donderdag 12 juli 2007

Stil bij Karl Marx


Trier – Vanuit Luxemburg is het maar een klein stukje naar de Duitse stad Trier. Ook hier waren we zo’n dertig jaar voor het laatst. De stad is groter dan Luxemburg. Het is een langrijke havenstad aan de Moezel en is het centrum van de wijnbouw en wijnhandel. Ik herinnerde het me nog als de toeristenstad en dat is het nog steeds. De oudste stad van Duitsland. Ik lees op een inscriptie op het ‘ Rote Haus’ aan de Hauptmarkt: “Voor Rome bestond Trier dertienhonderd jaar”. Dat beschouw ik als een middeleeuws verzinsel, maar er zal wel een grond van waarheid inzitten.

De Porta Nigra trekt veel toeristen.

We hebben slechts een paar zaken op onze agenda voor vandaag staan. We bezoeken de Dom van Trier waar de zogenaamde ‘lijfrok’ van Christus wordt bewaard. De Dom is prachtig, maar van het reliek is niets te zien. Het wordt bewaard in een speciale kapel hoog boven het altaar. Via een trap is de kapel wel te bereiken. Door het hekwerk zie je een gouden kruis. Daaronder wordt de rok bewaard. De tweede bezienswaardigheid op ons lijstje is de Basiliek. Beide kerken krijgen onze ruime aandacht. Het derde gebouw op ons lijstje is natuurlijk de Porta Nigra.

Vanuit de Porta Nigra heb je een mooi uitzicht over de stad.

Net als de twee kerken ook al een overblijfsel uit de Romeinse tijd. We beklimmen de wenteltrappen van de dubbele poort en hebben een prachtig uitzicht over de stad. We zijn samen met een als Romeinse soldaat verklede gids die met veel enthousiasme een groep scholieren het een en ander over de geschiedenis van het gebouw en de stad verteld. Na het afwerken van ons culturele lijstje trekken we de stad in. We eten heerlijke vis op een terrasje (nu ja ik dan, gelukkig voor Corien hebben ze ook pizza) en slenteren door de gezellige straten van de stad. We passeren daarbij ook het geboortehuis van Karl Marx. In tegenstelling tot de kerken, is het er stil.

Geen opmerkingen: