Prinsenhof toont topstukken De HoochDelft – In de National Gallery of Art in Washington hangt een heel mooi interieurtje van de Delftse schilder Pieter de Hooch. Je ziet het hier rechts. In het Koninklijk Kabinet van schilderijen Het Mauritshuis hangt een schilderij van dezelfde schilder dat sprekend op dit werkje lijkt. Op het schilderij in Washington is een soldaat toegevoegd. Dat is het enige verschil. Pieter de Hooch woonde tussen 1652 en 1660 in de Prinsenstad en maakte in deze periode ongeveer 50 schilderijen. Tot 1655 schildert De Hooch vooral donkere boerenscènes en wachtlokalen met soldaten. Na 1658 – hij is dan inmiddels drie jaar lid van het Delftse Lucasgilde, waar hij zich als genreschilder heeft laten registreren – ontstaat er een grote omwenteling is zijn werk. De Hooch legt zich dan toe op het schilderen van zorgvuldig gecomponeerde interieurtjes en binnenplaatsjes waarin vrouwen die bezig zijn met hun dagelijkse huishoudelijke beslommeringen een hoofdrol spelen. De genrestukjes worden gekenmerkt door het heldere licht, de warme kleuren en vooral door de waarheidsgetrouwe indruk die ze maken. De realistische dieptewerking wordt bijna altijd versterkt door bijzondere doorkijkjes, via vensters of gangetjes, naar andere kamers, een binnenplaatsje of naar de straat. In zijn Delftse jaren schildert De Hooch zijn mooiste en meest karakteristieke werken. Dat de werkjes erg populair waren, blijkt uit het feit dat De Hooch van sommige stukken meerder versies maakte. Je ziet op het doek waar Corien bij staat dat de soldaat ontbreekt. Dergelijke aanpassingen gebeurden op verzoek van de klant. De kunstenaars deden daar niet zo moeilijk over. Tegenwoordig willen kunstenaars alleen oorspronkelijke werken maken. Toen moest er gewoon brood op de plank komen. Het topstuk van De Hooch is alleen nog de komende maanden te zien in Museum het Prinsenhof. Het is in bruikleen van het Koninklijk Kabinet van schilderijen Het Mauritshuis. Ook van de National Gallery of Art in Washington is een prachtig schilderij uit de bloeitijd van De Hooch te zien. Het gaat om de vrouw in de slaapkamer. Je ziet het hieronder. Museum Het Prinsenhof biedt met deze kleine, maar bijzondere tentoonstelling een prachtige kans om deze werken te bekijken in een Delftse context. Tussen 1645 en 1660 is er sprake van een uitzonderlijke bloeiperiode van de Delftse schilderkunst. Dan vestigen zich talentvolle schilders in de stad, zoals Carel Fabritus, Paulus Potter, Gerard Houckgeest, Emanuel de Witte en Jan Steen. Met hun innovatieve aanpak geven zij een enorme impuls aan de lokale schilderkunst. Zij hebben een nieuwe kijk op perspectief, ruimte en licht. Zij brengen het interieurstuk, het kerkinterieur, het landschap en het stadsgezicht tot grote ontwikkeling. De Delftse schilderkunst krijgt in die periode in een korte tijd (inter)nationale allure. De twee topstukken uit het oeuvre van Pieter de Hooch zijn nog enkele maanden te zien in Museum Het Prinsenhof. |
Room with a view in New York
4 maanden geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten