Blauw/OranjeDen Haag – Gisteravond bezochten Corien & ik de Koninklijke Schouwburg om de Nederlandse première van het nieuwe toneelstuk van de jonge Britse schrijver Joe Penhall ‘Blauw/Oranje’ bij te wonen. Het stuk ging in april 2000 in Londen in het Cottesloe Theatre in wereldpremière. Het was zo succesvol dat het het volgende jaar al werd verplaatst naar the West End. Na de voorstellingen daar meldde de The Guardian indertijd: “Exuberant...Penhall has the gift of making serious points in a comic manner and of conveying moral indignation without preaching…Stinging satire.” De uitnodiging voor de première was een goede aanleiding om het stuk zelf maar eens te zien. Het bleek een zeer intelligent en spannend drama, waarin actuele politieke en maatschappelijke dilemma’s aan bod komen. Ik las in het programmaboekje dat het stuk al drie prijzen in de wacht had gesleept: The Olivier Award for Best New Play, the Evening Standard Best Play of the Year, en the Critics' Circle Theatre Award for Best New Play. In Nederland is de regie in handen van Peter Tuinman. Hij zat tussen het publiek in de zaal en kwam in de pauze en na afloop een biertje drinken in de foyer. Er waren trouwens heel wat Nederlandse acteurs en actrices aanwezig. Pijnlijk, onderkoeld en trefzeker In een Londens psychiatrisch ziekenhuis verschillende twee psychiaters van mening over de toekomst van de mysterieuze en verwarde patiënt Christopher (Een knappe rol van Dennis Rudge). Die beweert onder andere de zoon van de verbannen Afrikaanse dictator Idi Amin Dada te zijn. Moet de jongeman ontslagen worden uit de noodopvang? De eenentwintig dagen van zijn observatie zitten er op, maar zijn therapeut Bruce (gespeeld door Pieter van der Sman) vraagt zich af of dat wel verstandig is. Chris vertoont namelijk alle symptomen van schizofrenie. Het hoofd van de afdeling, Robert (een magnifieke rol van Bram van der Vlugt), deelt die mening niet. Wat in Europa een geestesziekte is, kan in Afrika een geaccepteerde mentale gesteldheid zijn. Bruce verwijt het afdelingshoofd dat het natuurlijk ook goedkoper is om patiënten maar een maand op te nemen. Engelse humor is tegelijk pijnlijk, onderkoeld en trefzeker. Het maakt zware onderwerpen licht verteerbaar. Ik heb veel gelachen, ook al heeft het een serieuze ondertoon. De hoofdpersonen in het stuk spelen met elkaar een spannende wedstrijd. Ieder streeft zijn eigen doel na. De oude psychiater, de jonge psychiater en de zwarte patiënt. De jonge psychiater is de behandelend arts, de oude psychiater is zijn mentor en heeft in feite niets met de patiënt te maken, maar wil wel zijn invloed doen gelden. De patiënt maakt hier op zijn beurt gebruik van om zijn eigen positie te versterken. De drie draaien als dieren in een kooi om elkaar heen. Ik vind het stuk erg leuk en raak geschreven. Van der Vlugt speelt geen dokter. Hij is de dokter. Je gaat automatisch meeleven met de personages. Mensen die in de gezondheidszorg hun brood verdienen, zullen ongetwijfeld veel herkennen. Een aanrader. |
Room with a view in New York
7 maanden geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten