Wandeling door BathBath – Samen met onze gids Martin en een groepje meisjes uit Korea maakten Corien & ik gisteren een wandeling door Bath. Het is het seizoen voor de wandelaar. De dubbeldekkers van de citytour overwinteren in de garage, de stad is voor de voetgangers. Zowel het winterweer als de Koreaanse meisjes vormden een extra attractie. Het winterweer omdat het Bath in een sprookjesachtig wit decor liet zien en de meisjes vanwege hun enthousiasme. Iedere keer als Martin iets vertelden, riepen de meisjes in koor: “Aaahhh, aaahhh”. Het klonk net als of ze een prachtige vuurpijl hoog boven de horizon kleurrijk zagen ontploffen: “Aaaaahhhhh”. De geschiedenis van Bath bestaat volgens Martin uit heel wat laagjes. Hij vertelt van Kelten, Romeinen, boeren die rondscharrelden in haveloze tempelgebouwen, jacobijnen, de eerste kuurgasten, flierefluiters tot en met de Victorianen die het Romeinse verleden weer naar boven haalden. Hij doet zijn verhaal met verve en de Koreaantjes roepen steeds opnieuw hun verwondering uit. Wat mij na een dagje bijblijft, is de kunstmatigheid van Bath. Alles – nou ja veel - in de stad aan de Avon is bedacht. De architecten vader en zoon Wood bepaalden het gezicht van Bath. De stad is dan ook geen doolhof van middeleeuwse sluip-door-kruip-door straatjes. Het is de stad waarin de vermogende bourgeoisie zich in de achttiende eeuw vestigde met stadspaleizen en herenhuizen. Bath straalt de emancipatie uit van de nieuwe klasse, die niets met adel en kerk te maken had. Handelaars uit Londen en havenbaronnen uit Bristol. We bezoeken natuurlijk de bronnen. Als je afdaalt in het Romeinse bad, voel je de klamme behaaglijke vochtigheid die je kent van de sauna. We staren naar een rechthoekig bassin met een onwaarschijnlijk groene kleur water waar de stoom vanaf slaat. Martin beweert met stelligheid dat het de enige heetwaterbron op de Britse eilanden is. Op mijn vraag wanneer het water voor het laatst gebruikt is om in de baden, vertelt Martin over dat die eer te beurt valt aan herstellende soldaten uit de Tweede Wereldoorlog. Op de gevel van de Bath Abbey ontdek ik de “handtekening” van de stichter van deze Anglicaanse parochiekerk en voormalige benedictijner kloosterkerk: Bishop Oliver King. Aan beide zijde is naast de deur een bisschopsmijter aangebracht. Daaronder een olijfboom met een kroon. Het staat voor Bishop Oliver King. Martin bevestigt het vermoeden. |
Room with a view in New York
7 maanden geleden
3 opmerkingen:
met zijn tweetjes of weer met de TU groep? veel plezier in ieder geval
Mmm, interessant!
Met z'n tweetjes.
Een reactie posten