakt omdat ze commercieel een succes waren. Susannah Maria Cibber was een gevierde Engelse zangeres en actrice en David Garrick werd gezien als een geniaal acteur. Maar de huidige populariteit van het schilderij als poster heeft volgens mij niets te maken met het stuk of de spelers. Het komt vooral door de dramatische voorstelling. Een man die op het punt staat zijn vrouw met messteken om het leven te brengen. Dat is heftig. Het stuk gaat dan ook over liefde en bedrog. Maar ach, daar gaan veel stukken over. Zoffany heeft het drama heel goed weer gegeven. Wie zegt dat commercie en kunst niet samen kunnen gaan? In de negentiende eeuw hadden ze daar geen moeite mee.

Geen opmerkingen: