maandag 7 april 2008

Er valt veel te zien


’t Woudt – “Als dit Ierland was, zou ik beter kijken”, schreef K. Schippers in een klein gedicht met de titel ‘Bij Loosdrecht’. Ik moest er aan denken toen we gistermiddag in een heerlijk lentezonnetje door het kerkdorp ’t Woudt fietsten. Op reis in het buitenland pak je dan je fototoestel. Je maakt kiekjes en loopt vol bewondering door een dorp dat sinds de middeleeuwen niet meer is veranderd. Daar behoef je dus niet voor op reis. Daar fiets je in tien minuten naar toe.

 Alleen voor wie bewust waarneemt, valt er veel te zien.

t Woudt telde in 1561 twee boerderijen, negen kleine huisjes, een herberg, een pastorie en een kosterswoning. In de loop der tijden is dit dorpje niet veranderd. Het is ontsnapt aan de vooruitgang. Het schilderachtige dorpje tussen de weilanden wordt overigens al veel vroeger, in 1277 genoemd. Toen kreeg het van Floris V het recht om een eigen pastoor voor te dragen. Een voorrecht dat Floris maar zelden verleende. Nog steeds bestaat het dorp uit niet veel meer dan de (nu protestante) kerk, een paar huizen en boerderijen, een herberg annex café, pastorie en een kosterswoning. Er wonen ongeveer veertig mensen. Het zal ook altijd zo blijven want het hele dorp is beschermd dorpsgezicht. Maar je moet het zien. Alleen voor wie bewust waarneemt, valt er veel te zien.

Geen opmerkingen: