vrijdag 12 maart 2004


De ver-lo-ren zoon


bladzijde 36Delft – De vrijdag is nuttig besteed. We hebben het bureau, dat van boven naar beneden kwam, opnieuw ingericht. En de speelhal boven is opgeruimd. Er kan nu zelfs een kinderbedje in. Dat helpt als er ooit negen mensen en mensjes tegelijk willen logeren. Bij het opruimen zag ik in de boekenkast twee kleine boekjes staan. Boekjes die herinneringen terugbrachten aan zowel de jeugd van Corien als aan die van mij. Het zijn twee boekjes uit de reeks ’Se-rie klei-ne Bij-bel-boek-jes voor de kleu-ters’. Verteld door An-ne de Vries en met te-ke-nin-gen van Tjeerd Bot-te-ma. Een uitgave van J.H. Kok uit Kampen. Alle woorden zijn in de boekjes inderdaad bij de lettergrepen onderbroken door een streepje. Handig voor kleuters die net kunnen lezen. Corien en ik hadden er allebei een. De mijne heet ’De ver-lo-ren zoon’ en die van mijn echtgenote heet ’De goe-de her-der’. Haar boekje, netjes gekaft, ziet er zo netjes uit dat het bijna ongelezen lijkt. Mijn boekje is duidelijk gebruikt. De rug van de kaft is kapot en ik heb de tekeningen hier en daar voorzien van mijn eigen krabbels. Onderaan de laatste bladzijde schreef ik met rood potlood ’Einde’. Zonder streepje.
Op bladzij 37 van mijn boekje komt het allemaal weer goed.

De verloren zoon
De jon-gen zei:”Va-der, ik ben zo on-deu-gend ge-weest. Ik ben veel te slecht om uw zoon te zijn…”
Maar de va-der zei:”Je bent wèl mijn zoon, hoor!… Je bent tòch mijn zoon!… Ik houd tòch nog veel van jou!”
En hij riep te-gen de knech-ten:”Haal eens gauw mooi-e kleren voor mijn zoon! En ook nieu-we schoe-nen! En geef hem ook een nieu-we gou-den ring aan zijn vin-ger!”….



Geen opmerkingen: