donderdag 21 april 2005


Een Vriendendienst


 Pauline Greidanus en Michel van Dousselaere.Den Haag – Gisteren bezochten Corien & ik de Guido de Moorzaal in Den Haag om daar het toneelstuk ‘Een Vriendendienst’ (Communicating Doors) van de Britse schrijver Alan Ayckbourn in een uitvoering van het Nationale Toneel te zien. De Engelse toneelschrijver noemde zijn stuk toen het in 1994 uitkwam een kruising tussen tussen 'Psycho' en 'Back to the future'. Ik vind het inderdaad een combinatie van een 'comedy thriller' en een 'science fiction play'. De oorspronkelijke titel verwijst naar de verbindingsdeuren die we vaak in hotelkamers aantreffen. Tot gisteravond dacht ik dat die altijd op slot zijn en slechts dienen voor het hotelpersoneel. Nu weet ik beter.
Het stuk speelt in een Haagse hotelsuite. Altijd dezelfde, maar steeds in een andere tijd. Het verhaal begint in 2024. Ries, een doodzieke man, belt de jonge prostituee Phoebe (specialiteit: dominante meesteres). Hij vraagt haar een wel heel merkwaardige dienst. Hij vraagt of ze getuige wil zijn van zijn schriftelijke bekentenis. Daarin beschrijft hij hoe hij zijn eerste en daarna zijn tweede vrouw heeft laten vermoorden door zijn louche zakenpartner Gieselbert. Wanneer Phoebe door die laatste bedreigd wordt, moet ze rennen voor haar leven en komt ze in een identieke hotelkamer terecht. Maar dan wel in 2004. Daar treft ze de dan nog levende, tweede vrouw, Ruella. Phoebe reist niet via een tijdcapsule, maar gewoon via een verbindingsdeur in de hotelkamer. Uiteindelijk komen we ook nog in 1984 bij de allereerste echtgenote Jessica.
Antoinette Jelgersma, Pauline Greidanus en Catherine ten Bruggencate. Dat gevlieg van de ene naar de andere tijd wordt nog tamelijk ingewikkeld. Zo wordt er gesjouwd met een lichaam dat eerst wel en dan later weer niet dood is. En dat alles terwijl er buiten het Haagse hotel een stadsguerrilla woedt. Maar uiteindelijk slagen de drie vrouwen erin om de loop van de geschiedenis een andere wending te geven. Ik ben het meest onder de indruk van het spel van Catherine ten Bruggencate als de bedreigde en als maar redenerende echtgenote Ruella. Pauline Greidanus – de helft van de tijd in een leren sm-pakje – vind ik heel ontwapenend en aandoenlijk als callgirl. Door haar spel geloof je dat reizen door de tijd een angstig gevoel van onthechting oplevert. Peter Bolhuis zet overtuigend een dreigende serial killer neer. Het stuk is goed vertaald en overgezet naar Nederland. Alleen bij de vertaling van de titel laat men een steekje vallen. Waarom niet “Dubbele Deuren”, “Verbindingsdeuren”, “Draaideuren” of desnoods “Geheime deuren”. Maar misschien is dat een “open deur”.

Geen opmerkingen: