zaterdag 17 november 2001

Dagje Diergaarde
Rotterdam - Donderdag bezocht ik de Diergaarde Blijdorp. Het was er rustig. De dieren wandelden heel vredig door hun beperkte ruimte en besteedde hun aandacht voornamelijk aan hun voedsel en gunden de bezoekers geen blik. Ze wisten het wel. Ook het onderhoudspersoneel van de dierentuin had het wel gezien. Een forse man met een grote rode pruik haar was bezig een gat te graven vlak voor een dierenverblijf.
“Je mag wel oppassen dat ze niet ontsnappen”, grapte een hoogbejaarde bezoekster met trillende stem.
“Ik graaf geen tunnel”, mopperde de man met de schop vast en ging verder.
Zonder op te kijken zei hij op enigszins barse toon tegen de dame: “Ik adviseer u om hier niet zo ver naar voren te leunen. Krokodillen bijten heel venijnig”.
“U werkt hier zeker nog niet zo lang”, lachte de vrouw.
De man keek nu op en zag dat hij voor het verblijf van de schilpadden stond te graven. De dame vond het heel leuk en ging verder:”Als u verdwaald bent, mag u wel even op m’n plattegrondje kijken hoor.”
De man met de schep gromde. De vrouw en ik liepen hardop glimlachend verder.
De diergaarde bezit sinds enige tijd een heel fraai onderkomen voor zwemmers uit de oceanen. Ze noemden dat dan ook heel toepasselijk Oceanië. In de hal voor het restaurant trof ik echter nog een gewoon aquarium aan. Met twee hekken was ervoor een ruimte vrijgemaakt voor de huisschilder van de diergaarde. Hij was gekleed in een bevlekte witte overal en kleurde de omgeving weer fleurig geel. In de bak zwommen twee heel grote donker vissen. Ze zagen er uit als stukken van een gezonken autoband. Niet de mooiste in de natuur. Terwijl ik daar stond, werden er boven in de bak stukken vis gegooid. Het was voerdertijd. Samen met de schilder keek ik naar de langzaam zinkende stukken vis. De autobanden verroerden niet.
De schilder en ik keken elkaar aan.
“Het ziet er ook niet erg smakelijk uit. Geef maar toe”, verdedigde ik de ongeïnteresseerdheid van de autobanden.
De schilder knikte en lachte verontschuldigend: “Dat doen ze anders nooit”.
“Misschien is het de verflucht”, wierp ik op.
Nu zijn ambacht in het geding kwam, vond de schilder dat hij actie moest ondernemen. Met de achterkant van zijn kwast tikte hij op het glas ter hoogte van de brokken vis. Daarna tikte hij ter hoogte van een in de buurt zwemmende autoband. En warempel, de vis kwam in beweging en hapte zijn voedsel naar binnen.
De schilder keek mij triomfantelijk aan.
“Ik schilder hier al 22 jaar. Dan pik je zulke dingen natuurlijk wel op”, legde hij uit, terwijl hij de achterkant van zijn kwast inspecteerde. Hij doopte zijn kwast daarna in de verfbus en maakte de omgeving nog iets geler.

Klik naar Blijdorp

Nog 44 dagen tot de komst van de Euro

Geen opmerkingen: