dinsdag 23 augustus 2011

Zo doen we dat in Delft

Delft – Toeristen vergeten hun bezoek aan Delft niet gauw. Er is zo veel te zien en te beleven in deze historische stad. Daar kunnen ze thuis nog heel lang en enthousiast over vertellen. Misschien vertellen ze ook wel over onze prachtige autoluwe binnenstad waar voetgangers het straatbeeld bepalen. Het enige waar de buitenlander met zijn fototoestel voor moet opletten zijn de fietsers. Delft is namelijk geen openlucht museum, maar een echte stad waar mensen werken en wonen. Voor auto’s behoeven de toeristen overigens niet bang te zijn. Die mogen slechts in uitzonderingsgevallen het gebied van de binnenstad in. Beweegbare palen in het wegdek zorgen ervoor dat alleen de uitzonderingsgevallen door kunnen rijden. Pollers heten die palen. Bezoekers van Delft moeten hun auto achterlaten in een parkeergarage en wandelend van de stad genieten.
Doen ze dat niet en probeert een argeloze buitenlandse bezoeker onze binnenstad toch met zijn auto te bezoeken dan wordt zijn auto vernield. Zo simpel is dat. Geen bekeuring, geen proces-verbaal, maar in plaats daarvan vernielt de omhoog komende poller de onderkant van de auto. Zonder enige vorm van proces wordt iemand die in overtreding is definitief beroofd van zijn of haar auto. Het is dus niet zo gek dat de pollers niet onomstreden zijn. Met enige regelmaat zien Delftenaren een beetje meewarig toe hoe een toerist weer eens op deze buitenproportionele wijze wordt gestraft voor zijn fout. Zo doen we dat in Delft. Ik zei het al in het begin: Toeristen vergeten hun bezoek aan Delft niet gauw.

Geen opmerkingen: