zaterdag 7 mei 2011

Een eenvoudig genoegen

Delft – “Als ik ’s avonds het concert van de kikkers hoor bij de vijver aan het eind van de tuin dan is het voor mij pas echt lente. Kikkers en lente die horen bij elkaar”. Aan het woord is een lang slanke vrouw met lang grijs haar, gekleed in een fel gebloemde jurk. Aan het motief te zien, heeft ze de jurk gemaakt van een stuk stof dat overbleef toen ze gordijnen voor de kamer van haar kleindochter maakte. Ze zit met haar dochter, een beginnende dertiger, één tafeltje verder aan het terras op de Brabantse Turfmarkt. De kleindochter is er niet bij. Voor haar staat een vol glas witbier. Erg lekker vindt ze het kennelijk niet, want ze neemt met een zuur gezicht slechts kleine slokjes. Haar dochter heeft een flesje Fristi met daarin een rietje voor haar staan. Ze zuigt er met genoegen aan. Moeder spreekt zo luid dat het hele terras het gesprek moeiteloos kan volgen.
“Ik heb niks met kikkers”, antwoordt haar dochter. “Voor mij is het pas echt lente als ik die prachtige witte schermen van het fluitenkruid zie langs het water. Dan weet ik dat het lente is. Alleen al die heerlijk geur”, vindt ze. Ze spreekt minder hard, maar ook haar kan ik goed verstaan.
“Fluitenkruid ruikt naar urine’, zegt haar moeder.
“Doe niet zo flauw mam. Dat komt alleen maar omdat de mensen daar altijd hun honden uitlaten”, werpt dochter tegen.
“Hoe het komt, komt het. Het stinkt naar pis”, houdt moeder vol. Ze kijkt triomfantelijk om zich heen. Ze duldt geen tegenspraak, dat is helder. En waarom zouden we ook. Iedereen heeft iets met de lente. Voor mij betekent lente op een terras zitten met een koel glas en luisteren naar de gesprekken van de andere drinkers. Het is een eenvoudig genoegen, maar ik ben ook een eenvoudig mens.

Geen opmerkingen: