zondag 26 december 2010

Dooi

Delft – Op Eerste Kerstdag maken Corien & ik na de lunch een wandelingetje. In een heerlijk kerstzonnetje genieten we van de aanblik van een witte kerst. Het heeft in onze omgeving de laatste paar dagen niet meer gesneeuwd, maar wel gevroren. Daarom ligt er overal nog volop sneeuw. Op de wegen is de sneeuw wel weg, maar buiten de wegen ligt er nog voldoende om een tweeverdiepingen iglo te bouwen. Toch wordt de hoeveelheid sneeuw elke dag een beetje minder. “Betekent dat nu dat het dooit?” vroegen wij ons tijdens de wandeling af. Tja, wanneer dooit het nu eigenlijk? Als we in juni met 20°C op de fiets naar het strand peddelen, zeggen we niet tegen elkaar: “Het dooit nog steeds lekker”. Toch geven we met het woord dooi de stijging van de buitentemperatuur aan na een vorstperiode. Corien weet waarom het in de zomer nooit dooit. “Dooi duurt nooit langer dan één dag”, legt ze me uit. “Hoe noem je dan de temperatuur de dag erna als het nog steeds boven nul is?”, wilde ik van haar weten. Ook daar had zij een antwoord op. “Als de temperatuur de dag daarna nog steeds boven nul is, dan spreek je van ‘doorzettende dooi’ ”, vertelt ze onverstoord. Ik geef het nog niet op en wil weten of dat dan de laatste dag is dat het woord dooi mag worden gebruikt.

Ze schudt haar hoofd en kijkt me glimlachend aan. “Je kunt nog één dag vooruit. Als het de dag na de ‘doorzettende dooi’ nog steeds boven nul is, spreek je van ‘aanhoudende dooi’ ”, gaat mijn echtgenote verder met haar uitleg. Dat is dus de reden dat we in juni niet meer van dooi spreken. Dooi duurt nooit langer dan twee dagen. “Nooit geweten”, geef ik meteen toe. Maar het is nog ingewikkelder dan ik aanvankelijk dacht, want Corien voegt nog een voorwaarde toe aan het gebruik van het woord dooi. “Natuurlijk kun je alleen spreken van dooi als er sneeuw of ijs ligt. Zonder smeltend sneeuw of ijs is er geen sprake van dooi”, voegt ze aan haar uitleg toe. Ik knik begrijpend en duik iets dieper in mijn kraag. De zon mag dan schijnen, het dooit nog steeds niet begrijp ik nu. Plotseling lijkt het toch ineens kouder.

1 opmerking:

Martien zei

Als je in de zomer een ijsjes wil eten en het loopt langs je handen, spreek je inderdaad niet dat je ijsje dooit maar dat je ijsje smelt.