Duckstad moet Amerikaans blijven
Delft - Stel je voor dat je een film bekijkt waarvan de hoofdrolspeler een geboren mopperkont is, snel aangebrand is, last heeft van driftbuien en een hekel heeft aan werken. Hij is bovendien iemand die het liefst zijn eigen gang gaat. Hij draagt slechts het bovenste gedeelte van een matrozenpakje en is verder naakt. Hij gelooft nergens in en politieke en godsdienstige onderwerpen vermijdt hij. Het klinkt als een lozer en gek genoeg is hij dat ook eigenlijk. Toch is hij razend populair bij jong & oud. Ik ken een familielid van middelbare leeftijd – een gewaardeerd lid van de lokale gemeenschap en eigenaar van een bloeiende zaak – die al sinds zijn jeugd een abonnement heeft op het tijdschrift dat wekelijks over deze held verschijnt. Je begrijpt het wellicht al, ik bedoel de filmheld Donald Duck. Het is nu 50 jaar geleden dat de creatie van Walt Disney voor het eerst in z’n matrozenpakje te zien was in een film. Ondanks zijn hierboven beschreven karaktertrekken is de eend heel erg populair. De man die hem in dienst van Walt Disney tussen 1942 en 1966 tekende, Carl Barks zei ooit: “Donald Duck is helemaal geen eend, hij ziet er toevallig zo uit”.
Het populaire weekblad verscheen overigens pas in 1951 in ons land. In Denemarken verscheen het blad als eerste in Europa. In 1948 landde daar de Deense Donald Duck. Hij luistert daar naar de naam Anders And. Het kinderweekblad leerde mij trouwens ook van alles over de cultuur in Amerika. Ik zag daar dat heel veel bewoners van Duckstad een tweede huis buiten hadden en heel lang wilde ik ook zo’n manshoge koelkast met dubbele deur. Nu heeft het blad niet meer uitsluitend de uit Amerika vertaalde verhalen. En dat vind ik jammer. Donald Duck is een over-emotionele Amerikaanse eend en dat moet zo blijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten