donderdag 11 oktober 2007

'Typisch Nederlands'


Delft – De Unilevervlag hangt halfstok bij Calvé. Het is dan ook een treurige week voor de mensen van de pindakaasfabriek. Pindakaas is een typische Nederlands product en Calvé pindakaas hoort bij Delft, lees ik deze week in de kranten. De emotie over het verdwijnen van de fabriek van dit ‘typische Nederlandse’ product dat zo bij Delft hoort, loopt hoog op. Ik begrijp dat wel, want niemand verliest graag zijn baan en geen enkele stad ziet graag werkgelegenheid verdwijnen. Maar de argumenten kloppen niet helemaal. Pindakaas is namelijk helemaal geen typisch Nederlands product. Het komt oorspronkelijk uit de Verenigde Staten. Het werd daar al in 1893 ontwikkelt door Dr. John Harvey Kellogg. Hij deed dat omdat er een overschot in de productie van pinda’s was. Hij had in de Amerikaanse staat Michigan een sanatorium waarin hij de nadruk legde op voeding en lichaamsbeweging. Dr. Harvey Kellog, een zeer felle vegetariër, was dan ook veel bezig met de ontwikkeling van voedingswaren. Hij is door de ontdekking van de pindakaas overigens niet beroemd geworden. Hij dankt zijn roem aan een andere uitvinding: de cornflakes.

Helaas pindakaas.

Pindakaas is in de Verenigde staten nog steeds een populair broodbeleg. Net als in Canada, Turkije, Groot-Brittannië, Duitsland en natuurlijk in ons land. De Amerikanen zijn er verzot op. Ze eten gemiddeld anderhalve kilo pindakaas per persoon per jaar. Maar ondanks dit feit horen Calvé pindakaas en Delft bij elkaar. Bij heel wat mensen is bijvoorbeeld het ‘Calvé-bruggetje’ (ook al is die nu gemoderniseerd) een begrip, net als de vertrouwde weeë, zoete geur, die rond de fabriek hangt. De fabriek Calvé-Delft is overigens ouder dan de Amerikaanse pindakaas. De fabriek werd opgericht in 1883. Natuurlijk niet voor de bereiding van pindakaas, want die bestond nog niet. De fabriek is begonnen als Nederlandsche Oliefabriek. In ons land kwam de pindakaas pas in 1948 op de markt. In Amerika en andere Engelstalige landen heet het peanut butter. Hier mocht het geen pindaboter heten omdat het woord boter alleen mag worden gebruikt voor echte roomboter. Het kreeg de naam pindakaas omdat men het vergeleek met leverkaas, ook een broodbeleg waar geen kaas in zit.

Geen opmerkingen: