donderdag 20 mei 2010

Maak het waar


Delft - “Het is op zich goed dat er helderheid komt over welke soorten claims wel en niet houdbaar zijn”, lees ik woensdagmorgen in mijn ochtendkrant. Het citaat is afkomstig van Philip den Ouden, directeur van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI), en in die functie een belangrijke lobbyist voor de levensmiddelenindustrie. Hij maakt zich zorgen. Niet over jouw en mijn gezondheid die levensmiddelen claimen te beschermen, maar over het feit dat de Europese voedselautoriteit van de ruim vierhonderd gezondheidsclaims er slechts negen (ja je leest het goed, er staat 9) hebben toegekend. Den Ouden vindt het idee dat een claim waar moet zijn “op zich goed”. Dat is mooi, maar niet genoeg. Ik begrijp al heel lang niets meer van de beschrijving die producenten van hun levensmiddelen op het etiket of in advertenties geven. Het lijkt wel of ze medicijnen aanprijzen. Ik vermoedde al wel dat een flesje ‘superfruit’ mijn lichaam niet beschermde tegen veroudering, maar nu blijkt de Europese voedselautoriteit dat te bevestigen. Ze hebben het wetenschappelijk onderzocht. Maar juist daarover is baasje Philip niet te spreken. “Het is een modderig proces geworden. Voor veel bedrijven is niet duidelijk hoe hoog de lat licht”, moppert hij verder in de krant. Toch is het niet zo moeilijk. Ik wil de directeur van de FNLI wel uitleggen hoe hoog de lat moet liggen. Wij consumenten willen geen vage claims over verbetering van de weerstand, de stoelgang of herstel van allerlei lichamelijke ongemakken. Wij willen niet misleid worden met halve waarheden. Wij willen de hele waarheid. Wij willen dat de informatie die op etiketten en in advertenties staat waar gemaakt wordt. Dat is toch niet zo moeilijk Philip.

Geen opmerkingen: