zondag 23 december 2007

Bezoek Rubenshuis


Antwerpen – In Antwerpen bezochten Ad en ik – terwijl onze dames zich vermaakten in de fraaie winkels van de stad aan de Schelde – de woning van een van de beroemdste zonen van deze stad en van de grootste kunstenaar van de Zuidelijke Nederlanden: Peter Paul Rubens. Het Rubenshuis aan de Wapper is meer dan het huis waar de kunstenaar met zijn gezin onderdak vond, leefde en werkte. Zowel Ad als ik begrepen zittend op een bankje in zijn atelier, kijkend naar de lichtval bij de schouw en in het doorkijkje naar de tuin dat dit voor de kunstenaar een weergaloos inspirerende omgeving moet zijn geweest. Dat is nu nog te bespeuren.

Het atelier van Rubens.

Het is een prachtig huis, dat in 1620 door de Antwerpse stadssecretaris zo werd omschreven: “Zijn huis zal de verbazing der vreemdelingen en de bewondering der reizigers opwekken”. De verbazing en bewondering maakten zich ook nu nog van ons meester.
Rubens heeft het huis aan de Wapper zelf ontworpen. Het is gedurfd, uitbundig, maar tegelijk ook statig. Het woonhuis is in oud-Vlaamse stijl en het atelier in de uitbundige zuidelijke barok die we ook van zijn andere werk kennen. We dwaalden samen ’s middags door het huis, het atelier en de tuin. Maar ook de spreekkamer, de keuken, de slaapkamer en de linnenkamer konden we bezoeken. Al het meubilair en andere zaken die een gezin nodig heeft, zijn er. Een kunstenaarswoning is tenslotte ook gewoon een thuis.

Het woonhuis van Rubens.

Rubens was de beroemdste schilder van zijn tijd en werd overstelpt met opdrachten. Hij kon aan die vraag alleen voldoen door een groot en goed atelier te exploiteren. Hij deed het denkwerk en de assistenten het handwerk. Rubens stond zelf wel zelf aan de basis van elk kunstwerk.

Bij het portret van Antoon van Dyck.

Een van zijn meest getalenteerde assistenten was ongetwijfeld Antoon van Dyck. Ad kijkt hier naar een intrigerend portret dat Rubens rond 1616 van zijn leerling Van Dyck maakte. Door de gedraaide houding en het spel met licht en schaduw, lijkt het een momentopname. Alsof Van Dyck net even het penseel heeft neergelegd en over zijn schouder naar Rubens kijkt om te zien wat die er van vindt. De jonge schilder kijkt zelfbewust en zelfs ietwat arrogant in de ogen van de toeschouwer. Rubens heeft hem perfect getroffen. Van Dyck maakte zelf ook een glanzende carrière door als schilder en schopte het uiteindelijk tot hofschilder van de Engelse koning.

Geen opmerkingen: