dinsdag 27 november 2001

Het is wat
Delft – Op zondagmorgen kijkt mijn vrouw aan het ontbijt uit de krant omhoog en zegt: “Het is wad”. Ik scan vliegensvlug de koppen van de krant, ontdek slechts narigheid en antwoord dus:"Tis zeker wat”.
Dat is immers een veilig antwoord waarmee je normaal alle kanten opkan. Deze morgen echter niet. Mijn echtgenote gaat verder met:”Wist jij het dan al? Had jij al gelezen dat het wad was”.
Ik begrijp haar niet, maar kijk zo helder mogelijk en vraag: "Dat het wat was met wat?”
De donkere oogjes van mijn eega glimmen nu van de pret als ze zegt: “Jij begrijpt het niet hé?. Jij denkt dat ik wat bedoel, maar ik bedoel wad”.
“Wat bedoel je nu?”, zeg ik langzaam en nadrukkelijk de klemtoon op elk woord leggend. “Het is mij nu echt volkomen onduidelijk”, geef ik haar mokkend toe.
“Ik bedoel het woord wad als in doorwaadbare plaats”, legt ze nu uit.
Er valt een peinzende stilte. “Jij bedoelt wad. En wat is er dan met wad?”, wil ik nu weten.
“Wad is het oudste Nederlandse woord. Ik lees hier in de krant dat het oudste woord uit onze taal wad is. Is dat wat?, verklaart mijn vrouw glimlachend.
“Ene Nicoline, een slaviste en etymologe uit Leiden, heeft in haar proefschrift aangetoond dat in 107 na Christus de Romeinse geschiedschrijver Tacitus het al heeft opgetekend”, gaat zij geleerd vanachter haar krant verder.
Ik ben er stil van en smeer in gedachten verzonken mijn geroosterde boterham.
Dan merk ik op:”Je hebt gelijk. Tis zeker wat”.


Nog 34 dagen tot de komst van de Euro





Geen opmerkingen: